tekst: Hans Knot foto: Skylab 3 [door: NASA]
Ook in deze column van 11 december 2021 aandacht voor de vele aantekeningen die bewaard zijn gebleven van de maanden januari en februari 1974. In de laatste week van januari lekte er een geheim plan uit in Hilversum waarin mogelijke maatregelen werden genoemd om een einde te maken aan de tanende belangstelling voor de uitzendingen van de NOS en de publieke omroepen. Het ging daarbij vooral om de zendtijd van de NOS, die in totaal 72 uur zendtijd op de drie Hilversumse radionetten verzorgde. Uit de uitgelekte informatie bleek dat er een uitbreiding was gepland met een vierde net en voor in de toekomst elk van de vier radionetten een eigen profiel zou worden toebedeeld.
Zo was het plan dat één net bestemd ging worden voor popmuziek, één radionet met een familiaal programma, één station gevuld met cultuur/informatieve programma’s en één vierde met klassieke muziek. Hilversum 4 zou uiteindelijk eind 1975 van start gaan.
Men stelde in het rapport dat het aantal programma's op de verschillende netten min of meer gekoppeld ging worden aan het aantal mensen dat er volgens prognoses naar zou luisteren. De prognoses en onderzoeken hadden onder meer uitgewezen dat 's morgens vroeg tussen 7 en 9 uur kon worden volstaan met uitzendingen van twee netten, terwijl daarna overdag de andere twee radionetten zouden worden toegevoegd en wel tot 5 uur in de middag.
Vanaf dat tijdstip in de middag, zo stelde men, was het brengen van drie netten voldoende tot het middernachtelijke uur, terwijl daarna het de bedoeling was dat er slechts een radionet zou worden gebracht. Ook werd aangegeven dat het niet de bedoeling was dat het lichte-muzieknet totaal voor popmuziek zou worden bestemd. Dat zou volgens het rapport alleen het geval dienen te zijn op momenten waarop voldoende alternatieve programmakeuzemogelijkheden voor het publiek aanwezig waren, met name overdag.
In de nachtelijke uren zou, volgens de samenstellers, een meer algemeen licht muziek programma dienen te worden gebracht. Dit radionet zou een volwaardige AM-golflengte dienen te krijgen (dus niet slechts uitzending via de FM-band.
Het NOS-plan, dat gezien diende te worden als plannen gemaakt door de afdeling Kijk- en Luisteronderzoek van de NOS, stoelde voornamelijk op de geconstateerde teruglopende belangstelling voor de radio-uitzendingen van de publieke omroepen in die tijd. Veel programmamakers hadden in 1973 duidelijk naar buiten gebracht zich af te vragen waarom ze nog intensief programma’s aan het maken waren en ook aangegeven dat ze een andere opzet van de radio vanuit Hilversum wensten. Het was drs. P. Hendriksen met zijn staf die het aangedurfd had het voornoemde rapport samen te stellen en te openbaren. Het waren niet alleen de teruglopende luistercijfers geweest als aanzet tot de inhoud van het rapport maar er speelden ook andere factoren een rol.
Daartoe behoorde onder meer de plotselinge invoering van de nachtuitzendingen op Hilversum 3. Het rapport meldde dat dit meer een politieke beslissing was dan een maatregel en voortkwam uit onder meer een geïntegreerd radioprogrammabeleid. Dit had onder meer een daling van de luisterdichtheid van Hilversum 1 en 2 tot gevolg. Van invloed was tevens de toekomstige verdwijning van Radio Veronica, waarbij er vanuit werd gegaan dat de luisteraars van Veronica automatisch zouden overstappen naar Hilversum 3. Tenslotte werd voor het eerst melding gemaakt omtrent eventuele proefneming met zogenaamde zenderkleuring, dat uiteindelijk vanaf 1 april 1979 zou worden ingevoerd.
Op 25 januari 1974, zo blijkt uit mijn aantekeningen, had de bemanning van het Skylab 3 er liefst 43 miljoen kilometer in de ruimte erop zitten. De drie astronauten van Skylab 3 waren de eerste mensen die liefst 1000 maal rond de aarde hadden gedraaid in hun ruimtetoestel. Op het moment dat ik destijds de aantekening maakte had het trio nog twee weken te gaan. Anno 2021 kan ik mij niet meer voor de geest halen dat dit daadwerkelijk in 1974 voorbij kwam. Gerald P. Carr, William R. Pogue en Edward G. Gibson hadden met hun reis destijds een record gevestigd waarvan werd gedacht dat dit in de daarop volgende tien jaren zeker niet zou worden verbeterd.
De terugkeer naar de aarde werd gepland op 8 februari 1974 en het was al bekend dat met de reis van Skylab 3 er destijds voorlopig een einde zou komen aan de laatste bemande Amerikaanse ruimtevaartvlucht. Wel stond er voor de zomer van 1975 een vlucht op het schema waarin nauw zou worden samengewerkt met het Sovjet ruimteprogramma, maar verbetering van het record zat er toen ook niet in daar deze reis later slechts twee weken ging duren.
En dan het moment dat vele vrouwen zich niet meer precies zullen herinneren. Ik doel op januari 1974 dat het weekblad Story, gericht op de vrouw, het levenslicht zag. Uitgeverij Spaarnestad had voor de lancering gekozen voor het Amsterdamse café ‘De Huiskamer’, toepasselijkere keuze was onmogelijk. Onder de genodigden waren onder meer de Zangeres zonder Naam, Berend Boudewijn, Johnny Kraaikamp sr en Veronica's biechtvader, Frans Nienhuijs.
Story, stond gedurende de eerste periode onder redactionele leiding van oud-Libelle-redacteur Willem Smitt, en doel nummer 1, volgens de redactie, was losjes voorbij te gaan aan het sombere wereldgebeuren, dat door televisie- en dagbladen in de huiskamer destijds werd gebracht. Story pretendeerde niets meer dan een verpozend karakter te hebben en wenste dus nieuwtjes te brengen waarmee verloren uurtjes konden worden gevuld. Nieuws, dat ook in kapsalons en dokterswachtkamers verstrooiing kon gaan brengen.
Dat nieuws bepaalde zich meteen tot de bekende persoonlijkheden en het vorstenhuis, nationaal en internationaal. Behalve nieuwsvoorziening via de eigen redactie van acht personen, waarin Frans Nienhuijs de rubriek ‘U vraagt en wij antwoorden’ verzorgde,
betrok de redactie van Story eveneens onderwerpen van internationale persbureaus en diverse correspondenten. Men had uitgebreid onderzoek laten uitvoeren waaruit bleek dat er ruimte in de markt van bladen was voor een zogenaamd ‘soft-boulevard’ blad en wel gericht op een zogenaamd burgerlijk type.