tekst: Hans Knot
Voor vele mensen betekenen de maanden juli en augustus dat het tijd is om te genieten van vakantie, rust te nemen, proberen optimaal te genieten, eindelijk het museum te bezoeken dat al jaren op de wenslijst staat, familieleden en vrienden – die ver weg wonen – te ontmoeten en eindelijk iets te doen aan die stapel boeken waar in andere maanden weinig tot geen tijd voor is. Doordat ik zelf alleen televisie kijk voor een dagelijkse Journaal uitzending blijft er het hele jaar door veel tijd over om te publiceren over tal van onderwerpen waarmee ik in de afgelopen 6 decennia mee in aanmerking ben gekomen.
Het betekent ook dat ikzelf met mijn lieve Jana even een tweetal maanden gas terug neem om in september 2023 weer terug te komen met veel nieuwe, maar tevens oude, herinneringen. Allen een mooie zomer gewenst, maar eerst neem ik je nog even mee naar het jaar 1971. Het was het jaar dat ik voor het eerst sinds de kleuterschool even geen onderwijs volgde. In 1970 sloot ik, naast het gegeven dat ik als assistent bedrijfsarchivaris werkzaam was bij het EGD, het voormalige Provinciale Elektriciteitsbedrijf voor Groningen en Drenthe, mijn opleidingen af bij het NIDER aan de Burgermeester van Karnebeeklaan in het statige deel van ’s-Gravenhage en wel vlak bij het Vredespaleis.
Afsluiting van de opleiding betekende na vier jaren en drie richtingen dat ik mij Bibliothecaris A, Bedrijfsarchivaris en Historische Documentalist mocht noemen. En juist in die laatste categorie vond ik enorm veel vreugde waardoor de mogelijkheden van die opleiding mij de kans gaven in mijn vrije tijd mij diep te gaan interesseren in een stuk cultuurhistorie, dat voornamelijk ging over de ontwikkelingen van de radio industrie, met een grote stempel gericht op het effect van de zeezenders.
En waar waren de bronnen om de historie te bewerken? Soms was het moeilijker herinneringen naar boven te halen dan andere keren. Ook is er in mijn archief van het ene jaar meer aan algemene berichtgeving bewaard gebleven dan in een ander jaar, terwijl over een ander jaar veel meer over zijn doelgebied, de media, terug is te vinden. Maar natuurlijk zijn er de hulptroepen die via gesprekken het een en ander los maken, waardoor ook automatisch weer andere onderwerpen naar boven komen, die te behandelen zijn.
Het jaar 1971 begon al direct zeer triest toen over de hele wereld gewag werd gemaakt van een ongeluk die de geschiedenis zou ingaan als de Ibrox Ramp, genoemd naar het voetbalstadion in de Schotse hoofdstad Glasgow, waar op 2 januari 1971 liefst 66 mensen om het leven kwamen. Jaarlijks vond daar onder meer de derby plaats tussen de stadsrivalen Glasgow Rangers en Celtic FC. Eerst genoemde club had in Ibrox Stadium haar onderkomen. De voornoemde wedstrijd liep niet zoals de thuisclub had gewenst. Wel had men lang de tegenstander op de nul kunnen houden. Toen in de blessure tijd van tweede helft aartsrivaal Celtic scoorde, had reeds een groot aantal supporters van Glasgow besloten het stadion te verlaten.
Horende dat er alsnog een goal was gescoord besloot men massaal naar de tribunes terug te keren. Een lange trapleuning begaf het onder de enorme druk waardoor massaal het publiek in paniek raakte, met alle gevolgen van dien. Door de panieksituatie braken vervolgens dranghekken en afscheidingshekken af als waren het luciferstokjes. Naast de 66 doden waren er ook nog eens meer dan 200 gewonden te tellen. De meeste gestorven mensen kwamen om door verstikking en meer dan de helft van de omgekomenen was jonger dan 18 jaar. De wedstrijd tussen beide ploegen uit de Schotse hoofdstad stond altijd in de boeken als het hoogtepunt maar verdween vervolgens in de geschiedenisboeken als het absolute dieptepunt uit de Schotse voetbalgeschiedenis.
