tekst: Hans Knot
Radiohistorisch gezien wil ik deze keer eens terug duiken in de geschiedenis en wel naar de maand april 1965. Radio maken kan en kon verschillende doeleinden dienen. Zo werd begin van de betreffende maand bekend gemaakt dat de Amerikaanse strijdkrachten in Vietnam 200.000 transistorradiootjes hadden verspreid onder de bevolking van Zuid-Vietnam. Via radio-uitzendingen wilde men de Zuid Vietnamezen overhalen tot steun aan de regering in Saigon en de Vietcong-soldaten bewegen tot desertie.
De toenmalige Amerikaanse president Johnson had Carl T. Rowan, destijds hoofd van de Amerikaanse Voorlichtingsdienst, belast met de verantwoordelijkheid voor deze vorm van radio ofwel deze vorm van psychologische oorlogvoering in Vietnam. De Zuid Vietnamese militaire politie had ondertussen in het gebied van Da Nang bij invallen 143 Vietnamezen gevangen genomen die verdacht werden van hulp aan de Vietcong. Bijkomstigheid was dat de politie handelde op aanwijzingen van een 22-jarige Vietcong- strijder, die zou worden gefusilleerd omdat hij een transistorradio met springstof bij zich had in een restaurant.
In dezelfde maand, nu we het toch over oorlog hebben, werd er ter herdenking van de 20ste verjaardag van de bevrijding van Nederland een cassettebox met twee langspeelplaten uitgebracht, getiteld: ‘Nederland 1940—45’, waarop een klankbeeld over de bezettingstijd was opgenomen. Het waren fragmenten van authentieke opnamen van nieuwsberichten, redevoeringen, vraaggesprekken en reportages uit de vijf jaren van onderdrukking.
Het eerste exemplaar werd begin april 1965 op het paleis Soestdijk aangeboden, waar prins Bernhard, die een voorwoord had geschreven in het boekwerkje dat de platen vergezelde, deze in ontvangst nam. Later die dag is op een bijeenkomst op het Muiderslot in Muiden en wel in de aloude ridderzaal de set officieel geïntroduceerd door prof. dr. C. D. J. Brandt, destijds hoogleraar in de geschiedenis van de 20-ste eeuw te Utrecht, die de supervisie had over de productie van deze platen. Tevens sprak daarbij de samensteller van het klankbeeld, drs. R. L. Schuursma, van het geluidsarchief van het Instituut voor Geschiedenis der Rijksuniversiteit te Utrecht. De baten waren bestemd voor de Stichting '40—'45. Vanaf dat moment was de platenset zowel in de platenwinkel als de boekhandel te koop.
Handel in radio- en televisietoestellen was destijds, mits je onder de winkelprijzen ging zitten, zeer goed winstgevend te noemen. Meer en meer waren er radiotoestellen leverbaar via de niet reguliere handel. Daarbij werden toestellen dan ook illegaal geïmporteerd om ze ver onder de normale prijzen te kunnen doorverkopen. Het betekende tevens dat het risico gepakt te kunnen worden redelijk groot was. In april 1965 was het weer raak want onderzoek naar de grote smokkelzaak die enkele weken eerder aan het licht kwam na de aanhouding van de Meppeler handelaar J. W. waren nog meer namen gevallen. Bij een andere Meppeler handelaar werd vervolgens door de douanerecherche en agenten van de Meppeler gemeentepolitie 16 televisietoestellen en 6 radiotoestellen in beslag genomen.
Deze apparaten waren uit West-Duitsland ons land binnengesmokkeld. Het was komen vast te staan, dat bij een omvangrijke smokkelaffaire, waarbij voor meer dan tweehonderdduizend gulden aan televisietoestellen, radiotoestellen en elektronische apparaten was gesmokkeld, ook enkele buitenlanders waren betrokken. Men werkte volgens een bepaald systeem, waarover de recherche in verband met het onderzoek destijds geen nadere mededelingen wenste te doen. Vaak gebeurden dergelijke smokkelritjes via de kleinere wegen zodat de vaste grenscontroles op de autowegen konden worden omzeild.
