tekst: Hans Knot foto: Harry Pot - Nationaal Archief Fotocollectie Anefo, CC BY-SA 3.0 nl, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=19929945
Mijn middelbare schooltijd liep in juni 1966 af met het mondelinge examen dat werd afgenomen in een schoolgebouw aan de rand van de binnenstad van Groningen. En, zoals verwacht, ging ik met het fel begeerde diploma naar huis en kon er worden gefeest. Aan de schoolgang waren ook de zogenaamde schooloptredens en dansavonden verbonden, waar bij lange na niet altijd toestemming werd verkregen er heen te gaan, vaak omdat de bijeenkomsten te lang doorgingen. En als de ouders dan toch toestemming gaven dan was het voor middernacht thuis zijn. Wat dat betreft is er het een en ander veranderd in de afgelopen vijftig jaren. Schooloptredens hadden we zowel in het oude Harmoniecomplex als in de Stadsschouwburg. Hier waren het vaak klassikale optredens, bijvoorbeeld van alle 4de klassen (er waren er vier) met familie en vrienden als toeschouwer en een klein deel van elke klas op het toneel.
Daarnaast waren er ook vele activiteiten waarbij je ook in aanraking kwam met scholieren die andere opleidingen volgden en wel tijdens de zogenaamde bijeenkomsten van de Interscolaire Bond Groningen, de ISBG. Begin april 1965 was er een dergelijk feest waarbij de jazzmuziek centraal stond in Huize Maas. De ISBG — onder voorzitterschap van de heer P. G. de Bois — omvatte de middelbare en hogere scholen van Groningen, zoals de landbouwscholen, de kleuterkweekscholen, de Academie Minerva, de Opleiding Leraressen Nijverheidsonderwijs en de diverse huishoudscholen. De Jazzmuziek diende gepromoot te worden onder de scholieren en daarvoor was onder meer het Trio Pim Jacobs ingehuurd. Het was Pim Jacobs zelf die voor de pauze een klein uur een jazzconcert gaf met daarbij leerzame inhoudelijke informatie.
In het Trio Pim Jacobs werd hij destijds begeleid door zijn broer Ruud Jacobs op bas, en Wim Overgaauw op gitaar. Hijzelf speelde piano. Hij liet een aantal stijlen horen, bijvoorbeeld die van de manier van pianospelen van Errol Garner. Het trio gaf verder impressies van ondermeer de stijl van wat destijds Modern Jazz werd genoemd. Ook na de pauze werd nog een half uur geluisterd naar de muziek van het Trio Pim Jacobs. De avond werd afgerond met de mogelijkheid tot dansen, begeleid door het Groninger Combo ‘The Training College Five’.
Het zal die avond, ofwel nacht, zijn geweest dat mijn oude heer om 20 voor 1 uur bij de deur van Huize Maas stond om me vermanend naar huis te sturen daar ik me niet aan de tijd van middernacht had gehouden. Terugkijkend in mijn aantekeningen bleek de volgende avond een ander belangrijk evenement plaats te hebben gevonden.
Op zaterdagavond 3 april 1965 was er een optreden van de bekende Amerikaanse jazzmusici Art Taylor en Johnny Griffin. De actieve Groninger Jazzclub '64 had voor dit concert gezorgd. Een paar honderd, voornamelijk jonge mensen, waren in de bovenzaal van de Mambo Bar aan de Turfsingel in Groningen oor- en ooggetuige van het improviseren van drummer Art Taylor, tenorsaxofonist Johnny Griffin, bassist Jacques Schols en pianist Cees Slinger.
Een krantenbericht meldde over het optreden: ‘De twee laatstgenoemde musici. Nederlanders, bleken volledig in staat een goede, levendige ondersteuning te geven aan het spel van de beide Amerikanen en daar zelfs nog iets eigens aan toe te voegen.
Johnny Griffin is op het gebied van de moderne jazz behoorlijk bekend. Zijn speeltrant is die welke enige jaren terug modern was. Dat neemt niet weg dat hij boeiend musiceert. Hij speelt beurtelings fel en hard, echte bop, zoals in ‘Nights in Tunesia’, en vloeiend melodieus, met een diepe ‘sound’, die in ‘Who’s getting sentimental over you’ zowel deed denken aan het geluid van Coleman Hawkins als aan dat van Stan Getz.’