Als ik verder aan 1971 denk is er een aantal zaken dat meteen naar boven kwam en wel de verjaardag, op 15 mei, van mijn oudste zus Rika, en een voetbalherinnering. Die 15de mei ging ik ’s avonds niet al te laat van de verjaardag weg om na half 11 te kunnen luisteren naar één van mijn favoriete radioprogramma’s van destijds, ‘Goal’ van de KRO. Onder meer met Felix Meurders en de veel te vroeg overleden Theo Koomen. Die betreffende uitzending zal ik nooit meer vergeten daar het Felix Meurders was die via dit sportprogramma wist te melden dat het radioschip van Radio Noordzee in brand stond, klaarblijkelijk met als oorzaak ‘een bom geworpen in de machinekamer’.
Nooit eerder werden de twee aanwezige taperecorders in mijn slaapkamer aan de Goudlaan 613 in Groningen, waar we sinds een jaar woonachtig waren, geactiveerd en van een schone band voorzien om toch maar alle nieuwsgaring en eventuele live uitzending vanaf de MEBO II, het zendschip van Radio Noordzee, te kunnen vastleggen. De uitkomst van deze brand en de gevolgen daarna zijn alom bekend.
En dan waren er toen ook al de nodige bladen die wekelijks met korte berichtje de nodige gossip onder hun lezers verspreidden. Het blad ‘Veronica 192’ had daarvoor een speciale rubriek ingericht onder de noemer ‘Hé PSSST’ en het was Paul Saint die een aantal van deze nieuwtjes wekelijks deelde. Een willekeurige keuze uit 1971 brengt ons terug in de tijd naar onder meer de Memisa Actie, waarbij geld werd ingezameld voor kinderen in hongerend Afrika. Op samenzwerende toon meldde Saint: ‘Willem Duys, die zo zijn best heeft gedaan tijdens de Memisa-actie voor al die lieve kleine Memisa kindertjes, is van de actie beslist niet armer geworden.
Willem zou, volgens vrienden van hem, voor zijn medewerking maar liefst 10.000 gulden hebben ontvangen. Zou daar nu wel iets van in het fonds voor de kindertjes terecht zijn gekomen?’ Waarschijnlijk verdiende Peter Saint met zijn rubriek een mini procentje van het voornoemde bedrag. Maar hij heette dan ook geen Willem Duys, die tijdens de actie liefst 9 miljoen gulden binnenhaalde voor Memisa.
In die tijd was hij ook al bekend, Marco Bakker. Absolute topzanger in zijn genre en in 1971 werd hij uitgenodigd om in Ierland de hoofdrol te spelen in de opera ‘De Parelvissers’ en men was uitbundig over zijn optreden. Het zou hem veel applaus en ook de uitnodiging om terug te komen naar Ierland, opleveren. Wie kent nog de televisieserie ‘Please Sir’? We zaten gekluisterd aan de buis in de tijd. In 1971 werd bekend gemaakt dat een vierde jaargang zou worden opgenomen waarin de complete crew van de Fenn Street School op de proppen zou komen. We kennen de namen nog wel, onder meer Miss Ewel en mr. Potter. Alleen de leerlingen in het vierde deel waren onbekend voor de kijkers, maar daadwerkelijk nog erger van slechte aard als in de eerdere drie series. Een andere bekende naam uit die tijd was Patrick Macnee. Minder bekend de naam van het toneelstuk, waarmee hij in Londen in 1971 op de planken stond: ‘Faithful in my Fashion’. Patrick Macnee? Juist we hebben het over Mr.Steed van de Avengers. Zo maar wat korte herinneringen. Ik wens iedereen een mooie zomer en tot in september.
Klik hier voor de trailer van Please Sir! 1971