tekst: Hans Knot
In de maand januari is het al jarenlang de gewoonte om zeer feestelijk via de televisie de beste musical te eren maar ook diverse sterren en sterretjes in het spotlight te zetten voor hun rol binnen de Nederlandse musical industrie, waarin jaarlijks vele miljoenen euro’s in om gaan. Grote theaters worden maanden lang of zelfs meer dan een jaar gevuld met musicalbezoekers uit het gehele land, waarna betreffende musical ook nog eens groots op tournee gaat door ons kikkerland. Er is de laatste decennia een grote liefde ontstaan voor de musical, hoewel niet iedereen fan van deze soort van creatieve show is.
Heel stilletjes deed het fenomeen ‘musicals’ in de jaren zestig van de vorige jaar haar intrede in ons land. ‘My fair lady’ bijvoorbeeld was op vele toneelplanken in den lande te zien en tijdens grote bedrijfsfeesten werden een aantal avonden achter elkaar voor werknemers, echtgenoten en familieleden, speciale musicalshows opgevoerd door in de avonduren actieve collega’s, die hielden van zang en dans. Maar dat het ook wel goed uit de hand kon lopen bleek in de maand juni 1971.
In het Amsterdamse Desmettheater waren in de daaraan voorafgaande weken de repetities geweest van een musical die voor ons land nieuw was. ‘Oh Calcutta’ was overgewaaid uit de VS en kreeg al ver voordat de eerste officiële voorstelling was geweest veel, vooral negatieve, publiciteit in de dagbladpers. Zo was er sprake van enorme hoeveelheden naakt op het podium en kreeg het al de bijnaam van seksmusical. Op de avond van de generale repetitie, die wel toegankelijk was voor het publiek, bleek ook een afvaardiging aanwezig van de Amsterdamse zedenpolitie om eventueel te kunnen ingrijpen als er tegen bepaalde regels activiteiten op het podium plaats vonden. De volgende dag wisten aanwezige journalisten echter in hun kranten te melden dat het optreden zonder strubbelingen en protesten was verlopen.
Of dat ook zo zou blijven vroeg men zich wel af en een journalist van de GPD had deze vraag ook voorgelegd aan de producer Herman Dijckmeester. Deze reageerde dat het een kwestie van afwachten was daar de Amsterdamse officier van Justitie, mr. Hartsuiker, ook in de zaal was geweest en deze zich nog over bepaalde scènes nog zou beraden.
In ieder geval liep het op de avond van de generale repetitie storm bij het Amsterdamse Desmet theater en moest een kwartier de voorstelling het bordje 'Uitverkocht' worden opgehangen. De aanwezigen in de zaal reageerden over het algemeen, op een paar voorste rijen na, geestdriftig. Maar toch bleef bij een aantal journalisten het de vraag of 'Oh Calcutta' in de gebrachte opvoering de première wel zou halen.
Voor de in de zaal aanwezige actrice Ma Bons hoefde het na de pauze beslist niet meer. Zij had er schoon genoeg van, omdat volgens haar de schitterende teksten op het toneel werden vermoord. Met een “Ik zou ze er het liefst van af schoppen", verliet zij de zaal protesterend, wat uiteraard werd geconstateerd door de aanwezige journalisten die maar wat graag haar mening de volgende dag in hun kolommen plaatsten.
Op de zaterdagavond, de dag na de generale repetitie, werden er door het NOS Journaal zelfs beelden vertoond, waarbij aanzienlijke aandacht aan de naakte acteurs en actrices werd geschonken. De maandag erna was in de kranten te lezen dat er geen opmerkelijke reacties waren binnengekomen. De dienstdoende NOS-telefoniste had enige tientallen telefoontjes, wellicht oplopend tot plusminus 100, dienen te verwerken van mensen die hun ongenoegen over het nieuwsitem kwijt wilden. Ook de joumaaldienst van de NOS zelf had, volgens een aantal berichten in de kranten, een aantal telefonische reacties binnengekregen.
Een woordvoerder van de NOS Persdienst deelde mee: “Het is allemaal enorm meegevallen. Als er iets op het scherm gebeurt, dan weet je eenmaal van tevoren dat er reacties van de kijkers komen. Over schriftelijke reacties kunnen we natuurlijk nog niets zeggen. Mochten er inderdaad brieven zijn geschreven, dan ontvangen we die pas morgenochtend.” De plaatsvervangende hoofdredactie van het NOS-journaal was volledig op de hoogte geweest van de uitzending van de blote fragmenten. Hoofdredacteur Simons was volgens de berichtgeving in de kranten al enige tijd met ziekteverlof.
