Draadomroep

tekst: Hans Knot

Het heeft toch altijd voor mij en vele leeftijdsgenoten een nostalgisch genot terug te denken aan het gebruik van de Draadomroep. Het kastje op een plankje bij ons in de kapsalon met daaronder een bakelieten knop. Vier lijnen waren er op te ontvangen waarbij Hilversum 1 en Hilversum 2 via de eerste lijnen waren te horen en de andere twee onder meer werden gebruikt voor een variabel aanbod aan regionale radio, in ons geval destijds van de RONO, en programma’s uit België, Duitsland en Engeland.

Zondagmiddag verbleef ik vaak in de salon, die gelegen was aan de voorkant van de woonkamer aan de Korreweg 105 in Groningen. Wel waren er voorwaarden gesteld door de ouders. “Op zondag luister je, als we thuisverblijven, naar het Belcanto concert van de BRT. Pas als je dat hebt gedaan mag je laat in de middag luisteren naar Alan Freeman en zijn programma ‘Pick of the Pops’. Tussendoor werd dan nog even afgestemd op Hilversum om de voetbaluitslagen van Frits van Turenhout aan te horen.

Het voordeel van de Draadomroep, boven het geluid van de in de woonkamer aanwezig radio, was dat je praktisch verzekerd was van storingvrije geluiden. Signalen die werden verspreid via dunne kabels, misschien is het woord ‘draad’ beter te gebruiken. Maar zoals zo vaak kwam aan iets moois een einde. Het was in januari 1973 dat in de media werd aangekondigd dat de draadomroep een aflopende zaak zou zijn. Er werd aan gememoreerd dat de toenmalige regering enkele jaren eerder, na een langdurig politiek touwtrekken, het voorstel door de Tweede Kamer kreeg om op termijn deze vorm van radiosignaalverspreiding af te schaffen.

Er kan rustig worden gesteld dat in januari 1973 al in heel veel plaatsen in Nederland de luidsprekers, afstelknoppen en kabels in de huizen en winkels inmiddels waren weggehaald. Nog tot 31 december 1974 werd het mogelijk, daar waar nog apparatuur aanwezig was, de signalen van de draadomroep te ontvangen. Ook in de stad Groningen, waar op dat moment nog draadomroep functioneerde, was het eind van 1973 ook stilte via dit systeem. Toenmalig technisch adjunct-directeur F. H. Robertus van het Telefoondistrict Groningen vond het, desgevraagd, jammer dat de draadomroep ging verdwijnen omdat de kwaliteit van het geluid uitstekend was, zeker sinds de toepassing van het systeem ‘Stappen 58’.

Deze benaming stond voor de aanduiding ‘standaardaansluitpunten '58’, een systeem dat bestond uit de aansluiting via telefoonkabels. In het kort kwam het hier op neer, dat vóór 1958 het blokkabel- of ringkabel-systeem werd gebruikt: via kabels langs de muur. Dit systeem was vooral in gebruik in de oudere wijken van Groningen. Het toenmalige nieuwe systeem werd tussen 1958 en 1968 in de nieuwere wijken aangebracht, terwijl in de Martinistad na 1968 totaal geen nieuwe aansluitingen meer werden gerealiseerd.

Hierdoor kan worden gesteld dat in de wijk Vinkhuizen nooit aansluitingsmogelijkheden zijn geweest, terwijl dit in de wijken De Wijert en Corpus den Hoorn wel het geval was. In de laatste twee genoemde wijken bleef de Draadomroep dan ook tot het bittere einde te beluisteren. In een aantal andere buurten en straten werd geleidelijk tot liquidatie overgegaan.

Zo werden in het voorjaar van 1973 een kleine duizend aansluiting afgestoten. Bewoners van de Verlengde Hereweg, Merwedestraat, Sumatralaan, Celebesstraat. Violenstraat, Witte de Withstraat, Prinsenstraat, Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat en Korreweg raakten hun aansluiting kwijt. Er bleven in de stad Groningen daarna nog een 2700 hoofdaansluitingen met ongeveer duizend nevenaansluitingen over. Robertus meldde tevens dat het blokkabelsysteem op dat moment al helemaal was afgebroken. Deze aansluitingen waren vaak al van slechte kwaliteit. Voor een deel dateerden ze zelfs al van voor de oorlog, toen de draadomroep nog een zaak van de gemeenten (in Groningen zat de centrale in het gebouw van Openbare Werken aan het Zuiderdiep) en van particulieren was.

Verhoudingsgewijs waren er in het noorden van Nederland altijd meer aansluitingen dan elders, mede door de slechte ontvangst van signalen die via steunzenders werden ontvangen op de normale radiotoestellen. De draadomroep, zoals in een ander artikel al eens beschreven, begon in de jaren twintig van de vorige eeuw in de Zaanstreek, waarna voor in de vooroorlogse jaren er een explosieve groei was waar te nemen. Het derde kanaal van de draadomroep in de jaren zestig en begin jaren zeventig van de 20ste eeuw, merendeels gevuld met klassieke muziek, was eigenlijk een voortzetting van de programma’s die werden verzorgd door particuliere soortgelijke omroepsystemen, die in handen waren van voornamelijk plaatselijke zakenlieden in de elektriciteits- en loodgietersbranche.

Er waren in 1973 een hoop mensen die het speet dat de draadomroep verdween. Maar voor het merendeel bleek de oplossing te vinden bij de transistorradio, die je mee kon nemen naar buiten, in het park en het strand en naar andere locaties. Dit alles met een licht verlies aan kwaliteit maar om de draagbaarheid dus toch veel aantrekkelijker. En daarmee werd, bij het verdwijnen van de Draadomroep, deze vorm van radiosignaaloverdracht, een stuk jeugdsentiment waar bijna 50 jaar later toch nog bij kan worden stilgestaan.

Zie ook:

http://www.icce.rug.nl/~soundscapes/VOLUME01/Curves_van_de_draadomroep.shtml

http://www.icce.rug.nl/~soundscapes/VOLUME03/Radio_door_een_draadje.shtml