tekst: Hans Knot foto: ADO-AJAX, 3 juni 1968, door: Ron Kroon/Anefo
Allereerst liep het voetbalseizoen ten einde en was er een ware strijd tussen de vertegenwoordigers van de Nederlandse Radio Unie en de sectie Betaald Voetbal van de KNVB. Het sectiebestuur had namelijk verboden dat op deze beslissende zondagmiddag verslaggeving van de verschillende wedstrijd tot beïnvloeding van de spelende teams kon leiden en verbood daardoor aan de verslaggevers van de NRU de stadions van de diverse wedstrijden voor rechtstreekse reportages te betreden.
Zo was het onmogelijk dat er verslaggeving rechtstreeks vanaf de perstribunes van de wedstrijden PSV—Feijenoord, Ajax—ADO, Xerxes/DHC—DOS en NAC— Fortuna '54 kon plaats vinden.
Ook de thuisspelende clubs hadden van het sectiebestuur van de KNVB bericht ontvangen dat het hun verboden was de N.R.U. medewerking te verlenen aan de rechtstreekse reportages. En toch bracht de sportredactie van de Nederlandse Radio Unie verslaggeving via het toen reeds meer dan een jaar bestaande zondagmiddagprogramma ‘Langs de Lijn’. Dit programma was in korte tijd populair geworden en trok telkens enkele honderdduizenden luisteraars en werd uitgezonden via Hilversum 3, toen nog het meest beluisterde net van de publieke omroepen.
De leiding van het programma had de verslaggevers opdracht gegeven om te doen of er niets aan de hand was en zich op weg te begeven naar de diverse stations. Daar aangekomen kregen ze alsnog te horen dat door de KNVB rechtstreekse uitzendingen vanuit de stadions verboden waren. Wim Hoogendoorn was de verslaggever die was gestuurd naar het Ajax-stadion. De reportagewagen bleef buiten het stadion en Wim liep met grote regelmaat van het veld naar de wagen om de luisteraars zoveel mogelijk op de hoogte te kunnen houden van de gebeurtenissen in het veld. De normaal ter beschikking gestelde telefoonlijnen voor de verslaggevers waren door de besturen van de clubs geblokkeerd voor gebruik.
De verslaggeving bij de topper PSV – Feijenoord verliep moeizamer dan bij Ajax – ADO. Leo Pagano was de verslaggever en in de rust van de wedstrijd was er ruimte voor een kort verslag van buiten het stadion. Na afloop van de wedstrijd was er meer ruimte en mocht bij vanaf de tribune een nabeschouwing geven.
In die tijd was er nog geen Studio Sport in het middagprogramma op de televisie maar was er het programma ‘Monitor’, waarin ondanks de waarschuwingen van het sectiebestuur van de KNVB aan de NRU en de NTS (Nederlandse Televisie Stichting) het op de een of andere manier mogelijk was geweest enkele live beelden richting de kijkers in Nederland uit te zenden van het slot van PSV tegen Feijenoord. In het stadion van Ajax was inmiddels via transistorradiootjes bekend geworden dat Feijenoord de wedstrijd had verloren, waardoor Ajax de bewuste middag het kampioensfeest kon gaan openen. Zoals gebruikelijk destijds bij zo’n kampioenschap stroomden honderden supporters direct na de wedstrijd het veld op om de voetballers te huldigen en op de schouders te nemen.
Er was dus sprake van een grote verliezer de betreffende laatste zondag van de voetbalcompetitie 167/1968 en wel het bondsbestuur van de KNVB. Men had de reportages niet kunnen verhinderen en diende nog een pittige strijd aan te gaan met de directie van de NRU inzake de verslaggeving in het daarop volgende voetbalseizoen.
Ondertussen werd in Vaticaanstad een beslissing genomen die velen aldaar als zeer onprettig hebben ervaren. Er was namelijk besloten dat Radio Vaticana elke week een half uur durend programma gevuld met popmuziek ging uitzenden. Wel was er besloten het te laten bij alleen Italiaanstalige songs maar bijvoorbeeld liederen met een protestinhoud zouden niet worden geweerd door de makers van Radio Vaticana. Zelfs een lied ‘God is dood’ kwam uit de radiospeakers. Leider van het programma, waarvan al enkele proefopnamen waren gemaakt voordat het positieve besluit viel, meldde dat het programma de ether zou ingaan onder de titel: ‘Geestelijke waarden in liederen van deze tijd.’ Het betrof een Italiaanse priester, Pellegrino, en verder meldde hij eind mei dat vanaf 9 juni 1968 het half uur durende pop muziekprogramma een vast onderdeel van de wekelijkse programmering ging worden. Doel van de invoering was volgens hem Radio Vaticana meer binnen de werkelijkheid van het dagelijkse leven te brengen.