tekst: Hans Knot
Vele radiomakers hebben in de afgelopen zestig jaar hun eerste ervaringen opgedaan binnen de vele ziekenomroepen in Nederland. Ikzelf heb tussen 1969 en 1983 tal van activiteiten ontwikkeld in de regio Groningen. Wat de reden geweest is op die manier de wereld van radio binnen te stappen kan ik me eigenlijk niet meer herinneren. Wel dat ik opeens aanwezig was in de kelder van het oude RKZ aan de Verlengde Hereweg in Groningen, en daarna kon ik de volgende donderdag op proef een programma presenteren. Gevolg was dat ik gegrepen werd door het radiomonster. Op de radio had je een aantal programma’s dat geheel of deels bestemd was voor de zieke medemens. De Muzikale Fruitmand zal zeker niet van invloed zijn geweest voor mij om radio voor zieken te gaan maken want dit programma was pas in 1976 voor het eerst te horen.
Mijn moeder was een fervente KRO-aanhangster, bezocht wel eens de KRO-studio met de damesvereniging van de Sint-Franciscuskerk in Groningen om daar een ‘Moeders Wil is Wet’ bij te wonen. Binnen die omroep had je ook een programma, ‘De Zonnebloem’, dat totale aandacht besteedde aan de zieke medemens. Tenslotte was er het programma ‘Palet’ bij de AVRO, waar ik deze keer historisch gezien wat meer aandacht aan wens te besteden.
Op 18 mei 1965 werd namelijk de 500ste aflevering van dit programma via de AVRO uitgezonden in presentatie van Jan Koopman. Dat betekende, met een niet altijd wekelijkse rotatie, dat het destijds al bijna twaalf jaren was te horen. In een van de interviews die destijds verschenen stelde Koopman: “Ik beleef er altijd veel plezier aan, ook al omdat het een van de weinige programma's is die altijd ‘live’ gaan. Dat is toch zo’n fijne sensatie om daar in de studio te zitten, te beginnen en niet meer terug te kunnen, daar hebt u geen idee van."
Jan Koopman beweerde nooit echt over ziektes en ziek zijn in zijn programma’s te praten. Dit omdat hij zelf langdurig ziek was geweest en wist hoe de mentaliteit van zieken was en is. Daarbij doelde hij op het feit dat het geen nut had zieken nog ziéker te maken. Bijna was er trouwens over dit jubileum destijds een schaduw gevallen want het was bij de leiding van de AVRO de bedoeling dat het programma ‘Palet’ op een drastische wijze zou worden ingekort of een geheel andere opzet zou krijgen. Maar vlak voor het jubileum in mei 1965 werd bekend dat ‘Palet’ gewoon het ‘Palet’ zou blijven, zoals de luisteraars gewend waren.
Jan Koopman was blij met het genomen besluit maar stelde tevens met nadruk dat hij vond dat Palet een programma was zonder enige pretentie: “Het stelt niets voor en ik geloof dat daaraan het succes van deze uitzendingen te danken is. Ik houd niet van gezwollen publiciteit, behalve dan een beetje deze keer."
Jan Koopman heeft destijds heel wat buitenlandse gasten in Palet ontvangen. Om eens een paar namen te noemen: Vera Lynn, Peter Sellers, Larry Adler, Peter Nero, Los Indios Tabajaros, Mahalia Jackson, Sheila, Lena Horne, Peggy Lee en Eartha Kitt. Het lijstje met Nederlandse artiesten die hun eerste optredens op de radio via het programma Palet maakten werd ondermeer gevuld door: het Cocktail Trio, The Shepperds en Joop van de Marel.
Heel opmerkelijk stelde Koopman in 1965 over sommige van de buitenlandse gasten: “Die buitenlandse artiesten zijn allemaal heel gezellige mensen, als ze hier komen, ook al zingen ze voor een andere zuil, dan bellen ze mij op en vragen te mogen komen zingen voor mijn zieken, gratis. Ik ken ze bijna allemaal en het klinkt wel eens duur als ik zeg: “We eten vanavond bij Vera Lynn”, maar het zijn allemaal hele gewone mensen.
Uitzonderingen zijn er altijd en zo wist Joop Koopman te herinneren dat er ook gasten waren die totaal niet uit de verf kwamen, waarbij hij Marlene Dietrich als voorbeeld noemde: “Geen woord krijg je er uit, dat mens, toch eigenlijk allang passé, heeft zoveel vijven en zessen dat er werkelijk niet meer mee is om te gaan.” Eigenlijk had Jan Koopman helemaal geen radiomaker willen worden. Zijn vader was directeur van een verzekeringsmaatschappij en deze wilde dat ook Jan in de assurantie zou ging. In Schotland kreeg hij dan ook zijn opleiding op dat gebied.
