Groningen, eind jaren ‘60

tekst: Hans Knot

Teruglopend van een wandeling in de binnenstad Groningen naar de wijk Selwerd kwam ik langs bij de Abeelstraat. In 1974 had ik er voor het eerst domicilie in een huis. In gedachten verzonken, besefte ik dat in de daaraan vooraf gaande periode de berichtgeving vanuit de gemeente Groningen, vergelijkbaar met andere grote gemeenten, totaal anders was richting de inwoners dan in het heden. In Groningen heb je het weekblad Groninger Gezinsbode, dat huis aan huis wordt bezorgd. Dit als je niet het bekende ‘nee stickertje’ gebruikt. Wekelijks kun je daar de mededelingen van de gemeente lezen. Maar ook door intens gebruik van internet met wekelijkse informatiebrieven die stadsdelen gericht is, weet de gemeente Groningen de burgers te bereiken.

De winkel van C. Jamin aan de Korreweg in de jaren '60

Wat ik me nog wel van meer dan een halve eeuw geleden kan herinneren was dat met een bepaalde regelmaat de straatboeken verschenen met daarin alle gegevens van de bewoners. Bijvoorbeeld dat op de Korreweg 105 J. Knot woonde die het beroep van kapper uitoefende. Privacy, daar was dus totaal geen sprake van. Maar wat ook gebeurde was een soort van verslaggeving door de gemeente in een redactioneel artikel in het Nieuwsblad van het Noorden.

Zo werd in 1969 bekend gemaakt dat op 1 januari van dat jaar de gemeente een bebouwde oppervlakte had van 1715 hectare, er 379 hectare aan industrieterrein was, 215 hectare aan parken en plantsoenen, 167 hectare overig recreatieterrein, 62 hectare bos, 10 hectare woeste grond, 224 hectare water breder dan zes meter, 158 hectare aan wegen buiten de bebouwde kom en tenslotte 47 hectare aan spoorwegen.

We zijn ruim een halve eeuw verder en ik neem aan dat met de enorme uitbreiding aan wijken uit de cijfers enorm veranderd zijn. In 1969 bestond de stad uit 22 wijken onderverdeeld in 1051 straten waarlangs 48.385 woningen stonden. Groningen was nog lang niet toe aan de 200.000 inwoners, want op 1 januari van dat jaar stond de stand op 167.665 mensen. De vrouwen hadden de meerderheid met een aantal van 85.685. Vruchtbaar was men ook, want in het voorafgaande jaar 1968 waren er 3986 kinderen geboren terwijl er 2343 mensen overleden.

Het was het Bureau Voorlichting van de gemeente Groningen dat deze cijfers en nog veel meer aanleverde voor publicatie als een soort van verantwoording aan de inwoners van de gemeente Groningen. De opsomming bracht ons Groningers in dat jaar nog meer informatie die al dan niet van persoonlijk belang kon zijn. In de stad waren destijds 380 transformatorhuisjes en 27 verkeerslichtinstallaties, 3205 brandkranen, 12.158 lantaarnpalen, 430 kilometer aan gasleiding, 47 stadsbussen, 246 bushalten, 56 abri's en 975 parkbanken.

De stad Groningen telde ongeveer 28.000 auto's en het dagelijks in- en uitgaande verkeer omvatte 50.000 voertuigen. En er waren slechts 4600 door de gemeente aangewezen parkeerplaatsen. Maar er was meer te melden op diverse gebieden, zoals dat van de sport-recreatie: 44.775 sportbeoefenaars waren er geregistreerd, 53 voetbalvelden werden er onderhouden, 35 tennisbanen voor de steeds populairder wordende sport, 10 half-verharde oefenvelden, 6 kegelbanen, 3 sporthallen, 2 cricket pitches, 3 openluchtbaden en 2 overdekte baden.

Grand Theatre, bioscoop door: ZanderZ - Eigen werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=18568953

 

Als het om de uitgaansmogelijkheden in Groningen ging had men de keuze uit 6 bioscopen, 165 cafés, 15 hotels, 50 restaurants, 25 dansgelegenheden, 10 discobars, 4 koffiebars en 45 cafetaria's en ijssalons. Er waren destijds 351 horecabedrijven, waaronder 9 sociëteiten. Duidelijke sluitingstijden werden er per bedrijf van gemeentezijde bepaald terwijl de huidige gemeentelijke politiek een niet sluitingsbeleid voor de horeca voorstaat.

Natuurlijk was er ook tijd voor andere vormen van ontspanning en liefhebbers van de klassieke muziek konden bijvoorbeeld terecht bij de concerten van het Noordelijk Filharmonisch Orkest, dat in 1968 35 keer optrad met een totaal van 23.655 bezoekers. Maar ook de Stadschouwburg werd veelvuldig benut met 234 voorstellingen in 1968 waarbij 124.346 betalende bezoekers werden geteld. En wat te denken van de 140.000 boeken die de Openbare Bibliotheek dat jaar in voorraad had wat leidde tot 808.000 uitleningen?

Stadsschouwburg door C messier - Eigen werk, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=51120763

Sommige delen van de stad maakten al voorzichtig gebruik van de plastic zak als het ging om het huisvuil, terwijl in grote delen van de stad het nog ging om de ouderwetse ‘asbak’ die wekelijks werd geleegd. Over verdeling van plastic, groenafval en ander afval werd totaal nog niet nagedacht. Wel werd bekend dat in de stad Groningen destijds al gemiddeld per dag 200 ton aan huisvuil werd geproduceerd.

Er was in 1968 nog een gemeentelijk elektriciteitsbedrijf, gevestigd aan de Bloemstraat. In 1968 werd er in totaal meer dan 202 miljoen aan KWh uren aan elektriciteit verbruikt. En aardgas werd ook al een aantal jaren gebruikt en voor de gemeente Groningen ging dat in 1968 om een bijna 100 miljoen kubieke meter aan gas, maar ook werd er goed getapt als het ging om water, want er werd ruim een half miljoen kub in de gemeente Groningen in 1968 verbruikt.

In mijn aantekeningen over het jaar 1968, meer dan een halve eeuw bewaard gebleven, is terug te vinden dat er 24 miljoen telefoongesprekken werden gevoerd en dat er in de gemeente maar 30.500 telefoonaansluitingen waren. De PTT, toen verantwoordelijk voor Post, Telefonie en Telegrafie, verwerkte in de stad Groningen 40 miljoen stuks post. Een aantal brievenpost dat heden ten dage bijna astronomisch hoog lijkt.