tekst: Hans Knot
Gelijk aan vorige week sta ik op deze zaterdag 19 augustus stil bij gebeurtenissen die op en rond 14 augustus 1967 plaatsvonden. Een dag, ruim een halve eeuw geleden, dat vele tienduizenden luisteraars treurden omdat een groot deel van hun favoriete popstations uit de ether verdween. Dit doordat de Britse regering had besloten de Marine Offences Act van kracht te laten worden. Hierdoor was het onder meer verboden programma’s aan land op te nemen voor mensen met een Brits paspoort, om reclame te maken op de zeezenders, te bevoorraden en veel meer. Sinds de dag, die in de wereld van fervente radioliefhebbers als ‘Black Monday’ de geschiedenis inging, wordt elk jaar stil gestaan bij het verdwijnen van die radiostations.
Talloze documentaires zijn er in de loop van de afgelopen decennia via radiostations over dit unieke stukje radiogeschiedenis gemaakt, maar ook zijn er, sinds 1978, bijna jaarlijks bijeenkomsten onder de noemer ‘Radio Day’ georganiseerd waar aanhangers van de vrije radio samenkwamen met de helden van weleer. Zo ook het afgelopen weekend toen er – op een geheime locatie – een grote reünie was in Londen van voormalige medewerkers van de zeezenders uit de jaren zestig. Vanuit allerlei landen en werelddelen waren zij naar Londen gekomen om nog een keer gezamenlijk leuke herinneringen op te halen naar de tijd van meer dan een halve eeuw geleden.
Ook was er een speciale - drie dagen durende - uitzending van BBC Radio Essex vanuit de haven van Harwich en waren er bijeenkomsten op bepaalde locaties waar fans de verhalen van hun favorieten konden ophalen; organiseerde Radio Caroline haar eigen happening en was er in Schotland een speciale reünie voor hen die in de jaren zestig van de vorige eeuw actief waren bij Radio Scotland. In Nederland was er via een 15 tal radiostations een 2017-versie te beluisteren van het legendarische programma van John Peel op Radio London, the Perfumed Garden. Zes uur lang was deze versie niet alleen in Nederland te beluisteren maar ook in België, Duitsland en Engeland. De presentatie was in handen van Oeds Jan Koster en uw columnist Hans Knot. Elders zal u verslaggeving en foto’s kunnen vinden van datgene tijdens de reünie in Londen werd beleefd.
Maar gelijk aan vorige week blik ik ook terug op andere zaken die op maandag 14 augustus of de dagen erom heen gebeurden. Het was natuurlijk de ‘Summer of Love’ waarin velen probeerden zoveel mogelijk lief voor elkaar te zijn, alles met elkaar te willen delen en vredig met elkaar om te gaan. Al dan niet met gebruik van ondersteunende middelen als drugs, drank, bloemen en seks. Zo werd op de gedenkwaardige maandag 14 augustus bekend gemaakt dat op de daarop volgende zaterdag de VARA radio met een reportagebus naar Groningen zou komen omdat op de trap van het stadhuis een love-in zou worden gehouden.
In Uitlaat, een jongerenprogramma van de VARA, zou rechtstreeks verbinding zijn met de Martinistad Groningen, waarbij medewerkers van het programma deelnemers aan de ‘love-in’ zouden interviewen. Productieleider van ‘Uitlaat’ was Wim de Bie die de hoop uitsprak dat er een grote opkomst zou zijn en men beschilderd en met bloemen omhangen naar de Grote Markt zou komen. Tegelijkertijd werd een soortgelijke bijeenkomst in Maastricht gehouden en uiteraard was het de bedoeling dat men op deze manier een soort van kruisgesprek op gang wilde laten komen tussen de aanwezigen in Groningen en die in Maastricht. Na afloop, zo stelde De Bie die maandag, zou er ter herinnering een groepsfoto van beide ‘Love-ins’ worden genomen. Ik ben benieuwd wie na 50 jaar nog een dergelijke foto in haar of zijn bezit heeft.
