tekst: Hans Knot foto: Fauteuil van Wim T. Schippers, Vondelpark 1965, door: Jac. de Nijs
We blijven hangen in het jaar waar we vorige week ook al aandacht aan hebben besteed, namelijk 1965. In tijden van Corona kwam en komt de naam van het Vondelpark in Amsterdam vaak voorbij. Te grote mensenmassa, verboden alcoholgebruik en afsluiten door de autoriteiten waren veel gelezen en gehoorde termen. Het Vondelpark is natuurlijk ook zeer aantrekkelijk om – al dan niet in een groepje – te verpozen als de temperaturen daartoe de gelegenheid geven.
In 1965 diende er feest te worden gevierd. Twee belangrijke trekpleisters waren en zijn nog steeds het Amsterdamse Bos voor recreanten en het Vondelpark een soort van ontspanningsplaats voor omwonenden en inwoners van de binnenstad van Amsterdam. Omdat het Vondelpark in 1965 100 jaar bestond werd er door het gemeentebestuur een speciale feestcommissie benoemd en kwam er f 100.000,--, een enorm hoog bedrag voor die tijd, beschikbaar.
In het voorjaar was het al heel duidelijk dat er iets te vieren was daar honderdduizenden bloembollen in vele verschillende schakeringen voor een kleurrijk bloemenfestijn zorgden. Er werd tevens geïnvesteerd in de aanleg van een aantal nieuwe fonteinen, terwijl er in de periode van april tot oktober er een internationale openluchttentoonstelling werd gehouden. Daarbij waren werken te zien van de toenmalige grootste en nog levende beeldhouwers.
Gelijk aan de toen voorafgaande vele jaren was er in de zomer ook ruimte voor de jaarlijkse Vondelparkfeesten waarbij ruimte was voor onder meer zang, variété, toneel, operette en ballet. En er was voor gezorgd dat een eeuw na de opening het Vondelpark nog steeds het fraaiste Stadspark van ons land was; tenminste zo dacht men er in Amsterdam over. In andere steden werd daar misschien anders over gesproken.
In het Vondelpark waren en zijn altijd tientallen verschillende vogelsoorten te zien, die ook hun broedplaatsen daar hebben. Bovendien was het aantal soorten paddenstoelen, dat in het park groeide in het feestjaar, rond de vijftig. Het Vondelpark was in 1865 een idee geweest van de toenmalige president van de Nederlandse Bank, de heer C.P. van Eeghen. Naar hem is in de nabijheid van het Vondelpark later een statige straat vernoemd.
In de jaren na de ontplooiing van de plannen werd het park aan de rand van de stad Amsterdam geprojecteerd en groeide stukje bij beetje tot dat het totale terrein rond de 50 hectare groot was; een grootte die in 1965 was bereikt. Zoals alle grote parken heeft het Vondelpark een speciale landschapsstijl. Deze was deels gebaseerd op de Engelse stijl maar kreeg, omdat het grotendeels in een polderlandschap werd gesitueerd, ook duidelijk Nederlandse invloeden. En ook toen al trok het park in de zomermaanden niet alleen omwonenden en stadsgenoten maar ook tienduizenden buitenlanders die naast museumbezoek een tocht door het Vondelpark niet wensten te missen.
In december 1964 waren er vele inwoners in het westen van Nederland ontstemd door de actie van de Rijkspolitie ter Water en andere autoriteiten op het REM-eiland voor de kust in internationale wateren ter hoogte van Noordwijk. Met die actie, die zelfs door menigeen werd gezien als een geautoriseerde overval, verdwenen niet alleen de uitzendingen van Radio Noordzee uit de ether maar waren de televisieprogramma’s van TV Noordzee ook niet meer te ontvangen.
En vooral het uit de ether halen van TV Noordzee viel bij de kijkers slecht, immers was het een totaal ander aanbod dan via de publieke omroep werd gebracht. Het waren wel niet veel uitzenduren per dag, men was een paar uur voor de opening van de publieke omroep te zien en als laatstgenoemde in de loop der avond weer van het beeldscherm was verdwenen, kwam TV Noordzee nog met een paar programma’s.
Het was voornamelijk pure amusement dat TV Noordzee bracht met aangekochte televisieseries, die in de VS al tijden zeer populair waren. Gelukkig kwam begin januari 1965 het goede nieuws dat de AVRO-leiding had besloten enkele van die series, die bij het staken van de uitzendingen van de TV Noordzee nog niet waren beëindigd, op te nemen in de programmering als de AVRO zendtijd had. Het betrof daarbij onder meer ‘Mr. Magoo’ en ‘Robin Hood’, die als eerste twee op een zaterdagavond te zien waren bij de AVRO. Ook werden afleveringen van de ‘Dick van Dyke Show’ en de ‘Danny Kaye Show’ opgenomen in de AVRO programmering en uitgezonden via Nederland 1.
In januari 1965 werd er ook het een en ander bekend via een aankondiging van de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat, Van Aartsen. Hij stelde op korte termijn een algemene maatregel van bestuur af te kondigen, die de weggebruikers de verplichting zou gaan opleggen een document bij zich te dragen, waaruit kon blijken dat men zich verzekerd had tegen wettelijke aansprakelijkheid. Deze verzekering, ook vaak WA genoemd, was officieel met ingang van 1 januari 1965 verplicht.
Zolang voornoemde maatregel van bestuur niet was afgekondigd was de controle op de verplichte WA verzekering moeilijk uit te voeren. Men hoefde op dat moment nog geen officieel bewijs in vorm van een verzekeringspolis of een betalingsbewijs bij zich te dragen. Echter was er een adder onder het gras want raakte men betrokken bij een ongeluk en bleek men niet WA verzekerd te zijn, dan wachtte men een boete van f1000,-- , dat een zeer hoog bedrag voor die tijd was. Kon men dit bedrag echter niet ophoesten dan stond daar tegenover dat men liefst 3 maanden diende te brommen in een gevangenis.
Er kwam ook een verplichting om een verzekeringsplaatje achter op de bromfiets te hebben. Aangezien die nog lang niet waren aangemaakt bestond in januari 1965 het vermoeden dat niet voor 1 maart 1966 deze plaatjes door de verzekeringsmaatschappijen ter beschikking konden worden gesteld. Toen het eenmaal zo ver was werd er ieder jaar een nieuw plaatje opgestuurd ter vervanging van het plaatje van het voorafgaande verzekeringsjaar. In januari 1965 waren er inmiddels 1,5 miljoen eigenaren van brommers WA verzekerd.
Er was trouwens ook gedacht aan buitenlandse toeristen, die ons land per bromfiets wensten aan te doen. De ANWB had bij belangrijke grensposten als ook de Grenswisselkantoren de nodige polissen gedeponeerd. Zo werd het mogelijk voor bezoekers, die in eigen land geen verzekeringsplicht hadden, gemakkelijk zich konden verzekeren en derhalve niet terug hoefden te worden gestuurd naar land van afkomst.