tekst: André van Os
Het was mooi om te zien hoe heel Nederland ontroerd was door André van Duin, na zijn prachtige 4 mei toespraak op een nagenoeg lege Dam in Amsterdam tijdens dodenherdenking 2021. Dat is weleens anders geweest. Met name in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw waren de meningen over onze nationale komiek op zijn zachtst gezegd verdeeld. Zeker ‘progressief, intellectueel’ Nederland moest weinig hebben van wat wel smalend zijn onderbroekenlol werd genoemd. Van Duin was dan ook een boegbeeld van de omroep TROS, later van het commerciële RTL, en dat was plat en vulgair.
Voor het verschijnsel dat met name omroepen zich steeds meer op amusement en minder op educatie gingen richten ontstond zelfs een apart, van de TROS afgeleid woord: ‘vertrossing’ (veel later gevolgd door het minder bekende ‘talpaïsering’). Het verzinnen van het woord ‘vertrossing’ wordt aan verschillende personen toegedicht: aan journalist en televisierecensent van Het Parool Wim Jungmann, aan schrijver Wim Hazeu -die het in 1973 zou hebben gemunt toen hij werkzaam was bij de NCRV als hoofd van de afdeling drama, kunst en jeugdprogramma’s- en aan de in 2021 overleden socioloog Peter Hofstede.
Zo staat het althans in de necrologie die Nico Haasbroek schreef voor opinieplatform Joop, geciteerd door Peter de Waard in De Volkskrant: “Hij zou de bedenker zijn van de term vertrossing, hoewel niemand het zeker weet. ‘Alleen ken ik geen ander die zich het begrip heeft toegeëigend’, zegt ex-omroepcoryfee Nico Haasbroek over mediasocioloog Peter Hofstede. ‘Vergehaktballing’ was een van zijn andere termen voor het inruilen van informatie en educatie voor amusement in omroepland. Hofstede was altijd goed voor een scherpe quote of gevatte opmerking.”
Het overlijden van Barend Peter Hofstede (97), op 30 januari 2021 in zijn boerderij De Schatsborg in het dorpje Leermens, was me destijds volkomen ontgaan. Totdat Hans Knot oude columns van Hofstede opstuurde en ik me ook weer zijn televisieoptredens herinnerde. Geboren Haarlemmer, journalist, gepromoveerd op na-oorlogs emigratiebeleid (emigratie die werd afgeremd door de opkomst van… de televisie). Betrokken bij de oprichting van de Filmacademie en de School voor de Journalistiek in Utrecht. Mediasocioloog, grondlegger van het kijk- en luisteronderzoek in Nederland, documentairemaker voor de IKON, hoogleraar godsdienstsociologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, jarenlang columnist voor het Dagblad van het Noorden met zijn soms bijtende ‘Stuurman aan Wal’. Zo’n soort man dus…
En dat in een tijdsgewricht van stevige polarisatie, dat de hedendaagse Nederlandse samenleving soms vredig en harmonisch doet lijken. Voorbeeldje uit een krant van januari 1976, waarin Hofstede zich in zijn column verbaast over de spreektijd die anti-abortus artsen krijgen in het NOS-programma Sprekershoek, De artsen riepen de facto op om stenen bij abortusklinieken naar binnen te gooien. De NOS over Sprekershoek: “Van de aanvang af heeft de NOS onderkend, dat zich bij dergelijke uitzendingen grensgevallen en zelfs grensoverschrijdingen kunnen voordoen. Maar ook wanneer de grens overschreden wordt zal dat, aldus een NOS-woordvoerder, een bijdrage kunnen leveren tot een beeld van aanwezige stromingen”.
Slaan we in diezelfde krant een paar pagina’s terug, dan lezen we over André van Duins carnavalshit ‘Willempie’: “De Nederlandse Omroep Stichting (NOS) heeft vanmorgen haar diskjockey Felix Meurders verboden het succesnummer ‘Willempie’ van André van Duin vanmiddag op Hilversum 3 ten gehore te brengen. Dit ondanks het feit dat dit carnavalslied vandaag de eerste plaats op de nationale hitparade (Top-30) had veroverd. De NOS verklaarde vanmorgen tot dit besluit te zijn gekomen na overleg met een aantal ouders van geestelijk gehandicapte kinderen. Gevolg van dat overleg was dat Herman Felderhof, hoofd van de NOS-radioafdeling ook de discjockeyers van andere omroeporganisaties heeft verzocht ‘Willempie’ niet meer te draaien.” Zo’n tijd dus…
Geen idee of Hofstede een liefhebber was van Van Duin’s humor (ik wel, toen en nu), maar even door associërend: Hofstede bleek dus een man die aardige dingen zei over wat velen verfoeiden, over vertrossing en commercie. En ook -en daar stond hij als academicus lange tijd alleen in- over omroep Veronica. Ik herinnerde me Hofstede’s televisieoptreden in 1995, in een documentaire van Leo van der Goot waarin ook mediahistoricus Hans Knot uitgebreid aan het woord kwam (de baard van Knot was toen bescheiden, maar er is een tijd geweest dat Hofstede én Knot dezelfde imposante baardgroei hadden). Deze documentaire ‘Goodbye Veronica’ behandelde 36 jaar Veronica geschiedenis (1959-1995) en werd uitgezonden op het moment dat de destijds grootste omroep van Nederland na slechts twee decennia het publieke bestel weer verliet en andermaal een commercieel bestaan zocht.
