Even stilstaan bij… maart 1971

tekst: Hans Knot
foto boven: Op Losse Groeven, 1971, Peter en zijn Rockets [Punt (ANEFO) - GaHetNa (Nationaal Archief NL)[, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=37314816]

Dominee Toornvliet

In deze aflevering staan we stil bij de maand maart 1971. Zo leerden we op 10 maart 1971 dat Ds. Toornvliet was ontzet uit het predikantsambt. De particuliere synoden Noord-Holland-Oost en Noord-Holland-West hadden namelijk besloten ds. Geert Toornvliet uit Bloemendaal te ontzetten uit het ambt. Zij stelden tot dit besluit gekomen te zijn omdat zij hadden geconstateerd dat ds. Toornvliet sinds zijn eerdere schorsing niet had getoond dat hij de door de synoden veroordeelde weg wilde verlaten; dat hij was doorgegaan met het stichten van verwarring in de kerken. Ook heeft gewogen het feit dat hij in flagrante strijd met de door hem bij zijn ambtsaanvaarding gedane belofte, heeft getoond het gezag van de synoden niet te erkennen. Vanuit Bloemendaal bleef Geert Toornvliet zijn eigen weg echter gaan en verspreidde zijn boodschap in diverse kerken in geheel Nederland. Ook liet hij de diensten opnemen om vervolgens via stations als Radio Caroline en Radio Mi Amigo met grote regelmaat te laten uitstralen.

In Frankrijk werd die maand meer bekend betreffende een bevolkingsonderzoek. Een echte, systematische en wetenschappelijke volkstelling, waarbij meer dan enkel cijfers kwamen kijken, heeft Frankrijk nooit gekend. Wel heeft het ministerie van de Huisvesting medio oktober 1970 pakken formulieren in vele pagina’s gedistribueerd met het doel eens haarfijn te weten te komen hoe het met de behuizing en het comfort en de uitrusting in de primaire en secondaire (vakantie) woningen van de Fransen was gesteld.

Maar in afwachting van die resultaten, werd bekend dat de nationale kas voor de kinderbijslagen een eigen onderzoek had ingesteld. Dat onderzoek volgde intussen eerder de methodiek van de publieke opiniepeilingen, door slechts een selecte, symptomatische en bovendien vrouwelijke minderheid als slachtoffer aan de tand te voelen. Aan een ieder van dertig Françaises uit de honderd departementen die de betrekkelijke eer genoten van zo'n officieel bezoek, werden niet minder dan 403 vragen gesteld. Wanneer men twee minuten per vraag uit had getrokken dan brengt een snel rekensommetje dus aan het licht, dat in zo'n lijstje al wel snel een twaalf tot dertien uur aan invultijd ging zitten.

Een der — voor die tijd nog tamelijk onschuldige — vragen luidde: ‘maakt u in afwezigheid van uw man zijn post wel eens open?’ Iets moeilijker gelet het jaar 1971 was: ‘Wat is uw mening over het gebruik van voorbehoedmiddelen? Vindt u dat ze door de verzekeringskas zouden moeten worden terugbetaald?’ Vraag 79 was ook een heel mooie: ‘heeft u al eens over scheiden gedacht? En indien ja, met uw echtgenoot er over gesproken? Een andere fijngevoeligheid kwam voorbij met: ‘hoe vaak maakt u gemiddeld per maand ruzie met uw man? Hebben die disputen een gunstige, een ongunstige invloed op uw huwelijksharmonie?’

Van wezenlijk belang achtte de bijstandskas het ook te weten hoe het met de echtelijke trouw der ingeschrevenen was gesteld. Stel je toch eens voor dat de enquêteur en de dame des huizes druk bezig waren met het doorlopen van alle vragen en het tweegesprek een tamelijk abrupt en voortijdig einde zou kunnen vinden, indien de echtgenoot het antwoordspel bij onverwachte thuiskomst eens kwam onderbreken. Verplaatst U dan ook even in de persoon van echtgenoot: Zijn wederhelft te overvallen die vriendelijk babbelend een wildvreemde buitenstaander haar en zijn wederzijdse intieme gedragingen aan de neus hangt. Kon wel eens echt een kwestie van scheiden zijn geworden. Cijfers wat dat betreft zijn nooit bekend geworden.