Blijkbaar hoorde je er niet bij als je ook niet betrokken was bij een ‘love-in’. Zo werd de bewuste maandag 14 augustus 1967 door een woordvoerder van de gemeente Rotterdam bekend gemaakt dat de toenmalige provo-beatkelder ‘De Leiperd’, ondergebracht in een oud pakhuis onder de Maasbrug, op 2 september zou worden ingewijd met een 36-uur-durend festijn. Het avondprogramma zou volgens hem in het teken staan van ‘love-in’ en ‘flower power’. De gemeente stelde een bedrag van f 40.000,-- voor de inrichting beschikbaar. Let wel we hebben het hier over een bedrag in 1967. De betreffende journalist van de GPD was alvast een kijkje gaan nemen in ‘De Leiperd’ en constateerde in de berichtgeving dat ook met de politie de verhouding goed was want volgens hem zat. enkele dagen eerder een geüniformeerd politieagent in het provo-beathuis piano te spelen.
Maar ook trieste berichten werden uiteraard vermeld en in de ochtend van de 14de augustus werden de vlaggen van Nederland en Amerika halfstok uitgehangen aan het Concertgebouw in Amsterdam. Er werd officieel afscheid genomen van een week eerder in New York overleden Max Tak. Hij was een overbekende radiospreker, journalist, componist, musicus en dirigent. Frits Schiller, destijds de grote, oude, man van het Rembrandtsplein, Alex de Haas en Heintje Davids waren enkelen uit een lange rij vrienden en bekenden die langs de baar defileerden. Een van Max Taks laatste wensen, dat ‘het laatste bedrijf’ in Amsterdam diende te spelen, werd zo vervuld. Het stoffelijk overschot van Max Tak werd op de Joodse begraafplaats in Muiderberg vervolgens ter aarde besteld. Aan de groeve spraken vertegenwoordigers van het Concertgebouw, de AVRO, Elseviers Weekblad en het dagblad de Telegraaf.
Op maandag 14 augustus, ook gerelateerd aan de radio, overleed op de leeftijd van 59 jaar in Amsterdam de schrijverjournalist Bob Wallagh. Hij werd bijzonder bekend vanaf 1946 toen hij optrad als leider van de hersengymnastiek voor de AVRO met de rubriek ‘Hoe is de stand Mieke?’ Wallagh was al jaren aan de reportagedienst van de AVRO verbonden en gold vóór de Tweede Wereldoorlog als een expert op het gebied van de bokssport. Hij verzorgde ondermeer de redactie van het blad van de Nederlandse Boksbond. Wallagh was voor de oorlog redactiechef bij het persbureau Vaz Dias en later ook redacteur van het Hollands Weekblad. Later is hij opgetreden als een verdediger van Han van Meegeren. Hij heeft over deze schilderijenvervalser vele reportages gemaakt en een boekje geschreven.
In het woonoord Schattenberg bij het Drentse Hooghalen werd trouwens hard gewerkt en kon op dinsdag 15 augustus de eerste van de twaalf reflectoren van de radio-telescoop op zijn plaats getakeld worden. De medewerkers van het bedrijf Bronswerk Feijenoord N.V. uit Rotterdam hadden er een hele hijs aan. Het was een karwei, waarbij het op millimeters aankwam.
De middellijn van de reflector bedraagt vijfentwintig meter. De hoogte van de twaalf gevaarten, die ver boven de Staatsbossen uittorenen, is zevenentwintig meter. Wilfijn Rotterdam waren er de constructeurs van. In het woonoord, dat bijna dertig jaar historie achter zich had, was men in opdracht van de Stichting Radiostraling van Zon en Melkweg bezig over een lengte van ongeveer 1 kilometer twaalf radiotelescopen te bouwen, waarvan tien vaste en twee verrijdbare. In april 1967 was men daarmee begonnen, nadat in de herfst van 1966 de voorbereidingen waren getroffen voor de constructie van de reflectoren. Het gehele complex van werkzaamheden werd in oktober 1968 opgeleverd.
Dus, gelet op deze en andere herinneringen aan wat er zoal op en rond die bewuste ‘Black Monday’ 1967 gebeurde, bedenk altijd bij het terugluisteren van bijvoorbeeld het laatste uur van Radio London dat er in die dagen veel meer gebeurde dan alleen maar het invoeren van de Marine Offences Bill, die officieel ‘Act’ werd.