tekst: Hans Knot foto: Studio Radio Monique (archief SMC)
In deze zomermaanden wil ik, in een aantal afleveringen, onder meer terugblikken naar hoe met luistercijfers kon worden getoverd. Eerder publiceerde ik jaren geleden hierover en ik heb de gegevens er nog maar eens bijgehaald. Vandaag deel 2.
Natuurlijk zijn er ook voorbeelden te vinden van meer betrouwbare luistercijfers dan die waarmee de verschillende radiostations zwaaiden. Zowel Radio Veronica als Radio Noordzee waren in de jaren zeventig van de vorige eeuw immers gewoon opgenomen in het kijk- en luisteronderzoek van de NOS. Men wilde de aantrekkingskracht van die stations immers kunnen vergelijken met die van de toenmalige popzender "Hilversum 3", die in 1965 was gelanceerd als de publieke tegenhanger van de zeezenders.
Zelfs in de nadagen van de Nederlandstalige zeezenders werden de gegevens van de zeezenders nog meegenomen in de toenmalige kijk- en luisteronderzoeken. In het najaar van 1985 werd er zelfs een speciale telefonische enquête gehouden, waarin werd nagegaan in hoeverre de zeezenders en landpiraten werden beluisterd en welke redenen de luisteraars daarvoor hadden. Voor dit onderzoek werden er op twee achtereenvolgende dagen — 1 en 2 oktober — bij elkaar 672 personen ondervraagd. Dat kwam neer op 86 procent van de beoogde steekproefgrootte van 780 personen boven de vijftien jaar. Dat aantal lijkt groot genoeg om van een representatieve steekproef te kunnen spreken.
Op het moment van de enquête waren er drie zeezenders actief: "Laser 558," "Radio Caroline" en "Radio Monique." Laser 558 zond haar programma's uit vanaf de MV Communicator; Caroline en Monique vanaf de MV Ross Revenge. "Laser 558" en "Radio Monique" waren nog niet zo lang in de ether. "Laser 558" startte haar testuitzendingen op 19 januari 1984, terwijl Radio Monique officieel op 15 december 1984 de lucht inging. De stations hadden zich in die korte tijd toch al een behoorlijke aanhang weten te verwerven, want uit de telefonische enquête bleek dat 21 procent van de ondervraagden wel eens naar deze zeezenders luisterde.
De onderzoekers wisten nog meer details te noemen. Zo konden ze melden dat op de dag van ondervraging niemand op een van de drie voornoemde stations had afgestemd. Toch werd er wel op de stations afgestemd. In de steekproef luisterde een percentage van slechts een procent al dan niet met regelmaat dan wel eens per week naar Laser 558, hetgeen neerkwam op een totaal van zeven personen.
Radio Caroline kwam er al veel beter vanaf, want dat station werd in die periode verdeeld over alle leeftijdsgroepen boven de 15 jaar liefst door 62 personen, oftewel negen procent van alle ondervraagden, verkozen als afstemmingsdoel. Natuurlijk niet constant maar wel met regelmaat. Van deze groep van Caroline-luisteraars stelde twee procent dagelijks naar dat station te luisteren, 27 procent enkele dagen per week en 26 procent gemiddeld eens per week. Van de resterende respondenten gaf 44 procent aan minder dan eens per week te luisteren naar de uitzendingen van Radio Caroline. Bij elkaar stemde van deze ondervraagden dus meer dan de helft — oftewel vijf procent van alle ondervraagden — wel eens per week of meer op Radio Caroline af. Omgerekend naar de totale bevolking kwam dat neer op ruim een half miljoen wekelijkse luisteraars.
Opmerkelijk was dat Radio Monique nog hoger scoorde dan Radio Caroline, dat destijds toch een veel grotere naamsbekendheid had dan het nieuwe Radio Monique. Men kwam via de telefonische ondervraging uit op een percentage van liefst 14 procent, ofwel 91 respondenten van de steekproefgroep, verdeeld over alle leeftijdscategorieën. Opmerkelijk was dat 11 procent van de Monique-luisteraars dagelijks afstemde op de programma's, die vanaf het zendschip de Ross Revenge onder de noemer Radio Monique werden uitgezonden.
