tekst: Hans Knot
Je dient je in gedachten geheel af te sluiten bij het lezen van de volgende herinnering. Nee er was geen postorderbedrijf waar – zoals velen heimelijk doen – een dvd kon worden besteld. Er waren winkeltjes waar in een achterkamertje op een stoel, tegen betaling, een 8 mm filmpje kon worden bekeken. Op de middelbare scholen werd de Chick en Candy dagelijks onder de jongens gedeeld om toch vooral iets meer gewaar te worden over seks en lekkere chicks. Thuis werd er in de meeste gezinnen nooit over gepraat dus was het schoolplein en het fietsenhok om meer gewaar te worden. Mijn seksuele voorlichting heb ik in ondergaan tijdens een 16-jarigen cursus in de pastorie van de Sint Franciscuskerk in Groningen. Pastoor Schoenmaker vertelde de ins en outs en legde vooral overal een verbod op.
Porno veroverde stap voor stap een legale status als het ging om de tijdschriften, die een eigen plankje kregen in de tijdschriftenkiosk. Maar het kon ook leidden tot rechtszaken, zoals in juni 1971. Want in het openbaar hield de strafkamer van de Amsterdamse rechtbank een porno-matinée. Drie films stonden op het ‘programma’, waarin de geslachtsdriften werden botgevierd. Stel je toch voor rechters in hun zwarte kledij deels slechtziend turend naar het filmschermpje. In de GPD kranten werd er melding van gemaakt: ‘Bijna een obscuur theater was de door gesloten gordijnen halfduistere rechtszaal met op een klein scherm de wellustige beelden. De rechtbank wilde even zien wat voor films men zoal te zien had gekregen bij de Holio (porno)club, die menige bezoeker had getrokken in zijn onderkomens aan de Nieuwezijds Voorburgwal en de Prins Hendrikkade in
Amsterdam.’
Van waar destijds deze rechtszaak? Vele van dergelijke clubs adverteerden in de blaadjes en de kleine kolommen van lokale kranten en deden zich voor als besloten club, waardoor de eigenaren niet in problemen konden komen met de wetgeving. Maar Justitie liet bepaalde clubs observeren en zag dat niet toevallige passanten aanbellen en er werd niet om lidmaatschapskaart gevraagd maar de deuren gingen wijd open voor mannelijke bezoekers, ja ver voordat parenavonden werden geïntroduceerd. Bij andere clubs werd gewoon een entreekaartje verkocht wat dan automatisch betekende dat men voor de betreffende duur van aanwezigheid in de club lid was geworden. En dus was er geen sprake van beslotenheid.
Andermaal een reactie uit de GPD kranten van juni 1971: ‘Daarmee kwam de toegangsprijs — door gelijktijdige storting van het zogenaamde contributiegeld — wel wat hoog uit te vallen, maar wezenlijk verschil met een bioscoopkaartje zag de officier van Justitie, mr. C. Habermehl, er niet in. Hij vond dat in het geval van de Helio-club — ook wel ‘Sociëteit voor Seksuele Evolutie’ genoemd — geen sprake was van besloten voorstelling. Tegen de exploitant van het tentje, tevens voorzitter van de vereniging, Gerrit B., eiste hij daarom 500 gulden boete wegens het in voorraad hebben van pornografische films om die openlijk te vertonen. Gerrit B. had er niet veel werk van gemaakt om zich te verdedigen. Hij was zelfs niet verschenen.’
Het bleken ondertussen verkennende stappen die er werden gezet. Het ging erom vast te stellen of van beslotenheid van de clubs kon worden gesproken want het gerecht vond het belangrijk dat daar in 1971 eindelijk eens een uitspraak zou gaan komen.