Luisteronderzoek 1970

tekst: Hans Knot

Andermaal zaterdag en dus een nostalgische terugblik en wel naar 1970. Het beluisteren van de radio was in 1970 aanleiding voor een onderzoek in Nederland. Vier radiostations werden betrokken, namelijk de toenmalige Hilversum 1,2,3 en Radio Veronica. De luisterdichtheid van voornoemde stations bleek omgekeerd evenredig te zijn met de opleiding en de leeftijd van de luisteraars. De luisterdichtheid werd destijds hoger naarmate de opleiding lager was en lager, naarmate de leeftijd hoger was. Zie daar een van de conclusies destijds in een rapport uitgegeven door de afdeling Studie en Onderzoek van de NOS.

Ook werd er door de onderzoekers geconstateerd dat 75% van het radiopubliek alleen lager onderwijs had genoten en dat verder 8% van het luisterpubliek van Hilversum 1 en 2 ook nog eens middelbaar onderwijs had genoten. De onderzoekers gaven aan dat het voor de omroepen misschien nuttig kon zijn te onderzoeken of het aanbod in programmering wel evenredig was aan het niveau van de gemiddelde luisteraar.

De voorkeur van het toen jeugdige publiek ging naar Radio Veronica. In de leeftijdsgroep van 15 tot 19 jaar besteedde men de luistertijd voor 57% aan Radio Veronica en voor 27% aan Hilversum 3. De 65-jarigen en ouderen besteedden evenwel 76% van hun luistertijd aan programma’s die werden uitgezonden door Hilversum 1 en 2. Het jonge publiek was sterk ondervertegenwoordigd op Hilversum 1 en 2 en oververtegenwoordigd op de muziekstations, vooral op Radio Veronica.

Het publiek voor Veronica bestond voor 61% uit luisteraars beneden de 35 jaar. Voor Hilversum 3 was dit 52%. De totale radiobeluistering was tussen 8 uur in de ochtend en 2 uur in de middag het grootst. Meestal werden luisterdichtheid gemeten van tussen de 25 en 30%. Na twee uur daalden deze percentages tussen 16 en 20%. Na de klok van 7 uur in de avond nam de luisterdichtheid van de radio – als invloed werd de televisie gezien – verder af naar een maximum van slechts 7%. Een uur later daalde men naar een luisterdichtheid van slechts 3 a 4 %. Een luisterdichtheid van 1% kwam destijds overeen met een aantal van 90.000 luisteraars.

De voor- en tegenstanders van de toenmalige zeezender Veronica lieten zich ook in 1970 weer horen. Meest opmerkelijk was de verklaring van de minister dr. M.Klompé, verantwoordelijk voor het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappij, kortweg CRM genoemd. In de Senaat meldde ze op 25 februari dat er overwogen diende te worden zo snel mogelijk maatregelen te nemen tegen de zeezenders Veronica en Radio Nordsee (een station dat op dat moment nog maar net in de ether was gekomen). Wel voegde ze aan de opmerking toe dat het nog niet een kabinet beslissing was.

In het ‘Algemeen Dagblad’ was de daarop volgende dag een bericht terug te vinden waarin ondermeer stond vermeld: ‘De socialistische senator (Eerste Kamerlid) Broeksz – tevens voorzitter van de VARA – herinnerde de bewindsvrouw er fijntjes aan dat deze kwestie enkele jaren geleden heeft geleid tot de val van het confessioneel kabinet Marijnen. De liberale leden van het kabinet, die door hun tegenstand tegen de plannen Radio Veronica uit de ether te doen verdwijnen destijds de bom legden die het kabinet Marijnen deed ontploffen, zonder dat de Kamer daar aan te pas kwam, hebben waarschijnlijk ook hun bedenkingen.’

Het bleek namelijk dat het toenmalige Kamerlid, Y van der Werff dat aan de ene kant het juist is dat de regering zich aan internationale afspraken zal dienen te houden maar dat ook goed in ogenschouw diende te worden genomen dat Radio Veronica in een behoefte voorzag van zowel de consument als adverteerder en dat Hilversum III er tot toen toe niet in was geslaagd.

Later in het jaar 1970, nadat er al veel publiciteit rond de uitzendingen van Radio Nordsee was geweest en de Britse regering stoorzenders had ingezet op de frequenties van het radiostation, kwamen er andermaal Kamervragen. En toen het nieuwe station de politiek ook nog eens had beïnvloed door de jongeren in Engeland – die voor het eerst als 18-jarigen mochten stemmen – te vragen vooral op de Conservatieve Partij te stemmen, kwamen er andermaal vragen in de Tweede Kamer.

Dit omdat, volgens een rapport aan de regering gezonden – door Radio Nordsee haar uitzendingen noodfrequenties van bevriende naties zouden worden gestoord. Dreigingen tot het sluiten van Radio Veronica, dat 10 jaar eerder met haar uitzendingen was begonnen, werden elk jaar weer uit de kast gehaald. Een bom onder het kabinet zou dus in 1970 niet geplaatst worden, een jaar later was het wel raak met een bomaanslag op een van beide zendschepen.

