tekst: Hans Knot foto: Mies en scene [door: Ron Kroon, Anefo]
De VARA, of misschien een technicus van de VARA of de NOS, deed iets wat in de jaren dertig van de vorige eeuw de toenmalige Radio Controle Commissie deed. Destijds werd door de commissie besloten dat de VARA te ver was gegaan en derhalve ‘de mond diende te worden gesmoord’, daar men uitzendingen verzorgde waar de regering van destijds het inhoudelijk totaal niet mee eens was. In mei 1969 gebeurde hetzelfde met een in die tijd zeer populair televisieprogramma van de VARA, met als presentatrice Mies Bouwman. Haar programma ‘Mies en Scène’ werd op de betreffende avond weggedraaid door de dienstdoende technicus, nadat het programma al tien minuten over de geplande uitzendtijd heen was.
Het was de tijd dat we in Nederland nog een zeer beperkt aanbod hadden aan programma’s en zeer populaire show als die van Mies Bouwman, massaal werden bekeken. Na het vroegtijdig afbreken werden er binnen een half uur veertig telefoontjes geregistreerd van mensen die protesteerden tegen het vroegtijdig stopzetten van het programma. Natuurlijk wisten alle programmamakers dat hun te presenteren programma’s aan tijd waren gebonden, maar destijds gebeurde het vaker dat over het tijdslimiet werd heengegaan. Soms waren de programma’s inhoudelijk dusdanig interessant dat het wel eens kon uitlopen.
In de betreffende aflevering van ‘Mies en Scène’ was professor Presser te gast in ‘de stoel’, waarbij zoals gebruikelijk Mies Bouwman tien doordringende vragen stelde aan de stoel gast. Ze was bij vraag nummer acht aangekomen toen plotseling de omroepster van dienst in beeld verscheen en het volgende programma item aankondigde. Trouwens in gebouw Frascati in Amsterdam, vanwaar het programma werd uitgezonden, merkte men niets van het vroegtijdig wegdraaien want Mies werd niet op de hoogte gesteld van dit technisch uitschakelen en kon haar ‘stoel gast’ rustig alle vragen laten beantwoorden.
Presser, auteur van het boek ‘De Ondergang’ had destijds net een aantal progressieve uitspraken gedaan, die stuk voor stuk boeiend waren. Een paar voorbeelden: ‘als minister van Justitie zou hij naar Soestdijk gaan en koningin Juliana voorstellen het COC alsnog te erkennen. Dit onder het motto dat vijf jaar later niemand meer vreemd zou opkijken van homoseksuele relaties. Hij stelde tevens dat, wanneer hij in de functie van Minister van Onderwijs totaal anders tegen de studentenacties zou aankijken als de starre houding van de toenmalige minister Prof. I.A. Diepenhorst. Zo adviseerde hij de studenten maar niet al te veel van de hoogleraren aan te trekken.
Juist na dat moment werd het scherm eerst donker, waarna de omroepster van dienst in beeld kwam en het volgende programma aankondigde. Officieel stond die avond Mies en Scène gepland, inclusief het daarop volgende Journaal om als 11 uur in de avond te eindigen, waarna een uitzending van ‘Teleac’ stond gepland.
Wat waren ze toch enorm succesvol, niet alleen in Nederland maar ook ver daarbuiten, de Smurfen met het Smurfenlied, ontsproten uit de pen van Pierre Kartner. Op 6 januari 1978 kwam het Nieuw Israëlitisch Weekblad (NIW) met het bericht dat het Smurfenlied afgeleid zou zijn van een anti-Joodse strip uit Vlaanderen, met in de hoofdrollen Johan en Pirrewiet. Volgens het artikel was Vader Abraham zijn lied gebaseerd op het verhaal ‘Het onzalige land’, dat in 1969 was getekend en verhaald door tekenaar Peyo. Destijds deden de Smurfen nog mee in de strip van voornoemde Johan en Pirrewiet.
