(door Hans Knot)
Ook in deze aflevering van Freewave Nostalgie de rubriek met korte berichten om stil te staan bij de speldenprikken uit het verleden. In de jaren vijftig, zestig en zeventig van de vorige eeuw waren ze het visitekaartje van de diverse omroepen; de omroepsters. Zij waren het die niet alleen duidelijk maakten naar welke omroep je die avond keek, maar ook wat je werd aangeboden. En het bleef, met de verdeeldheid van de zendtijd onder de diverse omroepen, vaak niet bij een omroepster per avond.
Als het om het aankondigen van televisieprogramma’s bij de VARA ging, dan had men te maken met Elles Berger. Vanaf 1961 was ze te zien als omroepster. Maar ze was al langer bij de omroep actief. Het was in 1957 dat Bob Spaak haar stem hoorde in het Olympisch Stadion in Amsterdam, waar ze sinds een jaar als speaker actief was. Ze werd genodigd voor een stemtest en aangenomen. Als eerste mocht ze een jeugdprogramma op de radio presenteren, Krakepit, maar toen ze eenmaal op het beeldscherm verscheen steeg haar populariteit met enorme stappen. Ze kreeg ook presentatieklussen, waaronder de co-presentatie van het consumentenprogramma ‘Koning Klant’. Als gevolg van haar populariteit werd ze voor tal van activiteiten buiten de omroep uitgenodigd.
Een uitnodiging voor een presentatieklus kon echter ook wel eens mis gaan zoals bleek in april 1967. Elles Berger werd genodigd als lady-speaker op te treden in een van de stands van Intercontext en wel op de internationale confectie- en textielbeurs in het RAI-complex in Amsterdam, waar ze een modeshow presenteerde. Het optreden leidde tot felle protesten. Een groot deel van de overige standhouders op de beurs verweet Elles Berger van twee walletjes te hebben gegeten.
Een woordvoerder van de standhouders, die niet bij name wenste te worden genoemd, stelde destijds: “Aan de ene kant presenteert zij een televisieprogramma (Koning Klant van de VARA), waarin de consument is aangeraden te wachten tot de uitverkoop omdat de fabrikanten dan gedwongen zouden zijn een grote partij textielgoederen voor veel lagere prijzen van de hand te doen. Aan de andere kant pikt zij een graantje mee door op deze beurs, waar deze fabrikanten vertegenwoordigd zijn, modeshows te introduceren".
Op een bepaald moment liepen de gemoederen zo hoog op, dat met moeite een vechtpartij kon worden voorkomen. Een fabrikant, die zich gedupeerd voelde, wond zich dusdanig over de aanwezigheid van Elles Berger op, dat hij haar met geweld van de beurs wilde verwijderen. Collega’s wisten de man op het laatste moment met moeite tot bedaren te brengen. Ook werden er intekenlijsten met het motto ‘Boycot Elles Berger’ doorgegeven.
Elles Berger, door de organisator van de modeshow na lang wikken en wegen geëngageerd om haar kwaliteiten als lady-speaker, werd op 20 april 1967 door een journalist van de GPD over het voorval getelefoneerd en ze reageerde met: “Ik werd gisteravond uitgescholden en nageroepen en dat door volwassen mannen. Het is weer een dergelijk geval waarin degene die een programma presenteert verantwoordelijk wordt gesteld voor de door anderen samengestelde inhoud. Maar ik kan me deze reactie wel een beetje voorstellen.”
Elles Berger bleef tot medio 1989 bij de VARA werkzaam, waarna ze overstapte naar RTL-Véronique, de voorloper van RTL4. Daar presenteerde ze een sportprogramma. Uiteindelijk sloot ze haar omroeploopbaan in 1997 af.
Wie herinnert zich nog ‘Beeld en Route’ in 1967? Gedurende de maanden juli en augustus werd destijds onder meer in Oost-Groningen een grootse culturele manifestatie gehouden. Dit gebeuren omvatte de plaatsing in de openlucht van honderd beelden van Nederlandse kunstenaars en wel langs de lijn Ter Apel, Bellingwolde, Oudeschans, Finsterwolde en Midwolda en de inrichting van vier exposities. Het plan voor dit unieke culturele evenement was destijds gegroeid uit een poging van de toenmalige burgemeester, drs. H. J. Eijsink, van Bellingwolde om de beelden uit de Keukenhof naar Bellingwolde en Oudeschans te krijgen. Er werden contacten gelegd met Oost-Groningers en dit had tot gevolg, dat men tot een veel grotere opzet besloot.
Het plan werd warm begroet door Oost-Groninger burgemeesters, hogere overheden en stichtingen en uiteindelijk kreeg het plan gestalte in de vorm van deze beeldenroute. De stichting Beeld en Route Groningen bemoeide zich met de voorbereidingen voor dit destijds unieke gebeuren. De beelden werden onder meer geplaatst rondom 't Klooster in Ter Apel; in ’t Klooster werd tevens een tentoonstelling van klein plastiek georganiseerd. In het park van Bellingwolde werd een deel van de Keukenhofexpositie ondergebracht.
Bovendien werd van de mogelijkheid gebruik gemaakt op particulier terrein bij klassieke boerderijen beelden te plaatsen. In Oudeschans werd in de voormalige lagere school een expositie ingericht van kunstenaars, die in Oost-Groningen werkten. De route voerde vervolgens naar Finsterwolde, waar twee exposities werden gehouden in galerie Waalkens, gevestigd in zijn boerderij. Ook in Finsterwolde werden enkele beelden ‘langs de weg’ geplaatst. De route eindigde bij de Ennemaborg. In de tuin van de borg werd een beeldenexpositie gehouden en in de borg organiseerde de ‘Galerie de Mangelgang’ een schilderijententoonstelling.