Het percentage dat iedere week een of meerdere keren afstemde lag op 29 procent. Bij elkaar genomen luisterde zo'n 65 procent een of meer keren per week naar Radio Monique. Minder vaak afstemmen bleek bij 35 procent van de ondervraagden het geval te zijn. Van alle ondervraagden luisterde kortom iets meer dan negen procent een of meerdere keren per week naar Radio Monique. Omgerekend naar de totale bevolking was dat een klein miljoen wekelijkse luisteraars.
Voor de respondenten die tijdens de ondervraging aangaven naar dit station te luisteren was er in de enquête nog een nog een korte serie vragen opgenomen met betrekking tot een vergelijking met Hilversum 3 en de redenen waarom men aan de zeezender Radio Monique de voorkeur gaf boven andere stations. Onderstaand overzicht werd meegenomen in het NOS-KLO-bulletin van november 1985:
• Meer toeval, luistert met anderen mee: 28 keer;
• Radio Monique heeft meer non-stop-muziek, minder gepraat: 21 keer;
• Betere en leukere muziek dan Hilversum 3: 10 keer;
• Als op Hilversum 3 de EO is: 9 keer;
• Als op Hilversum 3 niets aantrekkelijks is: 7 keer;
• Radio Monique heeft meer Nederlandstalige muziek: 7 keer;
• Radio Monique heeft een meer gevarieerd aanbod: 5 keer;
• Radio Monique is gezelliger: 4 keer;
• Als op Hilversum 3 de VPRO is: 4 keer;
• Als Hilversum 3 niet zo goed te ontvangen is: 4 keer.
Van de ondervraagden gaf 11 procent tevens aan dat men door de komst van Radio Monique zeker minder naar de uitzendingen van Hilversum 3 was gaan luisteren. Daarnaast werd er door de onderzoekers nog een aantal bredere conclusies getrokken over het publieksbereik van Radio Monique:
• Van alle Nederlanders ouder dan 15 had 28,4 procent in 1985 wel eens gehoord van Radio Monique; dat waren op dat moment, vertaald naar de gehele bevolking, 3.073.500 personen.
• Van alle Nederlanders zei 12,7 procent, oftewel 1.375.000 personen, bovendien regelmatig te luisteren naar het station.
• Van alle Nederlanders tussen 15 en 24 jaar had 45,2 procent wel eens van het station gehoord; dat waren 978.308 personen.
• Van alle mensen die in grote steden woonden in het westen van het land, had 29,6 procent wel eens gehoord van Radio Monique en 16,9 procent, op dat moment 313.495 personen, luisterde regelmatig.
• Van de rest van de mensen uit het westen had 41 procent wel eens gehoord van Radio Monique en 18 procent luisterde regelmatig, ofwel nog eens 553.860 regelmatige luisteraars.
De naamsbekendheid van Radio Monique was dus klaarblijkelijk relatief groter in de Randstad dan daarbuiten. Binnen de Randstad was Radio Monique echter meer bekend buiten de grote steden dan daarbinnen. Aan het bereik van de zender van Radio Monique kan deze beperking tot het Westen van Nederland overigens niet hebben gelegen. Het station was overdag en in het begin van de avond on-air; en de programma's waren in heel Nederland zonder probleem te ontvangen, gezien de kracht van de eerste frequentie (963 kHz) en het sterke zendvermogen.
Al met al lijken dit betrouwbare cijfers wat betreft het publieksbereik van Radio Monique in vergelijking met de gegevens die Dennis King namens de Caroline-organisatie twaalf jaar eerder dacht te kunnen verspreiden. Een bron van eerlijkheid waren die cijfers bepaald niet, misschien eerder een bron van heerlijkheid voor eigen genoegen.