tekst: Hans Knot
Heel veel mensen, op welke manier dan ook betrokken binnen de historie van de Nederlandse radio, hebben in de loop van de afgelopen zeven decennia, meegewerkt aan de vele ziekenomroepen die Nederland rijk was. Ikzelf ben tussen 1969 en 1994 actief geweest in diverse ziekenomroepen als die van het RKZ in Groningen, het sanatorium Beatrixoord in Haren en via Park Radio Producties met de productie van programma’s voor vele andere zieken- en verpleegtehuizen.
Dit vaak met een team van enthousiaste medewerkers, die ik, gedurende onder meer 15 jaar als programmaleider, op een enorme heerlijke manier kon motiveren om toch weer iets extra’s te doen. Er waren twee periodes dat we bijvoorbeeld actief waren binnen Beatrixoord. De aanwezige apparatuur binnen deze instelling bestond uit een schakelkast met ingebouwde draaitafel die misschien voor de jaren vijftig van de vorige eeuw voor een eenmansorganisatie goed genoeg was maar niet voor ons team van West Point BBMS, dat stond voor Beatrixoord Better Music Station.
Er was een kleine vrienden- en familiegroep die garant stond voor drie dagen per week aan uitzendingen, waarbij de te gebruiken apparatuur per fiets of per bromfiets vanuit het noorden van de stad Groningen iedere keer mee werd genomen. Waaronder Sennheiser microfoons, Sony en Revox Recorder en Dual draaitafels. Aanschaf van meer apparatuur en de benodigde te draaien platen, kostte veel geld en de in Beatrixoord aanwezige mini-discotheek had een hoge ‘Muzikale Fruitmand Gehalte’.
De oplossing was het starten van een sticker actie, waarbij deze was ontworpen door broer Egbert. Opmerkelijk was dat we deze stickers voor de prijs van 1 gulden aanboden aan de bezoekers van de langdurige zieken van Beatrixoord. Alleen was vooraf door de directie en de geestelijke verzorger ds. Faassen, heel duidelijk aangeven dat de verkoop niet mocht plaatsvinden op het terrein van Beatrixoord aan de Dilgtweg. Een vorm van tegenwerking van de directie maar ook een vorm van voldoening van het liefdadigheidswerk vanuit de ziekenomroep. En dus stonden we geruime tijd in de avonden met een stapel stickers in de directe omgeving deze aan de man/vrouw te brengen. Het heeft een aardig bedrag opgeleverd maar ook zag je de stickers later op de meest vreemde plekken terug. Ik herinner me nu, bijna 50 jaar later, dat op het richtingsbord aan de Rijksstraatweg naar Beatrixoord, gezien vanaf de stad Groningen, zeker 15 jaar op de achterkant een Westpoint sticker zichtbaar was.
Terugdenkend aan de twee periodes, dat we als ziekenomroep binnen dit toenmalige sanatorium actief waren, komt onmiddellijk een beetje een nare herinnering naar boven. Een marathon uitzending, verdeeld over drie dagen, was er door ons georganiseerd vanwege het 1-jarig bestaan van West Point. Vele luisteraars hadden dat lange weekend de weg gevonden naar de studio, gelegen in een ruimte naast de hoofdingang van Beatrixoord. Men was aardig mobiel en vooral herstellende van een enorme tbc epidemie in plaatsen waar de geestelijke belevenis veel hoger was dan in de minder religieuze gemeenten en dus inenten veelvuldig werd geweigerd.
Het was ons tevens gelukt nationaal wat aandacht te krijgen via een documentaire over de ziekenomroep, die via Hilversum 1 en de KRO werd uitgezonden, terwijl op de tweede dag, de zaterdag, een redelijk langdurige schakeluitzending was tussen de ziekenomroep en Hugo van Gelderen van de TROS in Hilversum.