Nadat duidelijk was geworden, dat het plan technisch-organisatorisch uitvoerbaar was werd ook nog contact gelegd met soortgenoten in de stad Groningen, waar ook dergelijke plannen in voorbereiding waren. Uit dit contact is destijds de wens naar voren gekomen ook de stad Groningen in het gebeuren te betrekken en de organisatie als één geheel te coördineren en te presenteren.
De organisatoren zagen in deze manifestatie niet alleen een belangrijke culturele bijdrage, maar ook een mogelijkheid om de schijnwerpers van de publiciteit op Groningen en in het bijzonder op Oost Groningen te richten.
Op de tentoonstelling Beeld en Route in 1967 stond ‘De Vlam’ op de Grote Markt. Waskowsky, de ontwerper, wilde het ontwerp tot een zes meter hoog beeld vergroten. Maar omdat de kunstenaar met zijn opdrachtgever in felle discussie raakte over materiaalkosten en de exacte plaats van het beeld, bleef in eerste instantie een definitieve opdracht uit.
https://www.staatingroningen.nl/436/de-vlam
Groot in het boksen was destijds Cassius Clay en er werd veel over hem geschreven en tevens verscheen hij regelmatig in de ring om tegen grote bedragen de ene na de andere tegenstander te verslaan. Toch was het eind april 1967 dat hij negatief in het nieuws kwam en zijn toenmalige wereldtitel werd afgenomen. Een beslissing die trouwens niets te maken had met onjuistheden binnen de bokssport. Het bleek namelijk alleen te maken te hebben met het besluit van Cassius om militaire dienst te weigeren. Hij had over een langere periode al pogingen ondernomen de dienstplicht te ontlopen en werd uiteindelijk door de autoriteiten opgeroepen zich in Houston te melden om vervolgens voor de militaire dienstplicht te worden ingelijfd. Toen zijn naam werd afgeroepen weigerde Clay de traditionele stap voorwaarts te maken, die aangeeft dat men akkoord gaat met zijn inlijving. Door zijn dienstweigering stelde Clay zich bloot aan een gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaar. Volgens berichtgeving in de kranten had Clay zich verder goed gedragen en had hij medische onderzoeken en – testen ondergaan. Alleen weigerde hij op het beslissende moment akkoord te gaan met de inlijving.
De wereldkampioen zwaargewicht werd door de World Boxing Association op grond van zijn dienstweigering zijn titel ontnomen. De World Boxing Association wees meteen acht boksers aan die mochten uitkomen in een eliminatietoernooi om de vacante zwaar- gewichtstitel. Of dit echt een sportieve oplossing was, valt nog steeds te betwijfelen.
De tweede helft van de jaren zestig was eigenlijk het begin van het zich vrijvechten van de jongeren, die een andere manier van leven voorstonden dan hun ouders. Dat betekende dat ‘bloot’ ook een voornamere plaats kreeg dan voorheen. Maar lang niet iedereen was daar blij mee, getuige het volgende:
Echt rustig naar het toneel gaan was er voor bezoekers van een toneelvoorstelling in Rotterdam in april 1967 niet bij. Een vermoedelijk geestelijk gestoorde man was een kuisheidscampagne begonnen in de Rotterdamse schouwburgen. Allereerst werd kort na het begin van een voorstelling de Amerikaanse danser Daniel Nagrin in De Lantaarn gestoord door een man, die het toneel beklom en de danser verweet dat hij onvoldoende gekleed was in hemd en broek. De man werd vervolgens met zachte drang uit het theater verwijderd.
Twee dagen later heeft vermoedelijk dezelfde man een voorstelling van ‘Wie kan twee heren dienen?’ van Goldoni, gespeeld door leden van het Nieuw Rotterdams Toneel in de stadsschouwburg in Rotterdam op dezelfde wijze gehinderd. Toen kwam hij het toneel op om een actrice een soortgelijk verwijt te maken. Ook daar werd hij zo geruisloos mogelijk de schouwburg uitgewerkt.
En weer twee avonden later sloeg hij andermaal toe. In de voorstelling, die het cabaret ‘Adam en Eva’ in het Piccolotheater bracht, rende hij bij het eerste nummer het podium op, greep op hardhandige manier Fiet Koster vast en riep: “Dit kan niet, dit is te bloot." Hij bleef dat roepen en eiste bovendien zijn geld terug toen men hem met vaste hand de zaal uit werkte. Drie keer verstoring, drie keer verwijderd, leverde tot op dat moment alleen maar onrust op en geen arrestatie van de man.
Maar enkele dagen later verscheen dan toch het verlossende bericht in de kranten van de arrestatie van de bloothater. Op 18 april in de avond had de Rotterdamse politie de kuisheidsmaniak aangehouden. Het bleek de 26-jarige J. van B. uit Rotterdam te zijn, die op dat moment werkloos was. Hij wenste of kon geen verklaring geven voor zijn ‘kruistocht’. Volgens een woordvoerder van de politie antwoordde hij bijzonder verward op de vragen die hem werden gesteld, waaruit bleek dat men met een patiënt had te doen. Uiteraard werd hij ernstig onderhouden over zijn gedrag, maar omdat er nog niet direct van een strafbaar feit kan worden gesproken, werd niet tot vervolging overgegaan. En wat deed de politie destijds dan wel? Men adviseerde de moeder van Van B. voor hem snel een afspraak te maken met een psychiater.