Over drummer Art Taylor schreef men dat hij een meester was op het slagwerk. De Nederlandse bassist Schols leverde een prachtige prestatie door zijn solo in het eerder genoemde: ‘Who’s getting sentimental over you’. In tegenstelling tot de bijeenkomst in Huize Maas van een avond eerder, was het publiek volop aanwezig en helemaal in de ban van de gebrachte muziek. Behalve de gastmusici speelde ook het huiscombo in de Mambo Bar: Leo de Ruiter op drums, Freddy Rikkers op bas en Rein de Graaff op piano.
Rein de Graaff, geboren in Veendam, is alom bekend in Nederland en internationaal ook zeer gewaardeerd. https://www.draaiomjeoren.com/interviews/degraaff.html
In 1965 vierde jazz zangeres Rita Reys een jubileum. Tien jaar lang nam ze jazzplaten op en dat betekende destijds wel iets in een land, waarin het uiterst moeilijk was opnamen met jazzmuziek aan de man te brengen. Natuurlijk vormde ook het buitenland een belangrijk afzetgebied, een direct gevolg van de kwaliteit, kenmerkend voor Rita’s vocale prestaties. Maria Everdina Reys werd op 21 december 1924 in Rotterdam geboren. Haar vader, Karel Reys sr., was een bekwaam musicus, die als kapelmeester en ‘Stehgeiger’ in grote theaters en clubs gewerkt had. In het leven van zijn kinderen betekende de muziek dan ook altijd meer dan iets waarmee vader zijn brood verdiende.
Ook Karel Reys jr. (destijds anderhalf jaar jonger dan Rita) werd beroepsmusicus en van de meisjes Reys heeft onder anderen Elly zich destijds naast haar grote zuster leren kennen als een uitstekend jazzvocaliste. Toen Rita zestien jaar was, rijpte bij haar het plan zangeres te worden. Zij kende toen nog maar één liedje: ‘Nobody's Sweetheart,’ waarmee zij een auditie maakte bij de Hawaïan Minstrels onder leiding van Frans van Lankeren. Oppervlakkig had Rita in die tijd al met jazzmuziek kennis gemaakt bij vrienden, die platen van Goodman, Basie, Ellington en Armstrong bezaten.
Rita wilde meer van de jazz weten. Dat gebeurde in 1943 in Hilversum, waar zij kennis maakte met ondermeer de drummer Wessel Heken, met wie ze op 21 november 1945 in het huwelijk zou treden. Heken speelde bij Lex van Spall. Dit orkest trad ondermeer op in het Hof van Holland in Hilversum, toen omgedoopt in de ‘Moonlight Garden’, een club voor Canadese onderofficieren.
De jaren 1949 en 1950 waren historische tijden voor de Nederlandse jazz met twee dominerende ensembles: het Rob Pronk Boptet en het Rita Reys-sextet. Laatstgenoemde formatie maakte tournees door Engeland, Duitsland en Zweden. In deze periode kwamen er radio-uitzendingen en platen. In Amerika zong Rita bij Art Blakey, Count Basie, Stan Getz, Sonny Rollins en Jimmy Smith.
In 1957 kwam Wessel Heken plotseling te overlijden. Rita, achterblijvend met een dochtertje van nog geen drie, probeerde een tijdje om met wat lichter getinte liedjes aan geld te komen. Langzaam herstelde zij zich van het verlies. Pas na een jaar was zij weer terug in de jazzwereld; rijper, wijzer en intenser zingend. Zij was geregeld in gezelschap van de jonge pianist Pim Jacobs (geboren 29 oktober 1934). In 1960 vroeg Pim Rita ten huwelijk en op 30 september van dat jaar trouwden zij. Pim Jacobs bleek niet alleen een voortreffelijke echtgenoot, maar ook zijn waarde te hebben als zaakbehartiger voor Rita Reys en een warm voorvechter te zijn van de jazz.
De vele prijzen die Rita in de jaren voor 1965 kreeg uitgereikt, werden voor een goed deel bereikt door Pim’s muzikale en zakelijke werk. Zo vergaarde ze onder meer de Europabeker, de Edison, de prijs van Comblain-la-Tour, Juansles-Pins en eind 1964 de prijs van het jazzfestival te Praag. ‘My Funny Valentine’ was Rita's eerste opname, terwijl ‘Boy From Ipanema’ haar meest recente was in 1965.