Maar er was veel meer te beleven in de maand april 1965 als het ging om de radio. We waren er zo aan gewend als de VARA zendtijd had en er niet het gehele etmaal radio was te beluisteren. Er werd namelijk bekend gemaakt dat het socialistisch strijdlied na het ochtendnieuws van 8 uur niet meer zou worden uitgezonden. De leiding van de VARA had namelijk besloten deze traditie in het socialistische radioprogramma met ingang van half mei 1965 te laten vervallen. Alleen op zondag bleef het lied na het nieuws van 8 uur in de ochtend gehandhaafd. Ook de ochtendrubriek voor de vrouw op maandag-, woensdag- en vrijdagmorgen verdwenen uit het VARA radio programmering.
De radioprogramma's van de KRO ondergingen en de zomer van 1965 nogal wat veranderingen. ‘Down in the valley’, een serie vol met Country- en Westernmuziek ging verdwijnen, evenals ‘Aan de oevers van de Schelde. Ook de twee bekende KRO-zangkoren ‘de Woudzangers’ en ‘Ether charme’, beiden onder leiding van Marinus in 't Woud, kregen te horen dat hun 14-daagse medewerking op zaterdagavond niet meer nodig was. Drie seizoenen hadden deze beide koren in radioprogramma’s gezongen en regelmatig kwamen er brieven van enthousiaste luisteraars binnen. Als reden voor dit verdwijnen meldde een woordvoerder van KRO destijds: “Wij proberen ieder nieuw zomer- of winterseizoen iets nieuws te brengen, wij hebben veel succes met beide koren gehad maar we menen toch er mee te moeten ophouden.”
De technische ontwikkelingen op vele gebieden brachten grote vooruitgang. Zo werd in het eerste kwartaal van 1965 bekend dat door de inzet van computers een beter gebruik van verkeerslichten mogelijk zou worden. De ideale situatie — het afstemmen van rood en groen licht op de behoefte van de verkeersstroom — zou worden bereikt door computers in de toenmalige toekomst het nodige denkwerk te laten doen. De Eindhovense hoogleraar prof. ir. A. Heetman was met de ontwikkeling van het computer-verkeerslicht al zover gevorderd, dat hij kon vertellen dat er één computer al in bestelling was. Het voordeel van de elektronische verkeersregeling maakte hij destijds duidelijk: “Werkt de normale installatie star volgens een tijdschema, de nieuwe installatie laat de groene fase voortduren zolang dat wenselijk is. Wachten voor rood licht als er op de kruisende weg geen verkeer te bekennen is, behoort dan tot het verleden. Voor het denk- en rekenwerk van de computer wordt het verkeer al op grote afstand waargenomen. Een van de grootste vraagstukken is echter het kostenprobleem. Een eenvoudige computer kost een ton, maar het lijkt mogelijk een groot aantal verkeerslichtinstallaties aan te sluiten op één elektronische rekenmachine.”
Maar ook op het gebied van de televisie deden zich de nodige ontwikkelingen voort. Scholen die veel geld in kas hadden schaften zich eigen camera’s en recorders aan om die tijdens de lessen te kunnen gebruiken. In ontelbare gezinnen in Nederland was het nog steeds verboden om een televisie in huis te hebben, daar van kerkelijke hogerhand een verbod was opgelegd. Dit was ook bij leden van de Gereformeerde Kerk het geval. Des te opmerkelijker was het bericht in april 1965 dat toeristen op het eiland Ameland spoedig tijdens het hoogseizoen, mits ze geen plaats meer konden krijgen in de kerk van Hollum, de diensten toch zouden kunnen gaan volgen.
De kerkenraad van Hollum voerde namelijk een vorm van bedrijfstelevisie in, waardoor cameralieden de dienst regisseerden en het buiten het kerkgebouw ook kon worden gezien en gehoord. Men was tot invoering overgegaan omdat er geen mogelijkheid was het kerkgebouw uit te breiden. Via een gesloten circuit was het derhalve voor het eerst mogelijk om de dienst op een groot scherm in een bijgebouw van de kerk op Eerste Pinksterdag van 1965 te volgen.