Groningen: aantal korte herinneringen aan juni 1968

tekst: Hans Knot          foto boven: Luchtfoto De Paddepoel west in aanbouw - Aero Eelde

In de regelmatige terugkerende kijkjes in de geschiedenis van de stad Groningen, neem ik de lezer deze keer mee terug naar de maand juni 1968 en de wijken Paddepoel en Selwerd. Door het onthullen van een aan de mast bevestigde vlag heeft wethouder W. Hendriks op zaterdagmorgen 8 juni 1968 om half elf in een stromende regen de officiële opening verricht van de speeltuin van de buurt- en speeltuinvereniging Selwerd, welke werd gevestigd aan de Elzenlaan te Groningen. De voornoemde vereniging was op 28 mei 1968 al opgericht.

De toen nieuwe speeltuin had een speelweide van 35 meter breed en 115 meter lang en had een door paaltjes afgescheiden kleuterhoek. In het Nieuwsblad van het Noorden van maandag 10 juni was te lezen dat direct na de officiële plichtplegingen door de wethouder Hendriks de kinderen, ondanks de felle regen, snel bezit namen van de speeltuin. Muziek werd daarbij verzorgd door het tromgeroffel van de Jeugddrumband van dezelfde vereniging.

Binnen de Jeugdrumband was het die dag tevens een feestje want de leden stelden zich die dag voor het eerst voor in hun nieuwe uniformtenue. Ook de vlag van Buurt- en speeltuinvereniging Selwerd, die op 8 juni 1968 werd onthuld, was geheel nieuw: ‘Een groene cirkel geeft de beslotenheid van Selwerd (tussen de spoorlijn en het Van Starkenborghkanaal) aan, omringd door groene beplanting; alle toenmalige straten en lanen van de verenigingswijk waren vertegenwoordigd door 28 rode sterren; zowel het wit-groen-wit van de Groninger vlag als het rood-wit-blauw van de vlag van Nederland waren in de speeltuinvlag verwerkt.

Tijdens de feestelijke bijeenkomst werd tevens bekend gemaakt dat het toenmalige verenigingsbestuur er vanuit ging dat in 1968 nog begonnen kon worden met de bouw van een clubhuis van 15 bij 8 meter, dat dan aan het eind van dat jaar klaar kon zijn. Nadat er 's morgens een druk bezochte receptie was in de toenmalige jeugdboerderij – het huidige moskee-onderkomen in het Park van Selwerd, volgde 's middags een gekostumeerde optocht, waaraan meer dan 400 kinderen deelnamen. Voorop de stoet liep de jeugddrumband van ‘Selwerd’, gestoken in de nieuwe uniformen. terwijl de CJO-drumband, die compleet met majorette ook aanwezig was om muziek te maken, de optocht sloot.

Er was in die dagen ook een 120 personen tellende jeugdgroep die meeliep als ook leden van de wandelclub van Selwerd. Toen de stoet uiteindelijk aankwam bij de nieuwe speeltuin werd andermaal het terrein die middag bestormd om te genieten van de mooie nieuwe speelwerktuigen.

Winkelcentrum Paddepoel 1969

Paddepoel kreeg een paar weken later een klein winkelcentrum: het Mini Centrum Paddepoel. In een snel opgetrokken houten complex aan de Pleiadenlaan werden vier winkels ondergebracht van middenstanders, die zelf het initiatief tot het centrum hadden genomen. Zij zagen destijds hun filiaalvestiging in de nieuwe wijk als een extra middenstandsservice aan de bewoners van Paddepoel, die tot op dat moment zeer weinig winkels in de buurt hadden. Vaak was men genoodzaakt winkels in de Plantsoenbuurt te bezoeken om het broodnodige in huis te halen. Aan huis zelf werd maar weinig geleverd omdat de wegen in de nieuwe wijk bij lange na nog niet goed waren aangelegd. De SRV-wagen kwam heel af en toe in de straten van Paddepoel langs.

De gemeenteraad van Groningen bleek trouwens wel goed op de hoogte van de slechte winkelvoorziening in de wijk, want het initiatief van de winkeliers werd vlot gesteund waardoor de benodigde vergunningen snel konden worden verkregen. Het Mini Centrum kreeg een tijdelijk karakter en bleef bestaan tot het grote winkelcentrum ‘De Paddepoel’ enkele jaren later werd geopend.

