tekst: Hans Knot foto: Mirandabad Amsterdam, 1966, door: Jac. de Nijs, Nationaal Archief, Anefo, CC0
Langharige mannen, zo werd bekend in mei 1966, kregen het vooral moeilijk in de daarop volgende zomer. Vooral als het ging om diegene van deze mannen die zich in het water wensten te begeven in Amsterdam. Langharige mannen mochten namelijk in die zomer niet zonder badmuts een duik in het water van een van de vijf, toenmalige, gemeentelijke openluchtbaden in Amsterdam nemen. Gelijke monniken, gelijke kappen, zo redeneerde men bij de Gemeentelijke Dienst van Was-, Schoonmaak-, Bad- en Zweminrichtingen.
Vrouwen dienden bij het baden sinds jaar en dag een badmuts te dragen en dus kwam een journalist van de Telegraaf met een volgende quote: “Er is dus geen sprake van discriminatie", aldus WSBZ-directeur Van Wieringen. De maatregel werd op 9 mei 1966 bekend gemaakt in verband met de opening van het zwemseizoen in de gemeentelijke openluchtbaden. Zij is ingegeven door het grote gevaar voor verstopping van de door de haaruitval, waaronder langharigen zwaarder gebukt schijnen te gaan dan zij die korter geknipt door het leven gaan. De directie van de Sportfondsenbaden hebben op grond van deze ervaring in 1965 reeds het dragen van badmutsen, behalve voor vrouwen, ook voor mannen met lang haar verplicht.
‘Netjes naar de universiteit’ werd in maart 1967 uitgebreid gepromoot in Zuid Afrika want met ingang van het toen nieuwe studiejaar werd het aan studenten van de Witwatersranduniversiteit verboden te verschijnen in minirokjes. Ook werd het verboden met spijkerbroeken en op blote voeten naar de colleges te komen. Verder hebben destijds de rectoren van diverse universiteiten in het land de mannelijke en vrouwelijke studenten gelast, zich te onthouden van slonzige of indecente kleding.
Mannelijke studenten mochten ook niet meer ongekamd of ongeschoren, in shorts, zonder kousen of in overhemden zonder boord naar de colleges komen. Voor dames waren ‘onnette buitensporigheden van de mode’ en zelfs shorts verboden.
En wat zei de rector van voornoemde universiteit, professor I.D. Maccrene als reden voor het verbod? “Ik kan het niet hebben dat automobilisten op de Jan Smuts-avenue (die langs de universiteit loopt) denken dat de universiteit een centrum van beatniks is".
Het stond er echt in de kranten van 27 januari 1968: ’Sonja Barend nieuwe presentatrice Fenklup.’ Want overbekend en geroemd om haar prachtige loopbaan was Sonja destijds alleen maar een klein beetje bekend als de voormalige NTS-omroepster. Sonja Barend ging dus het jongerenprogramma Fenklup presenteren en wel met ingang van 10 februari van dat jaar.
Het presenteren van dit VARA programma was destijds waargenomen door Yvonne van Zuiden, die als zodanig afscheid nam. De VARA had in een persbericht iets meer bekend gemaakt over Sonja Barend: ‘Zij kwam na haar middelbare schoolopleiding en na enkele jaren als beroepskeuzeadviseuse werkzaam te zijn geweest, in dienst van de NTS als script-girl bij de cursus voor aanstaande regisseurs in het opleidingscentrum Santbergen te Hilversum. Deze regiecursus heeft Sonja Barend zelf ook gevolgd. Daarbij verrichtte ze voor de NTS omroepwerkzaamheden. Na de regiecursus heeft Sonja Barend nog een cursus presentatie gevolgd.’
In 1967 bood de leiding van de VARA haar een contract aan voor de presentatie van het programma ‘Yin Yang’, dat niet veel later uit de programmering zou gaan verdwijnen. Ook werd ze gevraagd voor het verrichten van productionele werkzaamheden ten behoeve van het programma ‘De Jonge Onderzoekers’. Het eerste optreden van Sonja Barend bij Fenklup was dus te zien op zaterdag 10 februari via Nederland 2. In dit programma introduceerde zij de Beatlesfilm ‘The Magical Mystery Tour’, die men als extra Fenklup-uitzending op het VARA scherm bracht.’ En daar is het waar het allemaal voor Sonja Barend begon!
Het was een simpel berichtje in de krant van 24 mei 1966 waarin melding werd gemaakt dat het Groninger Studentencorps zich in de showbusiness gestort had. Een dag eerder werd op ‘Mutua Fides’ tijdens een geanimeerde bijeenkomst door Vindicat-rector De Boer aan de cabaretier Seth Gaaikema en de heer Harry Visser, pianist, het eerste exemplaar uitgereikt van de eerste grammofoonplaat, ooit door het Groninger Studentencorps uitgebracht.
Deze zogenaamde E.P. bevatte de ‘Original Soundtrack’ van de film van het Vindicatlustrum 1963. Het bestond uit vier liedjes op tekst van Seth Gaaikema en op muziek van Harry Visser. De vier nummers waren: ‘Handhaaft en Beschaaft’, ‘Waar is de tijd dat Aegir de Varsity won’, dat kon vergeleken worden met een enorme smartlap. Verder het lied ‘Hooggeplaotste person'n’ (waarom zien we de Koningin nooit in Groning'n) en ‘Feest’ werden door Seth Gaaikema en het Groninger Studentencabaret 1966 met veel verve gebracht.
Op de sociëteit Mutua Fides was het nummer ‘Handhaaft en beschaaft’ (de spreuk uit het corpswapen: ‘Vindicat atque Polit’ met de attributen zwaard en vijl) al een tijd een tophit. Tijdens de presentatie gingen de platen als warme broodjes over de tafel. Wel was de verwachting destijds dat de plaat de landelijke hitparade zou halen gering. Reden was dat het stukje EP-vinyl alleen op de sociëteit te koop was en niet in de platenwinkels.
De opbrengst kwam trouwens ten goede aan het speciale bouwfonds Mutua Fides, dat was opgericht om een uitbreiding van het corpsgebouw te kunnen realiseren. Er waren trouwens nog andere activiteiten waar men met de pet kon rondgaan want op de sociëteit Mutua Fides werd donderdagavond 26 mei 1966 een debat gehouden met de voorzitter van het NW, de heer A. Kloos - een bestuurslid van de werkgeversorganisatie en de heer Chr. de Goede, directeur van de N.V. Scholten, Foxhol. Het debat ging over de toenmalige perikelen rond het loon- en prijsbeleid.
Voetballen tegen politie werd een derde te vermelden activiteit en wel op vrijdag 27 mei des avonds vanaf zeven uur op het sportcomplex Coendersborg. Het corps omschreef het als een georganiseerde happening in de vorm van een voetbalwedstrijd tussen teams van het Groninger Politiekorps en de studentenvereniging Albertus Magnus. Aangezien beide in zo sterk mogelijke opstelling aantraden, werd het een ontmoeting op hoog niveau. Na afloop van de wedstrijd werden de dienaren van Hermandad gastvrij op de sociëteit onthaald, alwaar over de strijd werd nageboomd en de glazen in gepaste sfeer werden geheven.