Zijn ambitie voor assuranties was echter nihil: “Altijd ging ik op sjouw met artiesten: mijn hart ging nu eenmaal uit naar muziek en omstreken. Toen werd ik ziek, vijf jaar lang. Eenmaal beter ben ik secretaris geworden van de stichting ‘Onze lichte muziek’ en in 1954 ben ik bij de AVRO in dienst gekomen.” Vele stunts heeft Jan Koopman in de loop van de eerste 500 uitzendingen van het programma Palet bedacht. Zo werd er vanaf de Euromast in Rotterdam uitgezonden, vanuit de Trans Europe Expres en vanuit een DC-8 van de KLM. Via de KLM kwam hij ook in contact met stewardess Alice Oppenheim, die af en toe wat nieuwtjes in zijn programma vertelde. Zij viel bij de AVRO-leiding in de smaak, die haar vervolgens een aanbod tot omroepster deed.
Iets meer over de inhoud van AVRO’s Palet, zoals ik eerder omschreef in het artikel ‘Radioprogramma's voor specifieke doelgroepen, 1955-1965’ (2004 Journal for Media and Music Culture Soundscapes): De AVRO liet op dinsdagmorgen het programma horen voor de zieken onder de noemer ‘AVRO's Palet.’ Dit programma stond onder leiding van Jan Koopman. Ook hier vinden we het streven om de zieken uit hun isolement te halen middels ontspanning en het brengen van actualiteiten en nieuws. Ook hier moest die doelstelling gerelateerd zijn aan het gegeven dat de berichtgeving de doelgroep, de zieken, moest opmonteren. Voor dit deel van het programma was in de jaren zestig Tosca Hoogduin — een prachtige radiostem — verantwoordelijk. Ondanks het feit dat de AVRO geen christelijke achtergrond heeft, bracht men toch ook een dominee in het spel in de persoon van de zeemansdominee Bodaan, die ook wel de zingende dominee werd genoemd. De man stond bekend om zijn pittige, maar ook zilte toespraakjes. Daarnaast waren er altijd meer vaste gasten te horen om de zieke luisteraar op te frissen dan wel kennis bij te brengen. Cécile Dreesman was er bijvoorbeeld om de kunst van het borduren, toch ook een ontspannende bezigheid, tot in de kleinste draadjes duidelijk te maken. Muzikale onderdelen van AVRO's "Palet" werden opgediend door Mary Michon, Chris van Hoorn en Joop Stokkermans. Hierbij ging de aandacht niet alleen uit naar de Nederlandse muziek- en cabaretscene, maar ook naar buitenlandse artiesten als Peter Nero en de formatie Los Indios Tabajaros. Bekende en minder bekende Nederlandse artiesten die met regelmaat optraden, waren Ilonka Biluska, The Sheperds, Louis van Dijk en zeer regelmatig ook het draaiorgel "De Arabier," dat van origine de Martinistad Groningen als basis had, voordat eigenaar Perlée het orgel weer naar Amsterdam terughaalde. Overigens is Joop van Zijl ook ooit bij Palet begonnen. Hij werkte toen nog als purser bij de KLM en verzorgde reisverslagen in het programma.’
In 1965 kreeg Joop Koopman ook een verzoek van de AVRO-leiding om eens te gaan duiken in de oude amusementsmuziek, zoals de muziek van de Britse dansorkesten. Jan Koopman gaf gevolg aan dat verzoek en dit resulteerde in het radioprogramma, dat op 14 oktober van dat jaar van start ging en ‘Toppers van Toen’ heette. Al snel kon men met betrekking tot dit toen nieuwe programma spreken van een groot succes. De leeftijd van het luisterend publiek lag naar schatting tussen de 28 en 88 jaar. Nadat Jan Koopman in 1973 met pensioen was gegaan, werd hij in ‘Toppers van Toen’-verband opgevolgd door Wim Haarsma. Ondertussen waren er al weer tientallen jongeren die zich bereid hadden verklaard in de diverse ziekenhuizen in ons land zich toe te gaan leggen op de presentatie van speciale radioprogramma’s gericht op de zieke medemens, al dan niet onder invloed van Jan Koopman en zijn AVRO-programma.