De middenstanders die aan het experiment meededen gingen later ook hun handel voortzetten in het grote winkelcentrum. Wie herinnert zich nog de namen van de eerste vier noodwinkels? De deelnemers aan het Mini Centrum waren: de firma Wolda met een groente- en fruitbedrijf, Bert Bakkers Supermarkt, een filiaal van de slijterij Jos Beeres en de drogist R. H. W. Hom. De opening vond op 27 juni 1968 om 9 uur in de ochtend plaats.

Rond die tijd waren er al rond de 200 studenten gehuisvest in Paddepoel, met name in de Mars- en Venusstraat. Het ging daarbij vooral om jonge vrouwen. Het nieuwtje ging als een lopend vuurtje rond wat weer de nodige personen met foute bedoelingen opleverde. Volgens een brandbrief van een groep studenten voelde men zich niet happy met de ‘Stadjers, die in hun vrije tijd gluren, loeren en insluipen.’

Zo had men geconstateerd dat bijna elke avond er in het pikkedonker wel een enge kerel langs de ramen van die jonge vrouwen sloop. De dames zagen graag dat die kerels ‘in het vervolg’ als vrijetijdsbesteding maar gingen figuurzagen of grasmaaien, want op aandacht van de gluurderige types zat men niet te wachten en dus ging er een brief naar de verhuurder, de SSH.

De Marsstraat in de avond

Om de studentes in ieder geval meer rust te garanderen heeft men vervolgens vanuit de Stichting Studentenhuisvesting er voor gezorgd dat alle wc-raampjes in de Mars- en Venusstraat werden wit gekalkt. Voor de ronde voordeurraampjes, waar precies het hoofd van een gluurder inpaste, werden gordijntjes gehangen. Bovendien kwamen er extra degelijke grendels op de ramen van de benedenverdiepingen.

Het Nieuwsblad van het Noorden maakte eind juni 1968 melding van de nog immer aanwezige onrust onder de studentes: ‘Deze week heeft een meneer het zelfs gepresteerd om in de Marsstraat het huis van vijf studentes binnen te dringen. Met een naaldhak werd hij het achtertuintje ingejaagd. De studentes zijn doodsbenauwd dat die meneer binnenkort langskomt om die naaldhak te wreken. Een van de bewoonsters: “In het vervolg ga ik hem met een broodmes achterna, ik heb het al klaar liggen."

De journalist was op onderzoek uitgegaan en constateerde dat in het huis, waar die kerel was binnengekomen, er één studente ging verhuizen omdat ze het gewoon te eng vond, terwijl een andere bewoonster van haar ouders daar diende te vertrekken. De drie andere studentes wisten op dat moment nog niet wat ze zouden gaan doen.

Maar of iedere van de 200 studentes even bang was blijkt uit de volgende antwoorden van destijds. Een van hen concludeerde dat je het gluren gewoon niet diende uit te lokken en de gordijnen dicht te doen. Een ander merkte op dat er soms een auto achter het huis stond als je thuiskwam, met daarin een kerel die gluurde. Een derde stelde dat bijna iedereen gluurders zag maar er zelf nooit een had gezien. Vanuit de SSH stelde een woordvoerder het een vervelende zaak te vinden maar waarschuwde deze er ook voor dat niet iedere mannelijke passant gezien diende te worden als een gluurder. Grappend eindigend merkte hij op dat met vijf vrouwelijke bewoners je er sterk voor staat want dat maakte wel even tien naaldhakken.

Op 27 juni 1968 werd bekend gemaakt dat tegen het einde van 1970 een nieuwbouwproject in Paddepoel zou worden afgerond. Het ging om het bejaardencomplex dat de woningstichting Concordia aan de Zonnelaan en de Plutolaan in De Paddepoel wilde laten bouwen. Het wachten was op dat moment nog op de bouwvergunning. Zodra die er was — en men hoopte hem deze nog in 1968 te krijgen — konden de aannemers, de gebroeders Dinkla uit Ten Post, aan de slag.

