Het hippie huwelijk van Jantje IJkje Lange

tekst: Hans Knot

6 maart 1967, een doordeweekse dag zoals zo velen in de stad Groningen. Gelijk aan die andere doordeweekse dagen vond(en) er die dag een of meerdere huwelijksvoltrekkingen plaats onder leiding van een daartoe bevoegde ambtenaar. Maar toch was het anders want de dag ging de geschiedenis in als dag van een provohuwelijk. De gelukkige bruid was Jantje IJkje Lange die in het bruin gekleed een bosje fresia’s met daarin een roos zenuwachtig de paden naar het Stadshuis betrad om in de echt te worden verbonden met Dick van Zanten.

De bruid had een wit geschminkt gezicht, dito witte kousen en groene ogen. In de lokale krant werd destijds gemeld dat de bruidegom ondertussen bezig was kilo’s wortels te verspreiden onder de aanwezigen, voornamelijk provo’s. Het was rond half drie die middag dat mede provo’s de ingang van de trouwzaal versierd hadden met blauw en wit wc-papier. Vlak voordat de bruid het gebouw binnentrad, werd er een zogenaamde happeningloper van zilverpapier uitgerold.

Ludiek werd het helemaal toen bleek dat in de gang naar de trouwzaal allerlei advertenties waren aangebracht waarin de bruid was aangeprijst: ‘de allerfijnste kwaliteit’ sprong ver boven alles uit. Maar niet zoals gebruikelijk begeleidde de toekomstige bruidegom de toekomstige bruid het stadshuis naar binnen. Hij at namelijk een deel van het bruidsboeket op en snelde over het zebrapad richting het pand van Vroom en Dreesmann om aldaar nog wat feestelijke toeters aan te schaffen.

Na terugkomst stond er een doos klaar met tomaten klasse B en provocerend kwam, getooid in oranje schort, provo Henry Hes aan en sprong over het gemeentelijke hek bij de trouwzaal om vervolgens de tomaten aan deze en gene aan te bieden. Je ziet - een zeer afwijkende trouwerij die midden in de Groninger provotijden plaatsvond. Maar men was er nog niet want met volle snelheid en piepende banden reed vervolgens de in de stad Groningen bekende Thom Jaspers voor om binnen in de trouwzaal op het laatste nippertje aanwezig te zijn als getuige binnen de ceremonie.

Het bruidje Jantje was ongezien weer vertrokken en niemand wist wat er aan de hand was. Had ze geen zin meer in een burgertrutterig huwelijk? Maar even plotseling als ze was verdwenen kwam ze ook weer terug met in haar hand een zak met een pond aan plastic fluitjes. De verslaggeving in de lokale kranten meldden ondermeer de aanwezigheid van de volgende – in die tijd belangrijke – personen als Harry Muskee (beter destijds bekend als Cuby), hoofdcommissaris van politie Muller, Melle Siepel ‘de Groningse mafkicker’, Jan Reinhard Hubel en Adje Appel.

Zeer rumoerig werd de ceremonie vaak onderbroken, niet alleen door op commando fluitende aanwezigen maar ook door provocerende opmerkingen die gericht waren tegen de totaal onzinnige burgerlijkheid van een trouwceremonie.

Gemeenteambtenaar bij deze ceremonie was dhr. Bartelds en hij stelde de gebruikelijke vragen waarbij ondermeer aan de bruid en bruidegom afzonderlijk werd gevraagd of hij/ zij met de ander als man/vrouw in het huwelijk wenste te worden verbonden, waarbij de uitpuilende zaal, voornamelijk familie en mede provoleden, massaal op beide vragen het antwoord ‘JAAAAAAAAAAAAA’ gaven.

Of het huwelijk geworden is wat het bruidspaar ervan had verwacht, was mij niet bekend. Recentelijk deed ik wat onderzoek voor dit verhaal en het vervolg en belandde ik op de blog Groninganus van Harry Perton die het volgende schreef over de vrouw in het bovenstaande verhaal: ‘Jantje IJkje oftewel Jeanet Lange raakte eerst aan de drugs en later aan de drank en werd daarom uit de ouderlijke macht ontzet van de drie kinderen die ze kreeg. Het was de kleine magere vrouw met warrig haar en waterige oogjes, die altijd op een klein fietsje door de stad reed, beugelflesje Grolsch bij de hand. Vaak zat ze bij de A-kerk op een bankje te roken en te drinken. Gekke Jeannetje, zo stond ze bekend, zo kende iedereen haar. In februari 2008 reed ze met dat fietsje de plomp in en verzoop.’ En daarmee is ze voor mij een herkenbare vrouw geworden die ik bijna dagelijks tegen kwam in de omgeving van de Oude Ebbingestraat en meer.