tekst: Hans Knot
Het is toch een hele belevenis om de columns een tijdje te besteden aan datgene in mijn geboortejaar zoal was te beleven en wel heel gericht op de maanden september tot en met december, waarin ik het levenslicht al bevatte. Niet dat ik daadwerkelijk al iets van alles meemaakte maar toch een heerlijkheid om erachter te komen wat er in die periode zoal speelde.
Tweelingbroer Egbert en ikzelf kwamen ter wereld als 5de en 6de kind van Rie en Jelle Knot en wel in het Rooms Katholieke Ziekenhuis aan de Verlengde Hereweg 92 in Groningen. Het was nog de tijd dat vooral de nonnen de verzorgende factor waren en met grote kappen rondliepen en jonge moeders ondersteunden na de geboorte van hun kind en er voor zorgden dat de nieuwgeborenen gedurende de eerste levensdagen optimaal werden vertroeteld, zodat moeder de nodige rust kon krijgen.
Uiteraard kon niemand van de familieleden bedenken dat in de kelder van het ziekenhuis, onder de afdeling G2, twintig jaar later ik mijn eerste stappen maakte binnen het radiogebeuren. Een simpele studio met een oude mengversterker en nog oudere microfoon. Een kleine recorder en twee draaitafels waren genoeg om via lijn 4 de zieken per week met enige uren te verpozen met vooral verzoekplaten, die deels ook religieus getint waren. Gelukkig hadden de zusters, die eerder actief waren met radio, de nodige platen van dat soort achtergelaten.
Vele jaren zou ik actief blijven en zou de ziekenomroep vanaf 1973 een zeer professionele status krijgen waarbij de nodige talenten de kans kregen een stap verder te maken. Groot voorbeeld is daarvan Rob van Dam, die als Marc Jacobs eerst grote successen behaalde om vervolgens onder eigen naam zijn mooie loopbaan te vervolgen.
Maar goed, terug naar 1949. In de maand september ontving een radiozendamateur uit Helmond een bericht van een collega zendamateur uit België waarin deze meldde dat in Lokeren er een kind van drie dagen jong was dat in grote nood verkeerde door een scheurende buikvlies. Er werd aan toegevoegd dat de plaatselijke arts zelf verder niets kon doen maar dat hij had gehoord dat er in Utrecht een professor was die via een operatieve ingreep de reddende factor kon zijn. Maar helaas was er in België niet bekend om welke professor dit ging, evenals dat zijn adresgegevens ontbraken.
Gevraagd werd contact op te nemen met zendamateurs in de regio Utrecht, die wel achter de informatie konden proberen te komen. De zendamateur in Helmond kwam meteen in actie en het lukte hem om binnen een paar minuten contact te krijgen met een zendamateur uit Utrecht die beloofde op zoek te gaan naar de gegevens. Maar vrijwel tegelijkertijd kreeg de man uit Helmond, via een vertegenwoordiger van het plaatselijke ziekenhuis, al de gewenste informatie.
Maar ook de collega in Utrecht wist snel info te verkrijgen en na een paar minuten kwam hij terug in de ether met een verlossend bericht. De kleine baby kon met spoed van de universiteitskliniek van Professor dr. Nubeer worden gebracht en daar werd, in samenwerking met dr. Klinkenbergh van het Sint Antoniusziekenhuis uit Utrecht, de operatie uitgevoerd.
En dus werd dezelfde avond nog de baby vanuit België naar Utrecht vervoerd. En eind september werden de zendamateurs met een verblijdende bericht verrast en wel dat, mede dankzij hun snelle acties, de operatie was geslaagd en dat het patiëntje vrijwel geheel hersteld naar de ouders in Lokeren was teruggekeerd. Ook in 1949 bleek dus al dat deze vorm van communicatie tot een mooi vervolg kon leiden.
Wat betreft het volgende bericht weet ik, 75 jaar later, niet of we dit serieus dienen te nemen maar het heeft wel te maken met een vorm van communicatie. Want dankzij een voor die tijd nieuwe uitvinding in Amerika was het voor baby’s automatisch mogelijk hun ouders te waarschuwen, wanneer zij een schone luier nodig hadden. Ja zelfs de melk opzetten, als zij midden in de nacht van honger en dorst gingen schreeuwen, was mogelijk.
In een destijds nieuw soort luier waren twee thermosplaatjes aangebracht, die uiterst gevoelig waren voor verandering in vochtigheidsgraad en wanneer deze intrad een neonlicht boven de wieg aan het branden bracht. Wanneer de baby van honger ging schreeuwen, werd het geluid in een microfoon opgevangen, die contact maakte en een elektrische spoel aan het gloeien bracht, waardoor een flesje melk opgewarmd werd.
Wanneer de melk de vereiste temperatuur begon te bereiken, ging een wekker af, waarvan het geluid na korte tijd door een microfoon versterkt werd. Deze uitvindingen werden destijds gedaan in een laboratorium te Washington, waar verschillende jonge vaders werkten, die de lasten van het ouderschap trachtten te verlichten.
Over veertien dagen andermaal een aflevering van de serie columns over 1949.