Het complex ging bestaan uit een verzorgingsgebouw van drie bouwlagen (op de tekening links) en vier flats van elk zes bouwlagen, waarin in totaal 162 bejaardenwoningen geprojecteerd werden. Van deze flats zijn er twee op de tekening te zien. Ze onttrokken de andere twee aan het oog, die acht meter meer naar achteren gebouwd werden.

Van één daarvan is nog een stukje zijgevel zichtbaar: links van het eerste flatgebouw. De twee zichtbare flatgebouwen kregen gedeeltelijk verzonken onderbouwen. De onderbouw van de eerste flat werd in eerste instantie verhuurd aan de GGD, die er een medische post liet inrichten.

Het eerste flatgebouw werd via een open gang verbonden met het verzorgingsgebouw. In dit gebouw werden 50 eenpersoonskamers geprojecteerd. Op de begane grond kwamen een keuken en een recreatiezaal. De bewoners van de 162 woningen werden niet van het verzorgingsgebouw afhankelijk, maar konden er in geval van nood wel op terugvallen. Vanuit Concordia werd tevens gemeld dat de lage vleugel rechts van het verzorgingsgebouw bestemd was voor de eigen kantoren van woningbouwvereniging, die tot het gereed worden van de nieuwbouw aan de Johan de Wittstraat gevestigd was. Met het nieuwbouwcomplex in Paddepoel was een investering gemoeid van rond fl. 8 miljoen, waarvan ruim fl. 5 miljoen voor de eigenlijke bouw nodig was. Het ontwerp bleek afkomstig van het architectenbureau Coen Bekink.

De Nierman Stichting - foto: Hans Knot

Het was wethouder P.G.van Delden die op de 12de maart de eerste paal in de grond heeft geheid van het bejaardencentrum van de Stichting Groninger Woningbouw Concordia, zoals het complex officieel sindsdien heet.

De totale kosten van het complex, zo werd tijdens de receptie bekend gemaakt, zou rond de 9 miljoen gulden gaan liggen. De huur van de bejaardenwoningen kwam rond de 180 gulden per maand te liggen. Een kamer in het pensiongedeelte voor alleenstaanden kwam in 1969 op 550,-- te liggen terwijl echtparen f 1000,-- dienden te betalen.

In de prijs van de bejaardenwoningen was destijds de levering van warm water, centrale verwarming en een beperkte vorm van verzorgingsmogelijkheid bij noodgevallen inbegrepen. De woningen zouden goed uitgerust worden en voorzien van douches terwijl er ook de mogelijkheid tot aansluiting van een telefoon onder eigen nummer mogelijk werd, evenals een televisieaansluiting op een centraal antenne systeem. Let wel voor 1969 niet zo maar zekerheden. Zelf woonde ik begin jaren zeventig in de Abeelstraat en daar was slechts een lavet aanwezig om je te kunnen wassen.

In de slaapkamer en douche van de bejaardenwoning was een alarmmogelijkheid gepland die verbonden werd met het pensionhuis. In dit pensionhuis werden 38 kamers gepland voorzien van een kleine koffiekeuken, hal en toilet. Verder werden er voor zes echtparen een zitkamer geprojecteerd naast een slaapkamer.

De bejaardenverzorging, zo werd meegedeeld, kwam in handen van de Stichting tot Exploitatie van Rooms Katholieke Verzorgingstehuizen St. Ludgerdus. Wethouder van Delden deelde nog mede dat er in Groningen opmerkelijke cijfers waren te bespeuren in groei als het ging om het aantal bedden voor bejaarden. In de daaraan voorafgaande tien jaren waren er 500 bedden erbij gekomen op diverse locaties. Wanneer het Niermancomplex zou zijn voltooid kwam het aantal binnen de gemeente Groningen op 1800.

foto: Hans Knot

De officiële opening van het complex vond op 24 september 1971 plaats. Het complex is de geschiedenis ingegaan als de Nierman Stichting, vernoemd naar een voormalige bisschop van Groningen.

Heden ten dage is het gebouw eigendom van de Huismeesters, die de woningen via de Stichting Studenten Huisvesting verhuurt. Tevens is de recreatiezaal, de Plutozaal, in gebruik om activiteiten voor bewoners van dat deel van de Paddepoel te kunnen organiseren.