Hofstede in de documentaire: “Je moet je voorstellen dat Nederland nog in de greep was van de verzuiling, van machten van vroeger, die zich na de oorlog scherper dan ooit profileerden. De religies en de bijbehorende stelsels van maatschappelijke organisaties hadden de hele maatschappij in een ijzeren greep”. En even verder, ook over de betekenis van Veronica: “Ik denk dat er echt twee radiopioniers zijn geweest: Willem Vogt in de jaren ’20 en Willem van Kooten in de jaren ’60. En die man zou ik met name willen noemen, want als je over een langere periode kijkt dan komt de visie van die man naar voren als de volstrekte vernieuwing van de hele omroep in Nederland. De reis van Van Kooten, in de eerste helft van de jaren ’60 naar Amerika: hij heeft een rondreis gemaakt langs Amerikaanse radiostations. Hij heeft vervolgens dat systeem -van muziekzender, met weinig gelul ertussen, geen maatschappelijke boodschappen erin, maar eigentijdse muziek- geladen met Engelse muziek. Want net in die tijd kwamen The Beatles, the Mersey Beat enzovoort. Dat bereikte toen de hele Nederlandse jongerensamenleving.”
Hofstede zelf had toen een functie in Hilversum. “Ik was in die tijd hoofd van het Kijk- en Luisteronderzoek in de Nederlandse omroep. Het was in 1965 en Veronica was in volle opmars. En om een idee te hebben van de radiobeluistering in heel Nederland moest je Veronica mee-meten. Want als je alleen maar Hilversum zou meten, dan kon je de luisteraars van Veronica er niet in betrekken en kon je ook niet verklaren waarom Hilversum I en II terugliepen. Ik presenteerde de eerste tabellen daarvan aan het College van Omroepvoorzitters en daar zat de voorzitter van de NRU, de Nederlandse Radio Unie, mr. A.B. Roosjen van de NCRV en die zei: ‘Wat staat daar? Veronica? Wat is dat meneer Hofstede, Veronica? Daar heb ik nooit van gehoord. En ik wil daar ook niets van horen! Zorg maar dat het verdwijnt, u mag dat niet onderzoeken’.
“Er broeide iets, er moest een bevrijding uit die ketenen komen,” beschreef Hofstede de maatschappelijke omslag in Nederland van de jaren zestig en zeventig. “Maar dat proces is door Veronica ongetwijfeld versneld en de basis is verbreed; de algemene basis van de Nederlandse samenleving als een zich verstedelijkende welvaartssamenleving, met nieuwe symbolieken. Niet meer alleen het kruis aan de muur, maar ook de bromfiets en kleding. Voor jongeren kwam er een heel ander waardestelsel naar voren. Dat is door Veronica onderbouwd. Men heeft de opkomende individualisering van de jongeren die zich niet meer in hun achterban thuis voelden, een nieuwe collectieve identiteit gegeven. En daarmee toch over een langere termijn, denk ik, de samenhang, de cohesie in de samenleving gesteund. Terwijl ze beschouwd werden als een soort breekijzer dat buiten de deur gehouden moest worden, zijn ze in werkelijkheid een helende kracht geweest.”
Kijk, als je liefhebber was van Veronica dan waren dit waarderende woorden waar je iets mee kon. Hofstede zou ze vaker herhalen, in radio- en tv-optredens en in de pers. En daarmee was hij een uitzondering, in elk geval in intellectueel Nederland. Of moet je zeggen een voorloper? Denk eens aan Vrij Nederland journalist en VPRO-radiomaker Ischa Meijer, die een televisie talkshow ging maken voor uitgerekend Joop van den Ende en RTL5. In 1993 interviewde hij André van Duin, in diens rol als ‘seizoensarbeider Klaas’. Hier werden grenzen overschreden of kwamen werelden juist bij elkaar?
Als (media)socioloog wist Hofstede dat als geen ander en misschien wel als eerste te duiden, bijvoorbeeld in zijn beschrijving van de legalisering van Veronica toen het toetrad tot het publieke bestel als ‘jongerenomroep’: “Zo werd Veronica op grond van een filosofie die het eigenlijk van huis uit helemaal niet had, binnen gehaald in een club die nog altijd aan elkaar hing van geestelijke en maatschappelijke stromingen, waarvan sommigen terug gaan tot 2000 jaar geleden ongeveer en waarvan de meesten toch inmiddels uitgehold waren door hetzelfde principe waardoor Veronica tot stand was gekomen, namelijk de commercie.”
Bij het afscheid van Veronica uit het bestel had Hofstede ook wel wat kritische noten: “Ik denk dat de toevoeging van het medium televisie voor Veronica niet een wezenlijke versterking is geweest van zijn image. Dat hadden ze eigenlijk kunnen missen. Ze hebben er in de televisieprogrammering nooit zo verschrikkelijk veel van gemaakt. De aanhang van Veronica staat eigenlijk los van de programmering, is mij opgevallen. Ik heb daar wel eens onderzoek naar gedaan. Toen bleek dat onder jongeren de klank van het woord Veronica voldoende was om daar bij te willen horen. Het was een hele sterke kracht, die nog niet helemaal is uitgewerkt. Maar toch in zoverre zal zijn uitgewerkt dat men er niet verder op kan teren. Men heeft dat ook wel in de gaten. Dat eigenlijk de koek wel op is nu. De cyclus is voltooid, Veronica doet nu weer definitief de stap naar zoals het ooit begonnen is, door puur commercieel te worden.”
En dat waren uitspraken in 1995, toen het (tweede) commerciële avontuur net begon, omroep, blad en vereniging nog uit elkaar moesten spatten en het ‘merk’ uiteindelijk in handen kwam van Talpa. Peter Hofstede beschouwde het kritisch, maar zei tenminste ook vaak iets aardigs over Veronica.