tekst: Hans Knot foto: Postsorteerders met feestpakketten 1966 [Anefo]
Eerst waren ze blauw van kleur, de postzegelautomaat, totdat ze in 1963 werden vervangen door modernere exemplaren. Vrijwel dagelijks op weg van school naar huis, zag ik een exemplaar hangen aan de muur bij het postkantoor op de hoek van de Nieuwe Ebbingestraat en de Brouwerstraat in Groningen. De postzegelautomaat, die sinds 1936, naar ontwerp van Anton Kurvers, overal in het land was terug te vinden.
Bovenaan de automaten stond het woord ‘Posterijen’ te lezen. Er was tevens voor de gebruiker door een klein glaasje te zien of de automaat al dan niet in gebruik was. Ook was er een tekstplaat aanwezig bij deze automaten, waar het gebruik werd uitgelegd. Via muntinworp en gebruik van een slinger kon de te verwerven zegels worden verkregen. Kurvers was trouwens sinds 1919 werkzaam bij de dienst Publieke Werken van de Gemeente Amsterdam en ontwierp de postzegelautomaat in 1936.
Maar in het begin van de maand februari 1974 ging het andermaal deels mis nadat in nachtelijke uren liefst zeven postzegelautomaten deskundig waren gekraakt en het noodzakelijk was deze voor reparatie tijdelijk weg te halen van verschillende locaties. Gelukkig wist een woordvoerder van de PTT te melden dat de verwachting was dat de automaten op korte termijn weer in het straatbeeld zouden terugkeren.
Gedurende de nachtelijke uren lukte het de politie twee krakers van de automaten op heterdaad te betrappen en al vrij snel bleek dat deze twee in de daaraan voorafgaande nachten ook al actief waren geweest. De woordvoerder stelde tevens dat Stadjers (zo worden inwoners van Groningen vaak genoemd), die gewend waren de postzegels uit de automaten te halen, dan niet meer voor niets naar de plek van de postzegelautomaten lopen.
Gelukkig werden de krakers op tijd gesnapt want in 1974 waren er in de stad Groningen postzegelautomaten op 57 verschillende locaties te vinden. Zeven daarvan gingen dus tijdelijk in reparatie. Het bleek trouwens dat, zonder er eerder informatie over naar buiten was gekomen, er veel meer van de automaten al een onderhoudsbeurt hadden gehad. Reden was ook in die gevallen een kraakbeurt. Na reparatie werden de toestellen dan weer op hun plek gehangen. In de maand augustus 1973 was het vooral raak geweest met liefst 15 defecte automaten.
In de nacht van 3 februari 1974 was er een automaat gekraakt aan de Eikenlaan in de toenmalige jonge wijk Selwerd. De volgende ochtend werd er door een medewerker van de PTT een nieuwe automaat geplaatst die in de nacht van 4 februari alweer werd gekraakt. Gevolg was wel dat er door de PTT een afwachtende houding werd aangenomen en de automaat niet direct meer werd vervangen. Derhalve dienden de inwoners van Selwerd eerst enkele straten verderop de postzegels uit een andere automaat te trekken.
Men ging er bij de technische dienst van de PTT er vanuit dat het telkens om dezelfde daders was gegaan. Dat leidden ze af uit de werkwijze en uit het feit dat er in nachtelijke uren telkens vijf of zes automaten door de krakers onder handen werden genomen. Er werd gesproken over een schade in de eerste weken van 1974 voor ongeveer duizend gulden aan muntstukken, die uit de automaten waren gestolen. Maar harder kwam de schade aan de apparaten aan.
In de nacht dat de Eikenlaan door de krakers werd bezocht, werden ook automaten gekraakt in de Beukenlaan in Selwerd en aan de Platinalaan in De Paddepoel, terwijl de daarop volgende nacht een postzegelautomaat aan de Esdoornlaan onder handen werd genomen. Gelukkig werd het gezien door omwonenden, die de politie informeerden. Een 17-jarige jongen uit Groningen en een 18-jarige knaap, afkomstig uit Wagenborgen, werden opgepakt.
De postzegelautomaten, gelijk aan bijvoorbeeld de sigarettenautomaten, zijn al jaren uit het stadsbeeld verdwenen. Wat blijft, hoewel in mindere mate dan voorheen, is de aanwezigheid van de oranje brievenbussen waarin men te verzenden post kan doen. En heel af en toe, vooral in de kleinere dorpjes, wordt nog een snoepautomaat aan een muur gespot.