Ziekenomroepmedewerkers hebben altijd de werkzaamheden op vrijwillige basis gedaan, namen hun broodjes en drinken mee maar werden soms toch wel in een verdrietige hoek gedreven door personen van wie ze het niet verwacht hadden. Op die gedenkwaardige zondag, die was bedoeld als prachtige afsluiting van de marathon uitzending kwam de geestelijke verzorger, ds. Faassen, de uitzending afsluiten. Hij vond de inzet van de zes medewerkers niet onder woorden te brengen, zo mooi en voegde eraan toe dat als dank hij één blikje worstjes van huis had meegenomen zodat we die nog even konden warm maken na de uitzending.
Maar het kon allemaal nog erger. Maar voordat ik hier toe overga wil ik vooral benadrukken dat al die jaren werken binnen de ziekenomroepen heel veel vreugde en plezier en vooral voldoening hebben opgeleverd. Laten we gaan naar het najaar 1973. Het zal medio oktober zijn geweest dat een goede radiovriend, wonende aan de Friesestraatweg in Groningen, mij vroeg eens contact op te nemen met zijn benedenbuurman, Jan Pruim.
Deze Jan Pruim was verbonden aan het Nederlandse Leger des Heils en had gehoord en gelezen over onze diverse activiteiten binnen de ziekenomroep Studio 73 en het RKZ in Groningen, maar ook over allerlei programmatische zaken die we richting andere instellingen verzorgden. Hij vroeg mij, toen ik gezeten in de achterkamer van zijn huis hem voor het eerst ontmoette, naar de mogelijkheden om gezamenlijk iets op te zetten richting de jaarlijkse Kerstviering. Daarbij stelde hij op voorhand dat het beslist niet de bedoeling was een stempel erop te drukken namens het Leger des Heils maar dat het zijn bedoeling was een Oecumenische dienst, op de vooravond van Kerstmis 1973, aan vele ziekenhuizen, verzorgingstehuizen en revalidatiecentra, te organiseren en gratis aan te bieden.
Uiteraard werd, na een lang gesprek, door mij aan Jan Pruim gemeld dat ikzelf niet alleen een beslissing kon nemen maar graag overleg wenste met de collega’s van de ziekenomroep en de directie van het RKZ, waaraan we toch deels verantwoordelijkheid dienden af te leggen. Vooral was er in gedachten bij mij hoe we technisch gezien het een en ander konden realiseren om een groot aantal tehuizen in de vier noordelijke provincies te kunnen aansluiten, zodat rond de 3500 mensen de Oecumenische Dienst zouden kunnen beluisteren, die gepland was te worden gehouden in het toenmalige Tehuis aan de Lutkenieuwstraat in Groningen.
Het idee was in eerste instantie dat er medewerking zou worden verleend door de geestelijke verzorger van het Rooms Katholieke Ziekenhuis, Pater van der Poel, en er verder een keur aan religieuzen zouden worden benaderd. Dit gebeurde dan ook met de uitnodiging naar voornoemde Pater evenals naar dominee van Petegem en de zoon van Gebedsgenezer Ben Hoekendijk. Tevens werd een aantal koren, waaronder die van het Leger des Heils, uitgenodigd terwijl ook het muziekkorps van het Leger des Heils de dienst deels zou gaan begeleiden.
Maar het liep allemaal anders dan de bedoeling was, want de naam van Ben Hoekendijk, die zelf niet aanwezig zou zijn en dus ook niet zou deelnemen aan de Oecumenische bijeenkomst, viel verkeerd binnen de directie van het RKZ, destijds nog gehuisvest aan de Verlengde Hereweg te Groningen. De programmaleiding werd ter verantwoording geroepen en verteld dat het niet de bedoeling was dat een gebedsgenezer in de persoon van Ben Hoekendijk mee kon doen aan een programma, dat verspreid zou worden onder de luisteraars binnen het Rooms Katholieke Ziekenhuis.
Streng stelde de verpleegkundige directeur, de heer Bosman, dat een dergelijke invulling uit den boze was. Hij, die duidelijk naar mijn mening beïnvloed was door Pater van der Poel, had niet goed begrepen dat het niet om de gebedsgenezer Hoekendijk ging, maar om zijn zoon. In ieder geval werd het de medewerkers van Studio 73, verboden het signaal van de bijeenkomst te verspreiden via lijn 4 van de interne draadomroep in het RKZ.
