tekst: Hans Knot
Ter voorbereiding van het volgende item over 1971 was ik in gedachten bij onze thuissituatie in Groningen in dat jaar. We waren verhuisd van de Korreweg, waar mijn ouders het kappersberoep uitoefenden, naar een totale nieuwbouwwijk met de naam Vinkhuizen. In een hoog flatgebouw was een appartement in gebruik genomen met drie slaapkamers, een geweldig grote keuken en soortgelijke badkamer. Maar ook de huiskamer, met uitzicht op het verkeer op de oude Rijksweg tussen Groningen en Leeuwarden, mocht er, gericht op grootte, zeker wezen.
Niet alleen was er ruimte voor een 8 persoons eettafel en een boekenkast, ook was er een ruim zitgedeelte waarbij ook een groot exemplaar van een kleurentelevisie was opgesteld. Deze laatste kwam mee van de Korreweg en was in 1967 aangekocht bij de firma Barth de Ridder. Bart was een huisvriend en klant in de kapsalon en ik wil niet zeggen dat de kleurentelevisie met handjeklap was aangekocht maar zeker werd er een redelijke korting verleend om het exemplaar binnen de familie Knot te laten floreren.
We waren er dus redelijk vroeg bij en bij vele gezinnen was de situatie in 1971 totaal anders want een in de maand 1971 uitgevoerd onderzoek, waarvan de resultaten in oktober van dat jaar bekend werden, bleek dat ongeveer 6% van de Nederlandse bevolking in de categorie van twaalf jaar en ouder in de gelegenheid was om thuis naar programma’s in kleur te kijken, hetgeen neerkwam op rond de 600.000 kijkers.
Verder kwam uit het onderzoek naar voren dat meer dan een kwart van de bevolking nog nooit een televisieprogramma, of een deel ervan, in kleur had gezien. In die tijd waren er overal in Nederland leveranciers die in de voorruimte van de winkel of woning in de avonduren, wanneer er televisie-uitzendingen waren, een ctv, zoals het afgekort werd genoemd, aan had staan zodat nieuwsgierige inwoners konden genieten en warm worden gemaakt om tot aanschaf over te gaan van de toen nog peperdure kleuren televisie toestellen. Ook die belangstellenden telden mee als het ging om het percentage van de Nederlanders die weleens kleurentelevisie hadden bekeken.
De gegevens waren trouwens afkomstig uit een onderzoek uitgevoerd door medewerkers van het NOS bureau voor Studie en Onderzoek en was uitgevoerd onder een voor ons land representatieve groep van 1500 personen. Uiteraard werd er ook gevraagd naar hun mening hoe de beelden in kleur tot hen kwamen in vergelijking met de zo overbekende zwart-wit registratie.
Zestien procent van de ondervraagden kwalificeerden de weergave in kleur met ‘echt mooi’. Als het ging om de kleurenkwaliteit stelde 25% dat het als mooi was bevonden terwijl 28% het redelijk vond. Maar er waren ook ondervraagden die niet tevreden waren met het in kleur gebodene want 6% vond het lelijk terwijl 15 personen het echt heel lelijk hadden gevonden. Recentelijk ontving ik een gedigitaliseerde opname, die in zwart wit destijds was uitgezonden, en vroeg met af in hoeverre we destijds deze vorm van transmissie hebben kunnen verdragen.