Het doen van de meer serieuze inkopen, zoals het aanschaffen van nieuwe kleding, is heden ten dage totaal verschillend met vroeger. Hoeveel wordt er wel niet besteld via internet en de bekende en onbekende webshops? Prompt staat de besteller weer voor de deur met zijn auto om andermaal een veel te grote doos af te leveren waarin – naast het bestelde truitje – veel materiaal zit om de doos verder op te vullen. Gevolg is dan dat er minimaal drie keer in plaats van twee keer per maand de papiercontainer dient te worden opgezocht.
Of het truitje is te groot en dient te worden teruggestuurd. Dat betekent een extra rit naar de winkel, waar het mogelijk is dergelijke pakketten terug te bezorgen. In de rij staan is vervolgens een crime, want er zijn veel meer mensen die zaken willen doen bij de veel te weinig beschikbare postpunten. Al die tijd die gestoken is in het aanschaffen en terugbezorgen had beter besteed kunnen worden aan een ouderwets bezoekje aan de kledingwinkel. Pashokjes genoeg!
Maar beslis je dan om toch de kleren in een winkel te kopen dan is de situatie ook weer totaal anders dan ongeveer 50 jaar geleden. Ik herinner me nog echt heel goed dat het aanbod aan kledingwinkels veel kleiner was en je toch perfect terecht kon in dergelijke zaken, waar je met elan werd geholpen. Vaak door oudere mannen in netjes gesneden pakken die standaard een meetlint om de nek hadden hangen en in het bezit waren van spelden en krijt om de gekozen broek net even meer in maat te brengen dan deze in het rek hing. Geen massakleding gemaakt in verre Oosterse landen maar gewoon binnen de industrie in Nederland.
Een ander groot verschil was de rust die er heerste in de winkels. Geen overheersende muziek, die soms van winkel tot winkel tot je komt, waarbij het voor mij al een reden genoeg is om bijvoorbeeld op zaterdag niet naar dergelijke winkels te gaan, laat staan naar de binnenstad. Het lijkt of dan het volume van de muziek juist harder is gezet om vooral de potentiële kopers naar binnen te lokken. Wat ik de afgelopen jaren ook steeds meer zie, is dat een paar keer per jaar in bepaalde winkels live muziek wordt gespeeld door een bandje of een deejay.
Vroeger was er rust in de winkels en kon je ook veel relaxter je kleding uitzoeken. Had je echt assistentie nodig dan liep je op een medewerker af en vroeg om hulp. Nu wordt je zowat overlopen als je de winkel al binnenkomt en kan de opdringerigheid tot rare momenten leiden. Zo kocht ik enige jaren geleden een mooi nieuw pak, waarbij ik gekozen had voor Hugo Boss aan het A-Kerkhof. Een verkoper in de speciaalzaak, die me toch al te opdringerig benaderde en door mijn vrouw al was gewaarschuwd zich maar afzijdig te houden daar ik zelf wel kon beslissen wat me goed stond, dacht mij de volgende vraag te stellen: “Bent u eigenlijk wel bekend met Hugo Boss”? Ik kon het niet nalaten te lachen want ik vond de dommigheid er bovenop liggen. Immers ging je deze speciaalzaak niet zomaar in maar met de duidelijke reden een pak van het merk Hugo Boss aan te schaffen.
De muziek was er vroeger dus ook niet bij, hoewel er wel aan de jeugd werd gedacht. In 1961 staken de eigenaren van een aantal kledingzaken in de stad Groningen de koppen samen en besloten de collectie aan te prijzen via een speciale teenagershow waar niet alleen de kleding werd geshowd maar ook een aantal muziekgroepen ging optreden. Daar stond dan wel weer tegenover dat er voor de toegang van de show betaald diende te worden. Onder het mom ‘show for jazz’ traden op donderdag 14 september van dat jaar liefst 6 orkesten op tijdens een bijeenkomst op de drafbaan: ‘vocaal, instrumentaal en visueel’, zo werd het aangekondigd. De daarbij horende ‘dress show’ werd mede mogelijk gemaakt door Modehuis Wim Janssen, Sportshop Willy Loos en Style Rinket. Ja, typisch Groninger bedrijven in plaats van de modeketens die je overal in het land heden ten dage tegenkomt.
Bron en foto’s: Hans Knot