In het onzalige land was de macht aan de boze Monulf, die met de zweep in de hand en in het Hebreeuws allerlei kreten schreeuwde en de Smurfen als slaven behandelde. Een vergelijking werd gemaakt met de farao in Egypte vroeger de Joden aldaar had laten behandelen.
Via de Gemeenschappelijke Persdienst werd een journalist op Pierre Kartner afgestuurd om zijn mening te vragen. Kartner: “De smurfen zijn hele vredelievende figuurtjes. De strip Johan en Pirrewiet is mij volkomen onbekend. Ik begrijp er helemaal niets van. Ik probeer gewoon een lekker liedje te maken en meteen wordt er weer wat achter gezocht. Dit houd je toch niet voor mogelijk.” Gelukkig was daarmee de uiting vanuit de burelen van het NIW afgedaan en konden de surfen ongestoord verder uit de radio en televisie hun zo bekende liedje schallen en Vader Abraham zijn bankrekening verder laten groeien.
In dezelfde week was er nogal onrust in Woudrichem na de uitzending van de tweede aflevering van het VPRO programma Doodsangst. Het werd in de nacht van maandag op dinsdag 3 januari uitgezonden en door de samenstellers werden de luisteraars opgeroepen mee te doen aan een soort van puzzelrit in donkere uren. Enkele dagen later maakte een woordvoerder van de Rijkspolitie bekend dat rond de 3000 mensen per auto richting het dorp in het land van Maas en Waal waren gereden om zich met een veerpont te laten overzetten naar het ‘Slot Loevestein’. Woudrichem raakte volgens de woordvoerder totaal verstopt met rond de 860 auto’s van de deelnemers aan voornoemde puzzelrit. Wel kwam er de dag erna bij de Rijkspolitie in Den Bosch excuses voor deze onverwachte filevorming binnen, per telefoon vanuit Het Gebouw van de VPRO in Hilversum.
In januari 1978 werd ook bekend dat de toenmalige directeur van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie, Dr. L. de Jong, directeur aan het NOS-bestuur toestemming had gevraagd om de door hem en zijn team gemaakt televisieserie ‘De Bezetting’ opnieuw uit te mogen zenden in het televisieseizoen 1979-1980’. In het schriftelijk verzoek meldde hij onder meer dat hem was gebleken, dat de kennis omtrent het oorlogsgebeuren, vooral bij de generatie, die zelf de oorlog en de bezetting niet had meegemaakt, veel te wensen overliet.
Hij stelde dat een grote groep Nederlandse jongeren de eerder vertoonde serie nooit hadden gezien gelet de uitzendtijden. Ze waren toen duidelijk te jong maar De Jong vond dat deze groep een leeftijd had bereikt die het zou toelaten ze te confronteren met de inhoud van de serie. Hij had er meteen aan toegevoegd dat de serie, die in 21 afleveringen was verdeeld, zo diende te worden gepland dat de laatste uitzending kon plaats vinden op 5 mei 1980. Deze laatste aflevering had als titel ‘De Bevrijding’.
Toen was het bijna 40 jaar geleden, dat ons land door de Duitsers werd overvallen. De serie, in zwart wit, werd uitgezonden in de periode 1960 tot 1965. Nadat alle 21 delen waren vertoond, heeft het productie team rond dr. De Jong de afleveringen teruggebracht tot een geheel van een uur per aflevering. In die vorm werd de serie in herhaling op de televisie gebracht in 1966-1967 en in 1967-1968.
De naam van dr. Loe de Jong stond synoniem voor de Tweede Wereldoorlog, en met name de tv-serie De Bezetting. Veel meer nog dan zijn imposante boekenreeks met de lange naam - Geschiedenis van het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog - verwierf De Jong nationale bekendheid met zijn imposante televisiereeks.
Een groot deel van de afleveringen is nog steeds online te bekijken via ‘Andere Tijden’. Dat wil zeggen: de reeks zoals hij tussen 1966 en 1968 is herhaald. Daarbij zijn fragmenten uit de originele uitzendingen geknipt.
https://www.anderetijden.nl/artikel/3589/De-Bezetting-van-Loe-de-Jong