tekst: Hans Knot
Het is zo gewoon allemaal, jaarlijks ontvangen wij tijdig een berichtje van Garagehouder De Groot uit Haren met het verzoek op korte termijn een afspraak te maken aangezien de jaarlijkse APK er aan zit te komen. De keuring die in opdracht van de overheid wordt uitgevoerd en waar we, uitgezonderd een jaar, altijd goed doorheen zijn gekomen. Dat betekent dat andermaal voor de periode van een jaar de toegang tot Rijkswegen gewaarborgd is. Zoals gesteld is het een normale actie, die jaarlijks terugkeert.
Maar sinds wanneer is de jaarlijks APK vastgelegd? De eerste berichten daarover kwamen in de media in januari 1974 toen werd bekend gemaakt dat de toenmalige Nederlandse regering van plan was een verplichte jaarlijkse keuring voor motorvoertuigen in te voeren. De keuring, waarvan men verwachtte dat deze in 1975 zou kunnen worden ingevoerd, zou verplicht worden voor alle voertuigen die in het bezit waren van een geldig kenteken. En, zo voegde men er aan toe, zou dit ook betekenen dat auto’s die niet op de weg kwamen maar wel een kenteken hadden, keuring plichtig werden.
Niet veel later kwam in een ander krantenartikel naar voren dat binnen de toekomstige nieuwe wetgeving ook de keuring van aanhangwagens en opleggers zouden komen te vallen. De toen nog in te stellen controle had betrekking op alle onderdelen die belangrijk zijn voor de verkeersveiligheid. Tevens zou worden gelet op de eventuele gevaren voor luchtverontreiniging en radiostoringen. Ook maakte men bekend dat de verplichte keuring voor rekening zou komen van de eigenaar van betreffende voertuig. In eerste instantie werd er gedacht aan een bedrag van rond de 30 gulden voor keuring van een voertuig.
Ook werd aangegeven dat niet direct alle wagens onder de keuringsvoorwaarden zouden komen te vallen, maar dat eerst alle voertuigen ouder dan 10 jaar aan de beurt kwamen. Ieder jaar zou dan er telkens een jaar bijkomen. Dus in het tweede keuringsjaar ook voertuigen die negen jaar oud waren. Immers, zo was de conclusie, zouden er tijdens het eerste jaar de nodige voertuigen worden afgekeurd en afgevoerd, waardoor het daarop volgende jaar meer ruimte voor meer keuringen zou ontstaan.
Tenslotte maakte men gewag van het gegeven dat de keuring van de particuliere auto’s zou worden overgelaten aan een stichting van particuliere garagebedrijven. Voor bedrijfsvoertuigen en aanhangers en opleggers werd de Rijksdienst voor het Wegverkeer als keuringsdienst aangewezen. De APK, Algemene Periodieke Keuring, werd echter pas in september 1985 wettelijk van kracht. Voorheen waren er wel, niet verplichte, autokeuringen mogelijk die onder meer werden georganiseerd vanuit de ANWB.