Plannen om de universiteit deels uit binnenstad Groningen weg te halen

Blik op Zerniketerrein met Aletta Jacobshal, de plek waar ooit de UB was gepland [foto: Hans Mulder]

tekst: Hans Knot

Begin 1978 kwam de vraag, en dat was niet voor de eerste keer, of de Rijksuniversiteit Groningen grotendeels in de diverse panden in de binnenstad zou blijven of dat men zou gaan uitwijken naar een groot terrein aan de rand van de wijk De Paddepoel. In principe hadden al eerder zowel het gemeentebestuur als ook het College van Bestuur van de universiteit gepleit voor handhaving van een belangrijk deel van de toenmalige faculteiten in de binnenstad.

Maar er speelde veel meer. Zo was het College van Bestuur ook in onderhandeling met het rijk en de gemeente om in de verre toekomst de universiteitsbibliotheek een plek te geven aan het Broerplein, tegenover het Academiegebouw. Nog immer stond daar de Martinuskerk, de toenmalige kathedraal van Groningen. Het merendeel van de universitaire gemeenschap zag liever een nieuwe bibliotheek komen op het universitaire terrein in De Paddepoel, het latere Zernikecomplex. Vele Katholieke Groningers hadden zo ook tegengas gegeven en zich uitgesproken voor het behoud van de Martinuskerk en tevens kwam in eerste instantie ook tegenstand vanuit het Departement van Onderwijs en Wetenschappen in Den Haag.

Naast een eventuele vestiging van de bibliotheek aan het Broerplein of in De Paddepoel was er eerder nog een derde optie geopperd - in het Hortusgebied, waar destijds onder meer de Letterenfaculteit en een klein deel van de subfaculteit PAW (Pedagogische en Andragogische Wetenschappen) waren gevestigd.

Het Hortuscomplex werd begin 1978 door voornoemd Departement en het College van Bestuur niet meer als een reële optie gezien, mede gezien het gegeven dat de Universiteitsraad in oktober 1977 had besloten te kiezen voor de optie Broerplein. Dat de Hortus als alternatief was afgevallen werd door velen binnen de universitaire gemeenschap gezien als een bewijs van falen door het universiteitsbestuur. Tijdens de onderhandeling die gevoerd waren met het gemeentebestuur van Groningen, zo was men van mening, had het College van Bestuur van de universiteit niet duidelijk genoeg gemaakt dat het niet openhouden van een mogelijke bouw in het Hortusgebied tot grote problemen kon gaan leiden inzake het binnenstadbeleid van de universiteit.

Het leek er op dat De Paddepoel daarna toch in beeld zou gaan komen, maar de universiteit had inmiddels toestemming gekregen vanuit het Ministerie voor Onderwijs en Wetenschappen de universiteitsbibliotheek te bouwen op het Broerplein. Dit wel onder voorwaarde dat de totale kosten niet hoger mochten zijn dan het bouwen van een bibliotheek in De Paddepoel. Uiteraard was en is bouwen in de binnenstad aanzienlijk duurder dan in De Paddepoel.

Berekeningen destijds in 1978 gemaakt, gaven aan dat het in de binnenstad ongeveer f 60 miljoen gulden ging kosten, wat rond de 8% duurder zou zijn dan wanneer er in De Paddepoel een nieuwbouw zou verrijzen. In beide gevallen zou het om een sober maar functioneel onderkomen gaan. Kwam het totale kostenplaatje toch boven de begroting uit dan was het volgens de directeur bouwzaken van de universiteit, ir. G.H. Otten, zo dat de gemeente Groningen en het Ministerie van Volkshuisvesting de rest dienden bij te dragen. Hij stelde, evenals de voorzitter van het College van Bestuur, de heer B. ter Borch, dat zowel de gemeente als het Department Volkshuisvesting grote voorstander waren voor stadsvernieuwing.

Wel werd een eventuele bouw in De Paddepoel als enige andere optie aangehouden. Mocht dit het geval zijn dan diende ook de bibliotheek van Letteren daarheen verplaatst te worden. Op dat moment was die nog gevestigd in de Grote Kruisstraat. Zowel de bibliothecaris, de bibliotheekraad als ook het personeel van Letteren waren daarvoor.
In Den Haag wilde men de Letterenfaculteit liever in de geplande nieuwbouw in het Harmoniecomplex hebben, hetgeen uiteindelijk ook gebeurde. Wanneer toch de plannen betreffende De Paddepoel voorkeur zouden krijgen dan vond men op de departement dat alle bouwplannen van de universiteit opnieuw herzien dienden te worden. Uiteindelijk ging nog een flink aantal jaren voorbij alvorens een nieuwe Universiteitsbibliotheek werd geopend.

Het was in 1987 dat het nieuwe gebouw verrees en werd geopend aan het Broerplein. Daarvoor werd, ondanks dat de Martinuskerk op de Monumentenlijst stond, de voormalige kathedraal gesloopt. De Letterenfaculteit vertrok rond die tijd uit het Hortusgebied en kreeg enorm veel ruimte in het Harmoniecomplex. In het Hortusgebied werd de faculteit PPSW (Pedagogische, Psychologische en Sociale Wetenschappen) eind jaren tachtig van de vorige eeuw gevestigd, later vernoemd tot Gedrags- en Maatschappij Wetenschappen.
En in De Paddepoel? Daar viste men destijds naast nieuwbouw en de vestiging van de Universiteitsbibliotheek. Maar, wat nu het Zernike Complex heet, kan zonder meer de groeidiamant van de RUG worden genoemd, met ongelofelijk veel nieuwbouw in de afgelopen decennia met enorme variatie aan architectuur. En er wordt nog steeds volop gebouwd en er zijn- plannen voor nog meer expansie. Een wandeling of fietstocht door het grote Zernikecomplex valt voor iedereen zeer aan te raden.

Universiteitsbiblioteek [foto: Jana Knot]