Ondertussen waren er de nodige voorbereidingen gepleegd en gesprekken aangegaan die onder meer werden gehouden in de veilinghallen aan de Peizerweg in Groningen. Directeur van de onderneming was Hans Mathijssen, die tevens voorzitter van de Commerciële Club Groningen was en dus vele contacten in Groningen onderhield. In ieder geval werd het snel duidelijk dat hij, na sluiting van de groenteveiling in de middag op 24 december, dit gebouw ter beschikking zou stellen aan de technische staf van Studio 73 die gebruik kon maken van de vele aanwezige gewone telefoonaansluitingen, zodat er een netwerkje kon worden gemaakt naar de verschillende aan te sluiten tehuizen en ziekenhuizen. Niet dat de audiokwaliteit een echt goed radiosignaal overbracht maar er waren verbindingen, die pas op een laat moment geregeld konden worden. Studio 73 stond nog in de kinderschoenen maar we waren blij en voldaan dat we dit tot stand konden brengen. Pas later, door goede contacten met medewerkers van de P.T.T. kregen we de beschikking over echte ‘spreek- en muzieklijnen’.
In de weken voorafgaand aan Kerstavond 1973 was er een aantal berichten terug te vinden via de regionale- en dagbladpers en kwam meer informatie naar buiten. Uiteraard werd er uitgebreid ingegaan op het samenwerkingsverband en de mogelijkheid het signaal naar de diverse tehuizen te verspreiden. Maar zo werd onder meer vermeld dat aan alle mensen die in die tehuizen verbleven een boekje met de te brengen liturgie zou worden aangeboden. Tevens was het geregeld dat een 43 meter hoge kraan van de firma Lommerts, die in die tijd werd gebruikt voor werkzaamheden aan de Reitemakersrijge, op de maandagochtend 24 december een plek zou krijgen op de hoek van de Munnekeholm ter hoogte van de zijstraat, waar het Tehuis was gevestigd.
De kraan zou er tot de ochtend van 27 december blijven staan en in de kraan hing vervolgens een 2,5 ton zware driehoek die was gevuld met enkele stichtelijke teksten en die was uitgelicht in de donkere uren. Nadat de eerder genoemde beslissing ons ten ore was gekomen dat de uitzending niet mocht plaatsvinden binnen de muren van het Rooms Katholieke Ziekenhuis, werd dit ook terecht genoemd in een gesprek met een journalist van het Nieuwsblad van het Noorden. De krant kopte de volgende dag met: ‘RKZ kan niet luisteren naar oecumenische dienst patiënten’.
Uiteraard was men in contact getreden met de directie van het RKZ in de persoon van verpleegkundig directeur de heer Bosman. Die stelde dat de beslissing door de volledige directie was genomen: “Er is uitvoerig over gesproken, voordat we zeiden dat het niet moest. De ziekenomroep, die goed functioneert, heeft tot taak de verstrooiing van de patiënten. Bij zo’n dienst, waar de geestelijke verzorging aan te pas komt, licht de verantwoordelijkheid toch echt wel bij de directie en bij het ziekenhuispastoraat”.
In weer een andere krant, de Groninger Gezinsbode, werd gemeld dat er geen onenigheid was tussen directie en de mensen van de ziekenomroep en dat de eerdere berichtgeving op een misverstand berustte. De werkelijke reden was dat voor Kerstavond er al een mis was gepland in de Kapel van het oude RKZ, die via lijn 4, ook in gebruik bij de ziekenomroep, zou worden uitgezonden. Met de laatste opmerking had de directie van het RKZ haar straatje tegenover de medewerkers van de ziekenomroep Studio 73 schoongeveegd. De uitzending vanuit het Tehuis in Groningen ging echter door en er genoten meer dan 3000 luisteraars in tehuizen in de provincie Groningen, Drenthe en Overijssel van een oecumenisch programma, dat duurde tot half elf in de avond voor Kerstmis 1973.