Even een telefoonnummer zoeken en internet is vaak gewillig. Een postcode bij een adres vinden om de brief toch snel en goed ter plekke te krijgen? Geen probleem, daar is internet. Dien ik op te schieten om op tijd te zijn? Mijn horloge staat stil. Geen probleem, de mobiel geeft de tijd en trouwens de computer staat ook in slaaptoestand. Een druk op enter en binnen een paar seconden beeld met rechtsonder de juiste tijd, altijd!
Het leven is vol snelheid en verzorgt ons via vele bronnen van de verwachte informatie. Maar denk even goed na en plaats je ruim veertig jaar terug in de tijd. Waren we toen wel zo goed af met de informatievoorziening? In de ziekenomroep, waar ik destijds werkzaam was in 1971, bedachten we de dagelijkse opening van uitzendingen te beginnen met een juffrouw die gedurende een minuut lang de tijd meldde, oplopend tot het hele uur waarna drie piepjes ons zouden begeleiden naar de openingsjingle van de dagelijkse uitzendingen van het programma van ‘Halte Lijn 4’, de toenmalige ziekenomroep van het Rooms Katholieke Ziekenhuis in Groningen.
Oudgedienden begrijpen waar ik heen wil. Het was destijds mogelijk een speciaal informatienummer te bellen waarna een juffrouw in heel goed Nederlands je vertelde hoe de juiste tijd op dat moment was; teksten ingesproken op een bandje. Het was daarom ook altijd dezelfde juffrouw die je toesprak en niet alleen de minuten maar ook de seconden vermeldde in de tijdsopsomming. Er was dan ook geen sprake van een zogenaamd tweeweg gesprek, nee de juffrouw was absoluut alleen heersend en gaf je ook geen gelegenheid netjes te bedanken want voordat je het wist was de lijnverbinding al weer verbroken. Het was in de tijd dat nog niet vooraf werd vermeld dat ‘dit informatienummer kost u 10 cent per 10 seconden’. Iedere gebruiker van de telefonische tijdmelding wist dat dit automatisch bij het kostenplaatje van dataverbruik via de telefoon op zou komen.
Als je in die tijd vanuit het Telefoondistrict Groningen naar de tijd belde werd je verbonden met een automaat die stond opgesteld aan de Reitemakersrijge in Groningen, in een van de vestigingen van de toenmalige P.T.T. – even uit het centrum gelegen. In datzelfde gebouw was er meer activiteit. Voor radiomakers die af en toe ook een schnabbel hadden binnen de publieke omroep in Hilversum, was het mogelijk om een lijnverbinding met de studio’s in het Gooi te maken om bijvoorbeeld een gemaakte reportage door te sturen. In het zelfde hokje waar deze verbinding lag was ook een koptelefoon en microfoon, die ook in verbinding stond met Hilversum.
Al dan niet vergezeld door Henk Kok heb ik daar de nodige bezoeken gebracht op verzoek van de redactie van het NOS programma ‘Met het oog op morgen’ om mijn mening te geven inzake toenmalige ontwikkelingen op radiogebied, vooral gericht op de veranderingen die plaats vonden binnen het zeezendergebeuren. Ga er maar vanuit dat destijds het merendeel van de studiogasten een paar uur van tevoren op deze manier werd ondervraagd en de antwoorden netjes werden geknipt en gemonteerd in het geheel van het programma.
Aan de Reitemakersrijge was er ook volop ruimte voor de 10 dames van ‘008’. In die tijd zaten ze in een gemeenschappelijke ruimte met elk een grote serie telefoonboeken voor de neus. Iedere persoon met een telefoonaansluiting, er waren alleen vaste aansluitingen, kreeg jaarlijks een nieuw telefoonboek toegestuurd gericht op eigen telefoondistrict. Wenste men boeken die gericht waren op andere districten dan was het mogelijk daar een abonnement op te nemen. Grote bedrijven hadden dan een abonnement gericht op alle districten in het land, anderen weer meer specifiek op eigen taakstelling gericht. Had men echter een telefoonnummer nodig dan was het mogelijk in Groningen – net als andere delen van Nederland – te bellen met 008.
Geduld daarbij te hebben was soms belangrijk omdat er meerdere mensen tegelijk op zoek waren naar een telefoonnummer bij een persoon die men graag wenste te bereiken. En de dames op 008 deden er van alles aan om zo terdege mogelijk antwoord te verschaffen, hoewel dit natuurlijk ook weer afhankelijk was van de gestelde vraag van de persoon die de informatie telefoneerde en het moment waarop deze de informatie wenste. Uiteraard was bij deze wel zeer speciale afdeling er ook sprake van spitsuren. Bekend zijn de verhalen van de bellers die niet alleen 008 om informatie belden maar vooral om persoonlijke boodschappen te kunnen verkondigen en te delen met de dames achter de informatietafel.
Het ging aan deze bellers voorbij dat het team daar alleen maar zat om de abonnees van de nodige telefoonnummers te voorzien en bijvoorbeeld niet om aan te horen dat tante Pien nodig gebeld diende te worden omdat ze veel pijn aan haar heup had of dat oom Karel eens goed de waarheid diende te worden gezegd over hoe om dat gaan met neven en nichten. Ongestoord bellen met de informatieafdeling bleek voor bepaalde mensen meer dat men dacht te maken hebben met een theekransje waar het, zonder de personen in kwestie te zien, even gezellig bijpraten was.
1983 ambtenarenacties, het stond groen van de PTT auto’s
Afsluitend kan worden vermeld dat de dames van 008 aan de Reitemakersrijge in Groningen iedere dag weer een nieuw telefoonboek kregen waarin de allernieuwste aansluitingen waren verwerkt om op die manier geheel op de hoogte te blijven en vooral om anderen te kunnen informeren. Het enorme complex van de telefooncentrale van de P.T.T. stond pal achter het grote centrale Postkantoor van Groningen aan de Munninkeholm en werd in 1958 opgeleverd nadat het ontwerp van het architectenkantoor Oom en Kuipers was goedgekeurd door de centrale directie van de P.T.T. . Enige jaren geleden werd het hoofdpostkantoor al verbouwd tot appartementen terwijl er ook een sportschool in is gevestigd. Ook zal het pand aan de Reitemakersrijge een woonfunctie krijgen.
Bron: Hans Knot Foto’s: Jan Hendrik van der Veen