tekst: André van os
Voor mij als kind was miniatuurstad Madurodam een magische bestemming. Dat had ook te maken met de locatie: ver weg tussen Den Haag en Scheveningen. Ik denk dat ik er mede daardoor als kind niet vaker dan twee keer ben geweest. Het was toen nog de klassieke attractie, met beroemde Nederlandse gebouwen op een schaal van 1:25 waarbij luchthaven Schiphol en de Rotterdamse haven natuurlijk de grote trekpleisters waren, met hun bewegende vliegtuigjes en schepen.
De inspiratie voor het Nederlandse Madurodam kwam uit Engeland: het Bekonscot Model Village in Beaconsfield (midden Engeland), het oudste miniatuurstadje ter wereld. Bekonscot Model Village opende al in 1929 en toont (nog steeds) typisch Engelse huizen en bouwwerken op een schaal van 1:12, uiteraard in Engelse stijl omringd door uitgebreide tuinen.
Het idee voor een Nederlandse versie kwam van Bep Boon-van der Starp. Zij wilde met een miniatuurstad geld in het laatje brengen voor de stichting Nederlands Studenten Sanatorium (NSS) in Laren, waarvoor zij in de Raad van Bijstand zat (één van haar vele publieke functies). De stichting zorgde ervoor dat studenten die aan tuberculose (tbc) leden konden gaan kuren en tegelijkertijd door konden studeren.
Bep had Bekonscot Model Village zelf bezocht in 1946, aan het einde van een lange ballingschap in Londen, de VS en Canada tijdens de Tweede Wereldoorlog. Met haar man Gerard Boon en hun zoon Dick waren ze in mei 1940 naar Engeland gevlucht. Ze hadden zich in de twee jaar daarvoor namelijk verdienstelijk gemaakt in het Haagsch Kindercomité en hadden circa 1600 joodse
kinderen uit Oostenrijk naar Den Haag gehaald, waarbij ook hun huis in Scheveningen open stond voor gevluchte joodse intellectuelen.
Hun dochter Els, rechtenstudent in Leiden, bleef achter in Nederland en raakte betrokken bij het studentenverzet tegen de Duitse bezetter. Daarin zat ook George Maduro, de Curaçaoënaar die zich als cavalerie officier had onderscheiden in de meidagen en na vele omzwervingen de dood vond in concentratiekamp Dachau. Zijn veelbewogen leven is onlangs prachtig beschreven in het boek 'Ridder zonder vrees of blaam' door Kathleen Brandt-Carey.
De vermogende ouders van George Maduro wilden graag een monument oprichten voor hun overleden zoon en gaven Bep Boon het startkapitaal voor de bouw van haar miniatuurstad, vernoemd naar George: Madurodam. Bep benadrukte "de opvoedende en culturele taak van het miniatuurproject: ‘Voor de schoolgaande jeugd zal het, behalve enorm veel plezier, een verbazend leerrijk materiaal opleveren: één dag in de miniatuurstad zal meer wetenschap brengen dan vele schooldagen, omdat het in de meest aantrekkelijke vorm wordt opgediend en dus… onthouden’" vertelde ze in 1951 voor de radio.
Als architect voor Madurodam trok ze Siebe Jan Bouma aan, die al het Openluchtmuseum en het Zuiderzeemuseum op zijn naam had staan. Na aanvankelijke aarzeling gaf de gemeente Den Haag een stuk grond tussen Den Haag en Scheveningen in erfpacht en het bedrijfsleven tastte ook nog flink in de buidel voor het project. In juli 1952 werd Madurodam officieel geopend door kroonprinses Beatrix (toen 14 jaar) die ook benoemd werd tot burgemeester van de miniatuurstad.