tekst: René van den Abeelen foto: Niet alleen in de Vruchtenbuurt, maar ook in Scheveningen kwam een sekswinkeltje voor, 1971 (foto: Bert Verhoeff)
De nostalgische column van dit weekend is uit de pen van gastcolumnist René van den Abeelen, die voor een keer invalt voor Hans Knot en een prachtige herinnering heeft aan de jaren zestig toen hij in Den Haag woonachtig was.
‘Zoals met veel straten het geval is, liep er ook door de Perenstraat in Den Haag een onzichtbare grenslijn. Je had twee gebieden: dat tussen de Appelstraat en het Abrikozenplein en dat tussen het Abrikozenplein en de Mient, waar de straat na een korte bocht op uitkomt.
In het eerste deel zaten slechts drie winkels. De ijzerwarenzaak Winkelman, op de hoek van de Appelstraat, en aan het andere eind van de stoep Witmar, een melkboer. Daartegenover zat de tabak- en tijdschriftenwinkel van de familie Olivier met aan de buitengevel twee sigarettenautomaten. Na het Abrikozenplein trof je een bakker en een schoenmaker aan, en bijna aan het einde van de straat zat weer een zuivelwinkel, schuin tegenover een tweede tabakshandel.
Zo tegen het eind van de jaren zestig van de vorige eeuw werd die zuivelhandel opgeheven en deed de seksuele revolutie haar intrede in onze wijk. Er werd een seksshop geopend. Waar eerst te lezen stond wat de boter en kaas kostten, toonden vanaf dat moment diverse juffrouwen in zwart/wit hoe zij er zonder de omhulsels van de laatste mode uitzagen.
Er werd nog driftig gewerkt met opgeplakte strookjes papier, om de argeloze voorbijganger niet al te zeer te shockeren, maar het verschil met de afbeeldingen van pakjes Rama roomboter was kolossaal. Er werd druk over gesproken door de diverse buurtbewoners en hoe onschuldig de etalering in feite ook was, velen hadden er grote moeite mee.
Omdat de winkel als enige midden tussen woonhuizen was gevestigd, denk ik dat de klantenkring veelal uit mensen die in andere straten woonden moet hebben bestaan. In die tijd ging je zo'n zaak eenmaal nog niet zo gemakkelijk binnen en spiedende blikken van een naaste buur waren ongewenst.
Wat mij destijds opviel, als ik de winkel wel eens passeerde, was dat de enkele klant die naar buiten kwam vrijwel altijd op een fiets of brommer wegging. Het was blijkbaar zaak de plaats van het misdrijf zo vlug mogelijk te verlaten. Zelf durfde ik nauwelijks langzamer te gaan lopen bij het passeren van de etalage en stilhouden was er al helemaal niet bij. Dat kon pas later, toen op de Haagweg een soortgelijke winkel te bezichtigen was. Daar, omgeven door onbekende buurtbewoners, waagde ik het de tentoongestelde tijdschriften (met steeds minder censuurplakkertjes) te bestuderen. Ik kocht er zelfs mijn eerste Chick, trillend van de spanning en, inderdaad, vluchtend op mijn fiets.
Thuisgekomen was het zaak het boekwerkje onzichtbaar te huisvesten en daar slaagde ik in door een onvolkomenheidje in de bouw van mijn kamer. Daar bevond zich, achter de deur naar de gang, een vaste kast. Ooit had ik ontdekt dat er boven het hout van de deuromlijsting, aan de binnenzijde van de kast een gapende ruimte zat vóór het metselwerk naar het plafond startte. Die schuilplaats is vele jaren gebruikt voor soortgelijke aankopen en tot op de dag van vandaag weet ik niet of mijn ouders van het bestaan hebben afgeweten.
De seksshop in de Perenstraat heeft enkele jaren standgehouden. Maar, weinig dingen raken zo snel gedateerd als een uiting van vernieuwing. De schappen met tijdschriften in de tabakszaken vertoonden al spoedig professioneler bloot; wel wat onschuldiger, maar met aanmerkelijk meer klasse. En het blootwinkeltje zag er al na korte tijd wat armoedig en kneuterig uit met zijn gordijnen achter de etalage en het melkglas in de deur. En toen de grote broers in de binnenstad in staat bleken in de gespecialiseerde behoefte te voorzien, ging vrijwel onopgemerkt de deur voor het laatst op slot.