Terloops werden resultaten van een eerder uitgezonden programma met vertoond naakt aangehaald in de verslaggeving rond de nieuwe musical: ‘De seksuele voorlichtingsfilm ‘Growing up’, waarover in Engeland nogal wat rumoer was ontstaan, heeft bij zijn vertoning vorig maand op de Nederlandse beeldbuis 2,5 miljoen kijkers getrokken. De kijkdichtheid, 23,7 procent, was aanzienlijk groter dan die van het eraan voorafgaande programma (8,8 procent). Dat betekent dat bijna anderhalf miljoen mensen hun televisie omstreeks elf uur 's avonds speciaal voor de voorlichtingsfilm hebben aangezet. De NVSH, die de film in haar televisieprogramma ‘Sextant’ vertoonde, heeft deze cijfers van de afdeling Studie en Onderzoek van de NOS bekendgemaakt. De kijkdichtheid van de film was ook hoger dan de gemiddelde kijkdichtheid, die 8 procent bedraagt.
Op 23 juni 1971 werd er bekend gemaakt dat de vertoonde naaktbeelden in het NOS Journaal van de daaraan voorafgaande zaterdagavond ter sprake zouden komen in een vergadering van de Raad van Beheer van de Nederlandse Omroep Stichting. De kwestie was op de agenda geplaatst, aangezien — zo deelde een lid van het dagelijks bestuur mee — men in sommige kringen de mening was toegedaan dat met de uitzending van de bewuste fragmenten de fatsoensnormen waren overschreden.
Ook werd bekend dat de adjunct-hoofdredacteur van het NOS Journaal, tevens presentator van de Haagse politieke onderwerpen, Hans van der Werf, telefonisch al ter verantwoording was geroepen door de heer Schüttenhelm, en hem enkele vragen naar aanleiding van de vertoonde fragmenten had gesteld. Van een berisping in deze aan het adres van de heer Van der Werf was echter geen sprake.
Weer een dag later, 24 juni, werd bekend gemaakt dat noch de Officier van Justitie te Amsterdam noch het bestuur van de NOS overwogen maatregelen te nemen ter voorkoming van de opvoering van ‘Oh Calcutta’. Mr Hartsuiker, officier van Justitie in Amsterdam, bleek wel te hebben aangedrongen op enkele aanpassingen in de productie van de musical, terwijl het NOS-bestuur ter vergadering bijeen het onderwerp slechts terloops had besproken maar vooreerst geen mededelingen hierover wenste te doen.
Maar twee dagen later, 26 juni 1971, maakten de hoge heren in Hilversum wel bekend dat de Journaalredactie met het uitzenden van de opnamen van ‘Oh, Calcutta’ te ver was gegaan. In het journaal waren volgens het NOS Bestuur beelden getoond van deze overwegend naakte musical met het gevolg dat vijftig geschokte kijkers verontwaardigd opbelden en 88 boze brieven binnenkwamen bij de NOS. Na overleg met de staf van de programmadienst was het Bestuur van de NOS tot de conclusie gekomen dat deze wijze van registreren van een nieuwsbericht onjuist en ontoelaatbaar was. Dit standpunt was op die 26ste juni tevens ter kennis gebracht van de journaalredactie en de desbetreffende redacteur, zo deelde voorzitter Schüttenhelm tijdens een persbijeenkomst mee.
Tenslotte bemoeide zich ook minister Marga Klompé zich met de vertoonde flitsen van de musical. Zij deelde het oordeel van het NOS-bestuur dat de manier waarop scènes van de seksmusical ‘Oh! Calcutta!’ op de beeldbuis werden gebracht onjuist en ontoelaatbaar was. Ze reageerde daarmee op vragen gesteld door het toenmalige Tweede Kamerlid Jongeling van de GPV, die klaarblijkelijk een televisie in huis had, wat zeer ongebruikelijk was in kringen van deze partij.
Trouwens in de Nederlandse versie, die niet al te lang in de theaters was te zien, speelden onder anderen Willeke van Ammelrooy, Arnie Breedveld, Paula Majoor, Jan Wegter en Natascha Emanuels een hoofdrol.