Een omslag van de NCRV gids waar Geerink Bakker lange tijd hoofdredacteur van was.

Maar ook Hilversum 3, het jongerenstation uit die tijd binnen de publieke omroep, werd als het ware getorpedeerd door de voorzitter van de NCRV. In september 1970 vond, zoals destijds gebruikelijk per omroep, de presentatie plaats van het winterprogramma. Drs. Geerink Bakker meldde tijdens de bijeenkomst dat Hilversum 3 een doodgeboren kindje was die niemand ten grave durfde te dragen: ‘Ik ben nooit gelukkig geweest met het verschijnsel Hilversum 3. Het derde net is een bastaard, een onecht kind, dat niet ontstaan is uit een wettelijk huwelijk, maar verwekt werd tijdens een onderonsje tussen de minister en de programmaleiders. Hilversum 3 heeft een twijfelachtige politieke herkomst en is een instrument in de strijd tegen Radio Veronica. Het is niet uit zuivere voorwendsels opgezet. Het programma van de derde radionet staat niet voorgeschreven in de omroepwet, komt niet voor in de statuten van de NOS en ook niet uit de doelstellingen van de omroepverenigingen.’

Waarachtige krachtige woorden van de NCRV voorzitter, die nog lang niet was uitgesproken want hij ging destijds verder met: “Het belangrijkste van alles is dat je met kritiek, zoals ik die nu spui, de programmamakers een schot in de rug geeft. De programmamakers zijn ook maar mensen die er niets aan kunnen doen dat het met Hilversum zo scheef zit. Scheef in vier opzichten: Hilversum 3 zit scheef in het bestel, scheef ten opzichte van de concurrentie, scheef ten opzichte van de luisteraars en scheef ten opzichte van de programmamakers, welke laatsten tegen de bierkaai vechten. Binnenkort is het met het uitvoeren van de tweede zogenaamde fase in het Hilversum 3-plan, het eindpunt wel bereikt. Kun je mensen voor zoiets inzetten? Het is gewoon een conflict op ethisch vlak. Waarom legaliseert de regering Veronica niet? Een andere oplossing? Waarom wordt er geen Hilversum 4 gecreëerd, waarop de STER met haar hele reclamewinkel kan gaan zitten en een mooi programma maken?’

Het dient duidelijk te zijn dat de uitspraken ruim de kranten haalden, er andermaal over het onderwerp werd gesproken in de Tweede Kamer en binnen NCRV kringen het nodige commentaar op de uitspraken werd geuit. Geerink Bakker wist zich alle kritiek weg te wuiven met de woorden dat hij slechts een eigen mening had verkondigd en niet namens de NCRV had gesproken.

Recentelijk kwam bovenstaand onderwerp weer boven water toen ik een aantal fotokopieën kreeg toegestuurd van een oud collega, die in de tweede helft van de jaren zestig en begin jaren zeventig van de vorige eeuw ook werkzaam was bij het EGD. In december van het jaar 2007 was ik in een programma van Radio Noord te gast en sprak met Rob van Dam onder meer over de huidige huisvesting van de studio’s van RTV Noord, die op het voormalige terrein van het EGD in Helpman zijn gehuisvest. Er werd toen ook een aantal herinneringen over mijn tijd bij het EGD opgehaald en later, na de uitzending werd mij een mailtje doorgestuurd. De mail was afkomstig van een vrouw die zich afvroeg of ik destijds op het archief werkzaam was geweest. Het bleek Marian Koper te zijn van de afdeling correspondentie. Sinds eind 2007 wisselen we, met bepaalde regelmaat, herinneringen uit. Eind oktober 2010 vond ze oude Opwekkers, die ze in een opslag had gevonden. Leuke herinneringen maar ook een totale verrassing zat erbij. Er zat namelijk een artikel van mijn pen bij, die ik me niet meer kon herinneren.

Tegen het einde van de jaren zestig van de vorige eeuw ging ik niet alleen voor het eerst bij een ziekenomroep werken en ook in beperkte vorm schrijven over het onderwerp ‘radio’ maar ik richtte ook de ‘UDK’ op. Deze afkorting stond voor Uitleen Discotheek Knot. Tegen een kleine vergoeding konden collega’s en vrienden een week lang een LP van me lenen. Van de opbrengsten kocht ik telkens nieuwe LP’s, waardoor de collectie voor mij en de ziekenomroep behoorlijk uitgebreid werd. Na een aantal maanden besloot ik, daar er al behoorlijk veel collega’s meegenoten, een gestencild blaadje uit te geven waarin allerlei nieuwtjes over de te lenen muziek. Maar zoals gesteld, bij de ontvangen fotokopieën zat dus een artikel door mij geschreven voor ‘de Opwekker’, waar ik totaal geen weet meer van had. Ik laat U elders binnenkort meegenieten bij de herpublicatie van ‘Wedergeboorte van de Blues’. Let wel geschreven in de stijl van 1970, want het verhaal is destijds in de zomer geschreven en dus vlak voor de dood van zowel Jimi Hendrix als Janis Joplin.