Een nieuwigheid in maart was een programma dat voor het eerst op de televisie was. Een hip decor beplakt met foto's van sterren en labels van platenmaatschappijen dienden als achtergrond voor de proefopnamen van een nieuwe TROS-show, die ‘Op losse groeven’ ging heten. Diverse journalisten waren uitgenodigd bij de proefopnamen aanwezig te zijn en nadien te verhalen over hun bevindingen. Zo verscheen er op 10 maart 1971 een eerste impressie in de kranten van de Gemeenschappelijke Persdienst.

‘Het heeft iets te maken met de top 5 en een tip top 3. Hoe het er definitief zal uitzien kan nog niemand zeggen na de eerste opnamen die vorige week zijn gemaakt in de grote NOS-kleurenstudio nummer 4 aan de Lage Naardenseweg te Hilversum. Alle opnamen zijn op ampex gemaakt en dat duurt uren. Presentator Chiel Montagne, met beginnende Admiraal de Ruyterlokken en een fikse knevel, werd er zelfs wat kriebelig: van. De cameralieden zijn dat allang. Wat er precies gezegd wordt vanuit de regiekamer is onduidelijk, maar het is niet altijd vriendelijk. De enige die de beminnelijkheid zelf blijft is de floormanager, die onophoudelijk om applaus vraagt, dempt, sust, aanwijzingen geeft en de artiesten die zich babbelend op een tribune buiten de schijnwerpers op de set ophouden, af en toe ook om stilte dient te verzoeken.’

Wat constateerde de verslaggever van de GPD nog meer? De helft van de Rekels (van Corry) had zich al bij het begin van de opnamen teruggetrokken in de kantine waar een biljart stond. Corrie zat met de resterende Rekels en haar verloofde op de set. Ronnie Tober had zich met vrouwelijk gezelschap centraal in de kantine genesteld. Anneke Konings, de jongste medewerkende aan de show, werd geïnterviewd voor TROS-Kompas en in een hoekje zaten knus babbelend Rika Jansen en Mieke Telkamp.

Na enige tijd riep de producer van het programma, Den Daas, zijn mensen terug naar de studio. Het werk diende door te gaan. De wildste geruchten deden intussen de ronde. ‘De opnamen zullen wèl worden uitgezonden, ze zullen niét worden uitgezonden. Dan werden 5, 22 en 29 april als datums van uitzending genoemd. Uit de ampexband van anderhalf uur, zo werd bekend gemaakt, zou uiteindelijk een programma van veertig minuten worden samengesteld, dat er de 29ste april uit zou gaan.

Vast stond destijds wel, dat de TROS-leiding zich binnenskamers ging beraden over de opzet van het nieuwe programma en over de vraag of alle elementen, die men erin meende te laten zien, ook werkelijk zo ‘overkomen’ als bedoeld. Een oude topper, ‘Mijn Wiegie. Was een Stijfselkissie’ gezongen van Zwarte Riek (Rika Jansen) was nog steeds gekend. En al mocht haar stem met de routine wat minder geworden zijn, zonder baaien rok, maar in een oranjekleurig jersey broekpak, bleek Rika Jansen een goed geconserveerde vrouw, die de aanwezige fotografen druk werk gaf.

Het programma zou vele jaren op de televisie te zien zijn, waarbij op een bepaald moment de naam in ‘Op volle toeren’ werd veranderd. De in 1944 geboren Bert van Rheenen presenteerde het onder zijn artiestennaam Chiel Montagne, die zijn loopbaan bij de KRO was begonnen als stem tijdens hoorspelen en later bekend werd via de zeezender Radio Veronica. In 1989 werd hij tot snorrenman van het jaar uitgeroepen en als we hem op radioreünies tegenkomen is de snor er, al dan niet bijgeverfd, nog steeds.

Op 7 maart 1971 was het een oploop van jewelste toen elke lezer boven de 33 jaar van de in Kopenhagen verschenen zondagskrant krant ‘Havedbladet’ de kans kreeg gratis hasj te proberen. Men kon natuurlijk het genotsmiddel niet zo maar gaan uitdelen aan een standje met de naam van de krant erbij. Men diende er wel wat voor te doen en kon zich dan tussen 11.00 en 12.00 uur in een van de grote straten van de Deense hoofdstad in verbinding stellen met een man die een hoed droeg met een gele band.

De redactie van de krant had in de meest recente uitgave het aanbod gedaan omdat vele oudere lezers de redactie hadden benaderd met het verzoek gaarne zelf eens te ondervinden welke uitwerking hasjiesj zou hebben. Het aanbod bleek echter slechts van korte duur. Nadat de man met de opvallende hoed — het was uitgever en hoofdredacteur Jacob Ludvigsen hoogstpersoonlijk — enige stickies had uitgedeeld werd hij door de politie gearresteerd wegens verboden bezit van verdovende middelen. Een speurtocht in zijn woning leverde echter slechts vier gram hasjiesj op. Daarnaast betekende deze actie nationale en internationale aandacht en dus meer naamsbekendheid voor ‘Havedbladet’.

Andrei Sacharof

Andrei Sacharof, de toenmalige eminente Sovjetnatuurkundige en voorvechter van de burgerrechten in de voormalige Sovjet-Unie, heeft in maart 1971 bij zijn regering geprotesteerd dat men politieke gevangenen met geweld verdovende middelen toediende. De geleerde zond dit protest per telegram aan de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken, kolonel-generaal Nikolai Sjesjelokof. Dat dit gebeurde werd in het westen vernomen in kringen van mensen die het niet eens waren met het beleid van de Sovjet regering.

Het telegram aan de minister was verzonden ten behoeve van twee gevangenen die in de afdeling voor geesteszieken van een gevangenis te Leningrad zaten. Deze mannen, Wladimir Borisof en Viktor Feinberg, zouden in maart 1971 tegen de gevoerde behandeling in hongerstaking zijn gegaan. Het toedienen van verdovende middelen diende om hen te bewegen andere politieke denkbeelden te aanvaarden.

Zo stelde Sacharof in het telegram: “Ik verzoek u met klem tussenbeide te komen en de gezondheid en het lot van deze mensen te redden." In de gevangenis maakten de psychiaters gebruik van zeer verfijnde methoden om druk uit te oefenen. De eerste stap was alle lectuur geleidelijk weg te nemen. Dan zette men de gevangenen tussen woeste en zeer gevaarlijke krankzinnigen in een veel te kleine cel. Hierop volgde het ‘zeer doeltreffende’ gebruik van verdovende middelen, die de hersenen aantasten, en het gebruik van de elektroshocktherapie, alles bij elkaar een zeer geraffineerde manier van lichamelijke marteling vormend. De twee gevangenen betitelden de behandeling met drugs als ‘de massa-sterilisatie van de hersenen’. Zal er, vele decennia later, er iets veranderd zijn?

Het Prinsenhof, studio van de RONO [foto: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=23551791]

Ook in de maand maart 1971 werd bekend gemaakt dat de RONO, de Regionale Omroep Noord en Oost, zou worden opgesplitst in drie onafhankelijke regionale omroepen. Voor Friesland één, voor Groningen en Drenthe samen één en voor Gelderland en Overijssel ook samen één omroep. Deze onderling onafhankelijk van elkaar opererende stations zouden volgens de plannen respectievelijk 7, 9 en 9 uur zendtijd per week krijgen. Dit bleek uit de nota van minister Klompé over de regionale radio- en televisie, die in die maand werd gepubliceerd.

