tekst: Hans Knot
In de maand april 1964 stonden er in tal van kranten hele korte berichtjes waarin melding werd gemaakt van het gegeven dat er een samenwerking was geweest tussen onderdelen van het Nederlandse leger en Radio Veronica, waarbij er werd vermeld dat het ging om illegale activiteiten. In ‘de Telegraaf’ van 15 april kreeg de lezer uitgebreidere informatie. Het bleek dat in de studio van Radio Veronica in Hilversum sinds enige tijd muziekprogramma’s werden gemaakt voor het leger, programma’s die werden gepresenteerd door ondermeer Joost de Draayer en Tineke. Ondanks dat men dus berichtte dat de programma’s in alle voorzichtigheid en geheimzinnigheid waren gemaakt werd in het artikel door een woordvoerder van de afdeling Welzijn in Den Haag bevestigd dat er wel degelijk sprake was van een vorm van samenwerking tussen het leger en Radio Veronica.
“Wij maken bij Veronica muziekprogramma’s die we tijdens de pauzes in de legerbioscopen en in de kantinetijden in de kantines van de kazernes laten afdraaien. We hebben juist de eerste twee programma’s opgenomen en die zijn louter gevuld met muziek en praatjes van Joost en Tineke.” Wat was eigenlijk de bedoeling van de inhoud van deze programma’s? Naast het brengen van ontspanningsmuziek voor de soldaten wenste men ook aandacht te besteden via promotiespots voor diverse cursussen georganiseerd door Welzijnszorg, die tot op dat moment te weinig bekendheid hadden. Andermaal de woordvoerder: “Veel militairen weten niet, dat ze alles kunnen leren in het leger en met spots willen we een ieder hier attent op maken.” Ook vanuit het gebouw van Radio Veronica was bevestiging gekomen: “De Welzijnszorg heeft inderdaad ons gevraagd of ze bij ons programma’s mochten maken. Dit hebben we toegestaan. Ons radiostation staat hier eigenlijk buiten en wij, directie van Radio Veronica, verdienen er niets aan.” De directie, zo bleek, had slechts toegezegd dat de afdeling Welzijn een studio mocht gebruiken om daar bandjes op te nemen en dat men de rest maar diende te regelen met het personeel; ofwel directe betaling aan de technici en presentatoren. Ook hadden de Veronicamedewerkers zelf toestemming gekregen mee te werken aan deze speciale programma’s, mits ze dat maar deden in hun vrije tijd.
Een dag later werd andermaal aandacht besteed aan de vorm van samenwerking, waarbij ondermeer werd gemeld dat de Generale Staf had ingegrepen na de eerdere publicatie. Om 11 uur in de ochtend van 15 april bleek de legerleiding overhaast het besluit te hebben genomen om het plan van Welzijnszorg om de militairen via de moderne muziek van Veronica te interesseren voor het volgen van cursussen te laten sneuvelen. De Legervoorlichtingsdienst had zelf aan de redactie van ‘de Telegraaf’ gemeld dat de Chef Generale Staf, Luitenant Generaal Van der Veen, persoonlijk een onderzoek had laten instellen. Ook had men gesuggereerd dat het zelfs niet ondenkbaar zou zijn dat er eventueel maatregelen waren te verwachten tegen de betrokken officieren. Als commentaar hierop meldde de krant: ‘De Legervoorlichtingsdienst heeft naar buiten aanvankelijk nog de indruk willen wekken, dat het wel het plan zou zijn geweest van Veronica, om zodoende goede contacten in het leger te krijgen, maar later trok men deze verklaring in en stelde men dat het alleen om een privéactie van het hoofd van dienst was gegaan.’
Als reden voor het verbod gaf de woordvoerder van de Legervoorlichtingsdienst aan dat een overheidsorganisatie geen gebruik mocht maken van de faciliteiten van een omroeporganisatie die door de regering niet als legaal erkend werd. Via het ANP werd door de Legervoorlichtingsdienst nog eens speciaal meegedeeld dat de actie tot samenwerking puur was uitgevoerd door enkele personeelsleden van de Dienst Welzijnszorg. De journalist van ‘de Telegraaf’ voegde eraan toe dat in werkelijkheid de stafofficieren van Welzijnszorg op het idee waren gekomen, omdat er te weinig bekend was dat de militairen in het leger veel cursussen konden volgen.
Men had een paar dagen eerder contact gehad met Overste Muier, Hoofd van de Dienst Welzijnszorg, die ondermeer had verteld dat de militairen wel weten dat er toneel- en filmvoorstellingen werden georganiseerd, maar dat de cursussen nog geen begrip waren en dat men dat men bekendheid juist door het brengen van de speciale programma’s wilde bereiken.
Nadat het besluit van de legertop op 16 april was uitgelekt de samenwerking onmiddellijk stop te zetten werd er ook in Hilversum om een reactie gevraagd, waarbij Bull Verweij zei: ‘’Wij hebben de studio sportief ter beschikking gesteld voor dit goede doel en ik begrijp derhalve niet waarom men in Den Haag zo boos is geworden.” Afsluitend schreef men: ‘Dat deze vorm van propaganda succesvol zou zijn geweest, lijkt wel zeker. Veronica heeft de meest moderne platen tot haar beschikking en de stemmen die bekend en populair zijn. En de opwekking van Joost de Draayer, die men niet mag horen, zou een goede indruk hebben gemaakt, want Joost mag op het ogenblik wel zelf in militaire dienst zijn, maar men verstaat in Nederland nog niet de kunst om militairen met een zekere faam in de burgermaatschappij in te zetten voor haar eigen doelen. En dat is alleen maar jammer en kortzichtig.’