tekst: Hans Knot
Onder het mom ‘je dient toch wat te organiseren om telkens maar mensen te trekken’ besloten de organisatoren van Expo 67 in het Canadese Montreal aandacht te besteden aan de geschiedenis van de typemachine en de meer toenmalige recente ontwikkelingen op dat gebied. Expo 67 was trouwens de 29ste wereldtentoonstelling en deze werd gehouden tussen 21 april en 27 oktober 1967 en internationaal werd de Expo 67 ook wel ‘1967 International and Universal Exposition’ genoemd.
Het was één van de eerste wereldtentoonstellingen die ik, na die van Brussel, bewust heb gevolgd in de dagbladpers van destijds. Zo werd na afloop bekend gemaakt dat het een van de succesvolste wereldtentoonstellingen van de 20ste eeuw was geweest en dat vertegenwoordigingen uit 62 landen hun specialiteiten hadden ondergebracht in diverse stands. Meer dan 50 miljoen mensen hadden tijdens de voornoemde periode de Expo 67 bezocht.
Al in een zeer vroeg stadium was het idee ontstaan om in Canada een wereldtentoonstelling te organiseren. In 1958 maakte de toenmalige senator Mark Drouin de plannen bekend en hij stelde daarbij dat 1967 een prachtig jaar zou zijn de Expo te organiseren omdat in dat jaar tal van activiteiten zouden plaatsvinden die te maken hadden met een honderdjarig bestaan van Canada als natie. Maar in eerste instantie was er weinig reden tot juichen toen bekend werd dat in 1967 het organiseren van een dergelijke tentoonstelling waarschijnlijk zou worden toegewezen aan Moskou, waar in dat jaar de 50 jaar Russische Revolutie gevierd werd.
Om verschillende redenen ging de organisatie in Moskou niet door waardoor in 1962 alsnog Canada weer in beeld kwam en de stad Toronto verkozen werd tot de plek waar de wereldtentoonstelling plaats zou gaan vinden. De lokale politici in die stad waren het bij lange na niet eens over het organiseren van de Expo en bliezen het geheel af, waarna Montreal in beeld kwam. Maar ook in deze stad was het enthousiasme, vijf jaar voordat het evenement plaats diende te vinden, laag te noemen. Gelukkig was daar Jean Drapeau, de toenmalige burgemeester die een team van nieuwe managers aanstelde en doorzette met zijn plannen. Hij liet onder meer een nieuw eiland aanleggen in St. Lawrence River, Saint Helène, waardoor er ook een koppeling kwam met bestaande eilanden St. Pièrre en Nôtre Dame. Opmerkelijk is te noemen dat het nieuwe deel voornamelijk was ontstaan na storting van materialen die in 1965 waren vrijgekomen bij het boren van de tunnels voor de Metro in Montreal.
Om de 90 verschillende paviljoens optimaal te kunnen bezoeken was er ook een Expo Express ingezet met volautomatische treinen, maar omdat de vrees bestond dat bezoekers niet zo snel in die tijd in een dergelijke trein zouden stappen werden wagonpersoneel ingezet om de deuren te sluiten. Iedere vijf minuten werd er een trein ingezet op het maar 5,7 kilometer lange traject.
Maar hoe zat het met de uitvinding genaamd ‘typemachine’? Tal van landen hebben zo hun landgenoten als uitvinders geclaimd, In Engeland wordt altijd gesteld dat ene Henry Mill al in het jaar 1774 een octrooi kreeg op een apparaat dat iets van een schrijfmachine weg had. Zo hadden de Italianen ene Pellegrino Turri die een dergelijk apparaat ontwikkelde maar ook de Fransen hadden hun eigen uitvinder in de persoon van Xavier Progin en zo was er nog een aantal landen dat de uitvinding van de machine claimde.
Echter wordt de door Christopher Lathman Sholes, Carlos Glidden en Samuel Soule uitgevonden schrijfmachine alom gezien als de enige echte omdat deze machine als eerste in meervoudige productie werd genomen. Nadat ze in eerste instantie een patent hadden aangevraagd en gekregen hadden ze de machines zelf in productie genomen in Milwaukee, maar in hetzelfde jaar 1867 werd het patent verkocht aan de familie E. Remington and Sons. Deze familie maakte vanaf dat moment niet alleen wapens en naaimachines maar ook typemachines. Het zou tot 1873 duren alvorens de eerste commerciële typemachine op de markt kwam in New York. In de loop van de daarop volgende decennia kwamen er allerlei machines op de markt, waaronder de later zeer populaire typemachines voor ondermeer schrijvers en vertegenwoordigers. Vrij snel werd het trouwens de geliefde typemachine in menig huishouden.
Natuurlijk waren er de nodige frustraties. Hoe vaak gebeurde het we niet dat tijdens het te snelle typen de letters op de aanslagstaafjes met elkaar in de war kwamen. Natuurlijk was er weer geen reservelint in huis als uiteindelijk het lint in de machine het begaf.
Omstreeks de tijd dat mijn werkend deel van het leven begon was er ook de introductie van de geavanceerde typemachine. Ik doel dan op de IBM machines met de letterbolletjes. Je kon gewenst de letterbolletjes wisselen zodat je in een ander lettertype ging werken. Bij mijn toenmalige werkgever, het Elektriciteitsbedrijf voor Groningen en Drente, werd er een speciale middag georganiseerd zodat alle dames op de typeafdeling – ook al een verloren gegaan woord – kennis konden nemen van de mogelijkheden van deze machine, die werd geïntroduceerd door mejuffrouw Diana de Jonge. Het installeren en gebruiken van het correctielint ging met het nodige priegelwerk maar er was duidelijk vooruitgang geboekt.
Het introduceren van de IBM binnen het bedrijf liep ongeveer synchroon met de Wereldtentoonstelling EXPO 67 in Montreal en een van de nieuwigheden die daar werd geïntroduceerd was de schrijfmachine van de toekomst en werd omschreven als een ‘computerachtige toestand die de mens al zover boven het hoofd is gegroeid, dat hij vragen stelt en wij maar hebben te antwoorden.’ De machine werd door anderen weer de geduldige onderwijzer genoemd. Ik vond een verslag terug betreffende deze nieuwe ontdekking in 1967 waarin het volgende werd gemeld:
‘De bezoekers beleven een onbedaarlijk plezier. Aangemoedigd door de explicateur mogen zijn één voor één op een bankje plaatsnemen en hun naam en adres aan de machine toevertrouwen. Het getypte schrift werd vervolgens zichtbaar op een bord, dat de vorm had van een filmdoek.’ Ook werden de ‘leerlingen’ getest op kennis. Op het projectiescherm verschenen objecten die men een naam diende te geven en als het antwoord niet goed was meldde de computer weer dat de persoon in kwestie bijvoorbeeld een sufferd was. De vraag is hoeveel van de bezoekers aan de stand in EXPO 67 door hadden dat we aan de vooravond stonden van de doorbraak van de personal computer, een 15-tal jaren later.