tekst: Hans Knot
Juni 1951, de radio was het medium dat een zeer centrale plek ging innemen binnen de Nederlandse gemeenschap. Voor velen was het nog niet mogelijk een nieuwe radio aan te schaffen maar men luisterde dan af en toe mee met de buren, die wel in staat waren geweest een nieuw toestel te financieren. Het was ook zo dat er een aardig aantal inwoners van ons land was die de regelgeving van de Duitse bezetters, dat de in hun bezit zijnde radio-ontvangstinstallaties dienden te worden ingeleverd, niet na waren gekomen. Een kwart van de radio’s werd, door negering van het bevel dat op 13 mei 1943 werd uitgevaardigd, niet ingeleverd en verstopt op niet zichtbare plekken. Inleveren diende te gebeuren om op die manier te voorkomen dat de Nederlanders zouden gaan luisteren naar zogenaamde verboden stations, zoals Radio Oranje of de BBC.
Uit deze annonce uit het blad ‘Technische Mededelingen, nieuws van en voor de Technische Dienst van de N.R.U’ van 22 juni 1951 blijkt dit zeker het geval te zijn geweest: