Grote namen van weleer

Guus Thole (archief Wereldomroep)

tekst: Hans Knot

Ruim 42 jaar terug in de tijd even een vraagje. Wie vond je in de eind jaren zeventig van de vorige eeuw je favoriete presentator op de Nederlandse radio? Volgens een persbericht van Radio Nederland Wereldomroep in januari 1980 gingen tienduizenden vaste luisteraars van dit station vanaf 1 februari dat jaar twee zeer vertrouwde stemmen missen. De verslaggever Guus Thole en de samensteller/presentator van het destijds populaire Nederlands Nieuwsjournaal, Piet van Soest gingen de Wereldomroep, beiden om medische redenen verlaten.

Van Soest werkte 33 jaar bij RNW terwijl Thole een jaar minder er werkzaam was. Piet van Soest had, in de maand voor zijn afscheid, nog wat rekenwerk verricht en schatte dat hij in de daaraan voorafgaande zeventien jaren, dat hij het Nieuwsjournaal presenteerde, tussen de 40.000 en 50.000 berichten had voorgelezen. In het begin had dit programma een lengte van 12 minuten per bulletin terwijl dit later stapsgewijs werd gekortwiekt tot 3 minuten per uitzending.

In die 3 minuten werden vooral items benoemd die te licht waren bevonden voor de meer zware bulletins met binnen- en buitenlands nieuws. Hij vertelde destijds dat, voordat hij in 1947 bij de Wereldomroep aan de slag ging, hij journalist was bij de Wageningse Courant met een week salaris van f 1,50 terwijl hij een eigen fiets, om zich te kunnen verplaatsen, diende mee te nemen. Thole, die vooral bekend werd door zijn sonore stemgeluid, kwam in dienst bij de omroep op aanbevelen van een vriend. Het was juist het sonore stemgeluid dat was opgevallen tijdens het zingen van zelf geschreven liedjes die er toe leidde dat hem werd geadviseerd naar Hilversum te schrijven en zijn baan als bankemployé op te geven. En het schrijven van een brief was niet tevergeefs.

Wereldomroep medewerkers Van der Steen en Van Soest (foto: archief Wereldomroep)

Herinneringen kwamen er genoeg naar boven bij Thole toen het op afscheid nemen aan kwam. Bijvoorbeeld over de eerste keer dat hij voor radio mocht optreden. Hij had nogal een fors stemgeluid ingezet waarna de technicus van dienst hem meteen had gemaand niet zo te schreeuwen omdat de luisteraars hem ook zonder dat harde schreeuwen wel zouden horen. Uiteraard was Soest ook al voor 1962, toen het vernoemde Nederlandse Nieuwsjournaal voor hem als presentator begon, al zeer actief voor de Wereldomroep en daarbij kwamen vele facetten binnen het radiomaken aan bod. Zo werd hij assistent redacteur van het programma ‘Nieuws van en voor Overzee’
en wel als assistent van Gé Hesseling.

Hij deed echter nog veel meer ervaring op door samen te werken met collega’s als Rudi Simon Cohen, Jan Bakker Niemeyer en Piet Kummel, als ook met Jan Kinket. Bij het afscheid van Van Soest en Thole werd ook nog eens gememoreerd aan het gegeven dat beiden, hetzij op hun eigen wijze, eenzelfde ernstige gebeurtenis hadden meegemaakt, namelijk de watersnoodramp in 1953.

Het was Van Soest die voor de Wereldomroep, met anderen, het rampgebied betrad om reportages te kunnen maken. Het was Thole die op die trieste ochtend van zondag 1 februari de dienstdoende redacteur Piet Kummel adviseerde de toen uitgezonden kerkdienst via de Wereldomroep te onderbreken voor de toen actuele berichtgeving over de enorme ramp die de Nederlandse bevolking vanaf dat moment bezig hield. En het dringende verzoek werd ingewilligd waardoor de luisteraars in het buitenland via een speciaal nieuwsbulletin over de noodtoestand in ons land op de hoogte werden gebracht.

Maar lang niet iedereen was blij met de onderbreking van de kerkelijke uitzending. Vooral de programmaleiding van de Wereldomroep dacht er totaal anders over. Ze waren zeer ontstemd over het initiatief van Van Soest, dat een kerkdienst op een zondag werd onderbroken. Hijzelf herinnerde zich dat een vriend van hem, destijds woonachtig in Turkije, spontaan een hulpactie begon. Hij benadrukte dat het besef werd bevestigd hoe belangrijk het medium radio was en diende te blijven.

Maar ook de vele reacties uit de geestelijke hoek kwamen bij het afscheid van beide heren ter sprake. Zo waren er al die jaren vele reacties van paters, missionarissen en andere in afgelegen oorden werkende mensen die Thole’s woorden hard maakten. De programma’s van de Wereldomroep waren vaak het enige contact dat men met ‘thuis’ had.

Trouwens er dient ook vermeld te worden dat beide heren activiteiten op radiogebied deden naast het werk bij de Wereldomroep. Van Soest werkte bijna twintig jaar mee aan het VARA-programma Z.O van Joop Sohnë en weer later Herman Stok en Letty Kosterman. Het ZO stond voor Zaterdag Ochtend, een programma met een lengte van 135 minuten, dat via Hilversum 2 in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw was te beluisteren. Ook was hij verantwoordelijk voor de screening van luisteraars die wensten mee te doen aan de quiz in het programma ‘Je neemt er wat van mee’ met Theo Eerdmans en presenteerde hij ongeveer 15 jaar lang de toeristische tips.

Maar ook Guus Thole was, naast zijn werk voor de Wereldomroep,
elders actief. Zo was hij met regelmaat bij de KRO in de televisiestudio actief om filmteksten in te spreken. Wat hij als directe herinnering naar bovenbracht was de scherpheid van de AVRO luisteraars, want als er fouten werden gemaakt hing men direct aan de telefoon, wat natuurlijk in die tijd bij de Wereldomroep met de luisteraars in het buitenland niet het geval was. 42 jaar later terugblikken op twee van de vele pioniers binnen de Nederlandse radiowereld is een genoegen om te hebben gedaan.