Om ook even te weten

tekst: Hans Knot

Op 12 februari 1979 kwam vanuit Australië het bericht dat twee inwoners van Letland zich liefst 28 jaar verborgen hadden in een aantal grotten, niet ver verwijderd van Sydney. Ze hadden zich verborgen gehouden omdat ze bang waren voor de Russische Staatspolitie KGB. Hoewel in bezit van de geldige immigratievisa voor Australië, hadden de toen 83-jarige Stefan Pietroszys en zijn 70-jarige vrouw Genovefa in ruim een kwart eeuw bijna geen contact meer gehad met de buitenwereld. Alleen bij het Leger des Heils in Sydney kende men hun geheim. Het solitaire bestaan van het echtpaar eindigde begin februari 1979 met de dood van de vrouw. Een vertegenwoordiger van het Heilsleger wist de man daarna te bewegen naar een bejaardenhuis te verhuizen.

In Amsterdam bleken begin 1979 zogenoemde ‘witte’ videocassettes met opnamen van de Bette Midlershow, die de VARA in 1978 niet mocht uitzenden, in omloop te zijn. Op de banden stond twee uur van de in totaal 2,5 uur durende show. Bij de VARA, waar die opnamen waren gemaakt, mocht de show niet uitzenden omdat de Amerikaanse zangeres en haar manager Aaron Russo het opgenomen materiaal hadden afgekeurd.

Op de zwarte markt ging een kopie van de hand voor nog geen f 200,--. Tevens was er de mogelijkheid een exemplaar te huren. De ontdekte exemplaren waren niet in al te beste kwaliteit en een exemplaar werd zelfs vertoond in theater De Brakke Grond in Amsterdam en tevens in de alternatieve filmclub ‘Het Kijkhuis’ in Den Haag. Op de opnamen was tevens de tijdsaanduiding te zien van de NOS. De leiding van de VARA heeft vervolgens een detectivebureau ingeschakeld om uit te zoeken hoe de duplicaten illegaal in de handel waren gekomen. Met het niet doorgaan van de uitzending leed de VARA een verlies van f 40.000,--.

Uiteraard was men bang voor een forse claim vanuit het productiebedrijf achter Bette Midler. Volgens een woordvoerder van de VARA was het in de geschiedenis van de Nederlandse televisie niet eerder voorgekomen dat een niet uitgezonden uitzending alsnog op de markt was gebracht via het illegale circuit. Over de resultaten van het onderzoek is niets bekend gemaakt.

Jan van Herpen [foto: Louis van Paridon]

Het was begin februari 1980 dat ik weer eens een schaar pakte en een aantal berichtjes uit de krant knipte dat voor die tijd mij leuk leek te bewaren. Zo werd het duidelijk dat Jan van Herpen, destijds een van de twee vragenstellers van het toen oudste en tevens nog bestaande radioquizprogramma ‘Hersengymnastiek’, was geërd daar hij liefst veertig jaar in dienst was bij de AVRO.

Van Herpen was op dat moment 60 jaar en trad dus op zijn 19de al in dienst van deze omroep. En het was niet alleen dat hij bekend werd om ‘Hersengymnastiek’ want hij was op tal van vlakken actief en groeide uit tot een zeer bekende persoonlijkheid.

Dat bleek dan ook toen er in februari 1980 een receptie voor hem werd georganiseerd in het restaurant en niet alleen lieden uit de radiowereld hem kwamen feliciteren. Het bleek bijvoorbeeld dat Jan van Herpen een geliefd trimmer was en een goede afvaardiging van de Gooise Atletiek Club, waarvan hij tevens een tijd voorzitter was, kwam tevens op de jubilaris af.

Van Herpen werd in 1920 geboren in Deventer en meldde zich in 1939 aan bij de AVRO om tijdens de Tweede Wereldomroep actief te zijn bij de Nederlandsche Omroep. Naast voornoemde AVRO’s Hersengymnastiek, waar hij tussen 1948 en 1982 actief was, presenteerde hij bijvoorbeeld het programma ‘Logboek’ over geschiedkundige hoorspelen. Prijzen won hij ook, zoals in 1967 de Visser Neerlandia Prijs met het door hem geschreven hoorspel ‘De griffioen vet cantharellen.’

In 1982 ging hij vervroegd op pensioen maar bleef actief, onder meer door ontsluiting van het archief Ritter, in de universiteitsbibliotheek in Utrecht. Maar ook de geschiedenis van de Nederlandse radio bleef hem interesseren, dat ook weer leidde tot vele publicaties. Zo was hij tevens actief voor het omroephistorisch blad Aether. Het was begin 2008 dat Jan van Herpen kwam te overlijden.
zie ook: https://nl.wikipedia.org/wiki/Jan_van_Herpen

Eind februari 1979 werd bekend dat de Amerikaanse militairen een eigen televisiestation wensten te krijgen in Soesterberg, waar in die tijd een luchtmachtbasis was gevestigd. Het was de bedoeling dat met een zender een maximaal bereik van 15 kilometer zou worden bereikt. En tevens was het de bedoeling dat via het Amerikaanse lijnen systeem de programma’s de ether in zouden gaan waardoor de signalen alleen door de Amerikaanse soldaten via speciale televisieontvangers te zien zouden zijn. De berichtgeving kwam naar buiten via een publicatie in ‘Spreekbuis’ een uitgave destijds van de gezamenlijke omroepen voor medewerkers binnen de publieke omroep.

Het bleek dat op 9 augustus 1978 door een medewerker van de Amerikaanse ambassade een verzoek was ingediend bij de PTT, waarin toestemming werd gevraagd televisieprogramma’s te mogen uitzenden ten behoeve van ongeveer 1200 families, afkomstig uit de VS en woonachtig in de omgeving van de vliegbasis Soesterberg.

Een belangrijke voorwaarde werd inderdaad dat de uitzendingen onder geen enkele manier te ontvangen waren op de in Nederland gangbare televisieontvangers, daar het anders in strijd zou zijn met de toenmalige versie van de Nederlandse Omroepwet. Een woordvoerder van de USAFE inzake het verzoek, Daniël Hollingsworth, stelde dat de voornaamste reden van het bouwen van een dergelijk station in de nabijheid van Amerikaanse basis was dat speciale programma’s alleen maar positief konden werken op het moreel van de troepen. De uitzendingen kwamen er en werden uiteindelijk in 1993 stopgezet.