tekst: Hans Knot
Recentelijk verschenen er in de regionale en lokale kranten diverse berichten van lezers en actiegroepen die ontevreden waren met de plannen van de gemeente Groningen om door investeerders nog meer hoogbouw te laten plegen dan de laatste jaren al is gepleegd. Bewoners van bepaalde straten, die ooit hun huis kochten met de gedachte dat, wanneer het bouwproject zou worden opgeleverd, men verzekerd zou zijn van een prachtig mooi uitzicht op de velden en natuur, zijn nu teleurgesteld door de aangekondigde plannen waardoor eerdere beloften niet worden nagekomen.
Hoogbouw werd in de wijken Selwerd en De Paddepoel in Groningen onderdeel toen het in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw meer en meer werd ingevoerd in het totale plaatje van deze, toen nog, jonge wijken. Er kwamen hoge flats op een aantal plekken in De Paddepoel, waar in die tijd vooral jonge gezinnen een woonruimte huurden. Dezelfde flats, inmiddels een paar maal gerenoveerd, bieden nu ruimte aan de meer oudere mensen in voornoemde wijken. Ook kwamen er in Selwerd hoge studentenflats op drie locaties, evenals een tweetal bejaardentehuizen met de nodige verdiepingen.
Maar er was niet alleen, als we het hebben over hoogbouw, ruimte voor woningen, maar ook voor het bedrijfsleven. In januari 1973 waren er grote advertenties terug te vinden in de kranten inzake de opening, die ging plaatsvinden, van het 10 verdiepingen hoge complex van – wat toen nog heette – de Raiffeisenbank – Boerenleenbank, later veel bekender als RABO-bank. Op 24 januari van dat jaar werd het hoofdkantoor van voornoemde bank geopend. In de advertenties werd de onderneming aangeprezen als ‘Een ruim hart van de bank, die ruim hart heeft voor al uw bankzaken, grote of kleine.’ Vriendelijkheid en openlijkheid stond voorop en je ging met vreugde een dergelijk gebouw naar binnen, iets wat in deze tijd toch van geheel andere orde is.
Het was in de middag van de opening, woensdag 24 januari 1973, een enorme drukte en vooral honderden kinderen uit voornoemde wijken kwamen op de opening van het enorme gebouw aan de Pleiadenlaan af. Bij het begin van de festiviteiten werden de kinderen vooral heel blij toen plotseling hun televisiehelden Pipo de Clown en de Indiaan Kluk Kluk (Herbert Joeks) voorzien van een hele grote sleutel, verschenen. Ze kwamen in een glazenwassersbak vanaf de tiende verdieping naar beneden gezeild.
De sleutel werd vervolgens overhandigd aan de toenmalige burgemeester H.G. Buiter. Aan de grote was ook een kleine sleutel bevestigd die Harm Buiter gebruikte om de deuren van het nieuwe hoofdkantoor te openen. In de hal van het immens grote kantoorgebouw werd hem, door een vertegenwoordiger van het bankconcern, symbolisch en fonteinplastiek overhandigd, dat was vervaardigd door Jaap van der Meij uit Hemrik. De druk op de rode knop door de burgemeester leverde het in beweging zetten van de fontein, die geplaatst was aan de Zonnelaanzijde. Enige tijd geleden schreef ik uitgebreid over dit kunstwerk. De vele kinderen werden vervolgens blij gemaakt doordat werknemers van de bank ballonnen en ballpoints uitdeelden.
Het nieuwe gebouw telde destijds tien verdiepingen en er was een grote parkeerplaats ingericht. Totale kosten waren destijds 6,25 miljoen gulden. Negen verdiepingen gingen, al dan niet voor lange tijd, de huur in. Vele jaren later, in september 1985, werd een aantal ruimtes in het gebouw gehuurd door de Rijksuniversiteit Groningen via haar ‘Dienst Huisvesting en Bouwzaken’. Het werd een onderdeel van het Instituut voor Orthopedagogiek dat er tijdelijk ruimte kreeg op de vijfde verdieping van de toren. Dit om niet alleen een medewerker met een handicap een meer toegankelijke werkplek te verschaffen, maar ook om de mogelijkheid te creëren kinderen met leer- en ontwikkelingsproblemen te kunnen testen.
En waarom dit laatste punt vermeld? De voormalige hoogleraar Orthopedagogiek, Wilhelmina Bladergroen, die in 1978 op 70-jarige leeftijd op emeritaat ging, heeft vele malen zich afgezet tegen hoogbouw. Zo zat ze in de mid-jaren zeventig van de vorige eeuw in de commissie ‘Hoogbouw’, die rapport heeft uitgebracht aan het toenmalige ministerie voor Volksgezondheid over de invloed van het wonen op grote hoogte op de gezondheid van kinderen. Uit onderzoeken, door Bladergroen geleid, bleek dat hoe hoger het kind woonde, des te kleiner het speelgoed was waar deze van genoot. Tevens stelde ze dat, doordat kinderen op grote hoogte wonen, ze door tocht en wind gehinderd worden in hun spel.
Gelukkig was het gehuisvest zijn van een deel van het Instituut voor Orthopedagogiek in de toren in De Paddepoel van zeer tijdelijke aard en kon in 1987 een verdieping boven Peek en Cloppenburg in de Heerestraat in Groningen in gebruik worden genomen. Daar was volop ruimte gepland voor het testen van kinderen. Maar ook daar bleek een groot nadeel. Als de ouder(s) na een testafname tevreden met zoon of dochter het pand via een duistere zijingang verliet(en), liep men rechtstreeks de Heerestraat in tegenover het pand van McDonalds, waarbij vaak de weerstand niet mogelijk was.