Toen het in 2015 bekend werd dat het Groninger Stadsbestuur niet langer bezwaren heeft tegen de bouw van een moskee in het Park Selwerd, werd me het zeer duidelijk dat er een einde zal komen aan het bestaan van het huidige onderkomen van de Islamitische gemeenschap in Groningen, de voormalige boerderij in het park Selwerd. Het bracht me tot de volgende herinneringen:
Ik merkte het eerder terloops op dat, in de tweede helft van de jaren vijftig en de eerste periode van de jaren zestig van de vorige eeuw, er regelmatig even met het hele gezin Knot bij ‘Opoe en Opa Knot’ op bezoek werd gegaan. Dit gebeurde op de zondagen en vaste prik was dan het koffiedrinken in hun bejaardenflatje aan de Johan de Wittstraat. De koffie, die werd geschonken, was een mengelmoes van pruttelkoffie die de hele week als ‘restjes’ was opgespaard en op zondag werd opgekookt met melk.
Vanuit de Johan de Wittstraat had je 120 meter verder de spoorbaan die leidde naar Delfzijl en/of Roodeschool. Met daarachter het wijdde veld. Op dergelijke dagen hadden we als kleinkinderen soms, als het mooi weer was of wanneer we goed op elkaar pasten, de mogelijkheid een half uurtje buiten te spelen in de omgeving van de Johan de Wittstraat. Wel daar was nogal wat te zien voor de opgroeiende jeugd.
Naast de remise van het Openbaar Vervoer (de trolleys en de bussen) was er een station, het zogenaamde ‘Noorderstation’, een naam die tot en met 1972 in gebruik is geweest en in 1973 werd veranderd in Station Noord. In 1879 werd door de toenmalige minister van Verkeer en Waterstaat besloten dat er een verbinding zou komen tussen de stad Groningen en Delfzijl, echter niet middels een rechtstreekse verbinding maar via een omweg met stopplaatsen als Sauwerd, Bedum, Stedum, Loppersum en Appingedam. Er diende daarvoor ook een station worden gebouwd, dat in eerste instantie gepland werd bij de doorsteek van de Moesstraat naar de toenmalige weilanden. Later werd op dit besluit teruggekomen en werd het station gepland aan het toenmalige Studentenpad. Het zou enige jaren duren alvorens de spoorbaan richting Delfzijl was voltooid en in juni 1884 werd er een noodstation neergezet in de vorm van een houten loods. Enkele maanden later werd het ‘Noorderstation’ opgeleverd. Personentreinen die er langskwamen waren blauw van kleur en heetten ‘de Blauwe Engel’. In 1972 werd een groot deel van het zogenaamde rijdend materiaal in Nederland vervangen door de overbekende gele treinstellen. Ook stond er aan de zijkant van het Noorderstation een telefooncel. In die tijd waren de cellen grijs van kleur en bovenin was in het glas het woord ‘telefooncel’ in blauw aangebracht. De treinen reden als het ware op de rails voorbij langs de toen nog ‘nieuwbouwhuizen’ aan de Van Oldenbarneveltlaan.
Overgangen voor het spoor waren er genoeg. Ouderwetse overgangen, waarvan deels de spoorbomen met de hand werden bediend. Je vond ze bij de Kerklaan, de Moesstraat en de Asingastraat. En dan heb ik het slechts over de overgangen in het noordelijke stadsdeel van de Martinistad Groningen.
Om tussen Moesstraat en het station nog een overgang te creëren voor de vele wandelaars, die naar de nieuwbouw achter het Noorderstation wilden, de zogenaamde ‘Studentenbuurt’ dan wel de ‘Tuinwijk’, werd door de leiding van de NS besloten dat er een voetbrug diende te worden geplaatst. De brug kwam direct naast het station, een brug die werd gebouwd in 1926 in Duitsland. Als je deze overging kwam je terecht bij enkele straten van de Tuinwijk. maar ook bij het gebied van ‘Het Noorden’ een plek waar ’s winters, mits het goed had gevroren, een natuurijsbaan werd aangelegd. Leuk was het altijd weer met een hand vol steentjes de loopbrug te bewandelen en ze één voor één naar beneden te gooien.
Als je verder liep achter de ijsbaan, kwam je automatisch in de eindeloos lijkende weilanden terecht en af en toe mochten we met vader mee om daar een boer op te zoeken. Het is de boerderij die nu nog steeds staat in het Selwerderpark en deels als moskee en deels door de Gemeentelijke Milieu Dienst, wordt gebruikt. Boer Nienhuis woonde daar met zijn huishoudster Jenny en de boer moest geknipt en geschoren worden. Een feest, vooral in de zomer want dan kwam je ontzettend veel wilde aardbeien in het veld tegen die geplukt konden worden.
Terug naar het Noorderstation kwam in 1970 het bericht dat een deel van de spoorbaan tracévernieuwing diende te krijgen. Dit daar er nieuwe stadswijken met duizenden inwoners waren gepland. De wijk Selwerd was deels al klaar, Paddepoel begon ook te groeien evenals Vinkhuizen. Overgangen waren dus niet meer van die tijd omdat het verkeer belemmerend zou zijn. De spoorbaan diende over een behoorlijke lengte te worden verhoogd zodat het verkeer via tunnels kon doorstromen. (Kerklaan, Moesstraat, Asingastraat). Het tracédeel tussen de Moesstraat en de Oude Spoorbrug aan het Van Starkenborg Kanaal werd verhoogd en bij afloop van de werkzaamheden hadden de bewoners langs de Van Oldenbarneveltlaan bij wijze van spreken de trein niet meer langs de woonkamer maar langs de slaapkamer rijden.
Daarmee kwam er in 1972 een einde aan het ‘Noorderstation’ dat compleet met loopbrug werd afgebroken. Het nieuwe station ‘Noord’ werd enkele jaren later officieel in gebruik genomen en veranderde de situatie op die plek. Veel meer in dezelfde buurt was en zou nog veranderen, maar daarover een andere keer meer.
Foto’s: Focus Groningen en Hans Knot