Zij wenste de regionale radio-omroepen in elk geval onder de vleugels van de NOS te houden of brengen. Zelfstandige organisaties kregen van de minister geen kans tot een uitzendlicentie. Regionale televisie was er in de plannen voorlopig niet opgenomen, evenmin als de invoering van reclamezendtijd via de regionale radio.

De minister motiveerde haar standpunt met de overweging, dat een regionale omroep onder de NOS gebruik kon maken van bestaande verworven kennis en bestaande technische apparatuur, zodat men goedkoper kon gaan functioneren dan wanneer de regionale omroep geheel zelfstandig zou zijn.

Bovendien werd op deze wijze de coördinatie met de landelijke uitzendingen, vergemakkelijkt en isolatie, die zou kunnen leiden tot mindere kwaliteit binnen het programma-aanbod, voorkomen. Wel vond de minister dat het programmabeleid in vrijheid in de regio diende te worden vastgesteld. De minister verwierp in haar nota tevens eventuele subsidiëring door lagere overheden. Eén van haar belangrijkste argumenten om reclamezendtijd af te wijzen was gelegen in het gegeven dat de belangen van de geschreven pers ernstig zouden worden geschaad door verlies aan inkomsten van de adverteerders.

Groot-Amsterdam, Rijnmond en Groot-Den Haag zouden elk ook een regionaal stations krijgen, elk voor 7 uur per week. Noord-Brabant zou één station krijgen met vier kleine zenders en in totaal 7 uur per week aan zendtijd. De bouw en installatie van de benodigde stations zou ongeveer drie jaar in beslag nemen. De financiële middelen dienden te worden gevonden uit de omroepbijdragen en STER-opbrengsten, wat uiteraard de armslag van de omroepverenigingen en met name van Hilversum 3 zou gaan beknotten. Daar kon op korte termijn destijds niets aan worden veranderd daar de hoogte van de omroepbijdragen al voor langere tijd wettelijk vast lag. De plannen werden in een latere versie van de nota strakker omschreven en uiteindelijk zou het nog 6 jaar duren voordat de RONO in oktober 1977 werd opgesplitst in drie verschillende regionale radiostations.

https://www.thecelticwiki.com

De eventuele vormen van sluikreclame speelden ook in die tijd een belangrijke rol op zowel radio als de televisie. Zo waren er regelmatige voetbalwedstrijden van Feyenoord en Ajax in Europese toernooien. Toen op een bepaald moment vertegenwoordigers van de de NOS in het Hampden Park in Schotland aankwamen ter voorbereiding van een rechtstreekse televisie-uitzending, waarbij Ajax een uitwedstrijd zou spelen tegen Celtic uit Glasgow, stond men zeer verbaasd te kijken dat er reclameborden in het station waren opgesteld die puur gericht waren op de Nederlandse markt.

Onmiddellijk werd contact opgenomen met de leiding van de NOS die terstond telefonisch met de directie van het voetbalstadion sprak, waarbij heftige dreigementen werden geuit die zouden leiden tot het niet uitzenden van de wedstrijd op de Nederlandse televisie. Dit indien de borden gericht op de Nederlandse markt niet zouden worden verwijderd. Een dag later waren de borden er nog steeds en greep de grote toenmalige baas van de NOS, Carel Enkelaar, in, waarna alsnog de borden werden verwijderd.

In het stadion was echter genoeg geroezemoes wat een NCRV- verslaggever deed besluiten weer contact op te nemen met Enkelaar, hem vertellende dat elk moment de borden weer het stadion ingedragen konden worden. Wat voor Enkelaar zaak was om tot grover geschut over te gaan. Om kwart voor acht ’s avonds, een kwartier voor aanvang van de wedstrijd, zou de raad van beheer van de omroepstichting op grond van de beelden, die uit het Celtic-stadion zouden komen, de uiteindelijke beslissing van wel of niet uitzenden nemen. Deze actie bleek beslissend: de borden waren weg en bleven weg en de wedstrijd kon, tot grote vreugde van het kijkerspubliek, worden uitgezonden.