tekst: Hans Knot foto: GVG buslijn 68 (bron: Wikipedia)
In deze nostalgische column gaan we redelijk ver terug in de tijd en wel naar het jaar 1961 waar we eerst onze blik werpen op een vorm van protest. Het was 2 november 1961 dat er op diverse plaatsen in ons land de stem van Nederland in stilte werd gehoord middels een protest tegen de kernexplosies, die in opdracht van de toenmalige communistische leider van de Sovjet Unie, Chroetsjov, werden gehouden. Uiteraard waren ook de vele kernproeven, gedaan in opdracht van de Amerikaanse regering, reden tot deze actie. Het Nederlandse volk was op vele manieren aangespoord twee minuten stil te zijn, nadat het luiden van de kerkklokken om één uur in de middag het begin van het zwijgen zou aankondigen.
Het initiatief was afkomstig van de Stichting van de Arbeid en de besturen van zeven politieke partijen. Achteraf werd dezelfde avond in de regionale krant ‘Nieuwsblad van het Noorden’ al gesteld dat er niet gesproken kon worden van een succes daar het lang niet overal stil was geweest: ‘De actie is eigenlijk mislukt als het erom gaat dat het gehele Nederlandse volk bedoelde te protesteren’. Vanuit de Nederlandse Spoorwegen was het initiatief wel overgenomen want op de diverse baanvakken stonden de treinstellen tussen één uur en drie minuten na één stil, met gedoofd licht. Ook het geluid van ventilatoren en motoren werd gedoofd.
In de stad Groningen ging het gehele openbare vervoer plat, wat ook het geval was in steden als Amsterdam, Rotterdam en Utrecht. De journalist van het Nieuwsblad van het Noorden had toch de nodige bewegingen en geluiden gezien want cynisch schreef hij: ’Hoewel behalve het aangekondigde klokgelui en ook de om één uur brandende straatverlichting duidelijke tekens geweest moeten zijn, schijnt lang niet iedereen zich ervan bewust geweest te zijn, wat er precies gebeurde.’ Zo schijnen er vele auto’s op belangrijke plekken, zoals de Grote Markt en de Vismarkt, nog te hebben gereden en was het of de automobilisten niet wisten of wilden weten wat er aan de hand was. Men had ook een waarnemer naar de zuidelijke stadswijk Helpman gestuurd die achteraf meldde dat het protest totaal was mislukt. Niet alleen was de natriumverlichting pas laat op kracht gekomen maar reed ook nog eens al het verkeer gewoon door.
Wel werd door tal van bedrijven meegedaan en werd het werk, na overleg met de werkgevers, voor enige tijd stilgelegd. In andere steden, zo bleek later, werd er meer gevolg gegeven aan de actie. In Amsterdam bijvoorbeeld stonden op de Dam en andere belangrijke straten in het centrum vele honderden mensen roerloos stil. Voor het gebouw van de Russische Handelsdelegatie op het Museumplein, hadden zich ook honderden mensen, onder wie vele kinderen, verzameld om zich in stil protest rustig te houden. Op Schiphol, zo bleek, was het gedeelte stil geweest in de vertrekhallen maar ging het werk van bijvoorbeeld de verkeersleiders, om begrijpelijke redenen, gewoon door. Het kwam op het Leidseplein tot een bekeuring toen een chauffeur wenste door te rijden en dat, al claxonnerend, duidelijk maakte aan de automobilist voor hem, die wel stil hield. Snel was er een agent aanwezig om de overtreding ‘van onnodig claxonneren’ als bekeuring te registreren.
Later op die dag werd er, om vijf uur in de middag, door de Groninger Studenten Raad op het Broerplein voor het Academiegebouw een protestdemonstratie gehouden. Na afloop van de collegedag stroomden vele studenten en wetenschappelijke medewerkers tezamen om te protesteren tegen de al sinds 1954 gehouden kernproeven, die de gezondheid van het nageslacht ernstig zouden kunnen schaden. Ook de twee Hilversumse radiostations waren geheel stil gedurende de twee minuten van protest.
Voor de directie van Radio Veronica, werden de twee minuten wel heel duur. Er kon geen radioverbinding met het toenmalige zendschip Borkum Riff worden gelegd en het bedieningspersoneel aan boord diende op de hoogte te worden gebracht om de zender gedurende twee minuten uit te schakelen. Het Nieuwsblad van het Noorden meldde diezelfde middag nog over Radio Veronica: ‘Een boot voer hedenochtend met windkracht 8 uit om het technisch personeel instructies te geven.’
Let wel we zitten in een jaar dat Nederland nog volledig bezig was met de ontwikkeling naar de nieuwe democratische wereld en vooral de wijze heren in zwarte strakke pakken nog over ons beslisten. Bijna fluisterend werden sommige berichten dan ook in de berichtgeving in kranten en weekbladen gebracht in die tijd.
Zullen we maar eens overstappen naar de televisie want in juni van dat jaar werd door een woordvoerder van de NTS, de Nederlandse Televisie Stichting, bekend gemaakt dat in het najaar van 1961 zou worden overgegaan tot de invoering van twee uur televisie-uitzendingen op de zaterdagmiddag. De mededeling viel echter bij lang niet alle Nederlanders goed want de twee uren vormden al 50% van de totale zendtijduitbreiding op de Nederlandse televisie, die op 1 oktober van het jaar zou ingaan.
Veel gestelde vraag was of de geplande twee uren op de zaterdagmiddag niet beter in kleinere delen op verschillende avonden gepland zouden kunnen worden. Immers op de zaterdagmiddag waren vele huisvrouwen buiten de deur boodschappen aan het doen of andere huishoudelijke plichten uit te voeren en was de middenstander ook niet in staat kastje te kijken daar men de winkel open has. Ook werd gemeld dat vele anderen op de vrije zaterdagmiddag liever een luchtje gingen scheppen.
In Zweden was inmiddels een zevenkoppige commissie diverse malen bijeen geweest en kwam men in de maand juni 1961 met een voorstel bij de directie van de Zweedse staatstelevisie om in de toenmalige toekomst geen buitenlandse televisieseries meer op de buis te brengen, waarin wreedheid een onderdeel van de inhoud bevatte. Dit om nadelige invloed op de jeugdigen te voorkomen. En als gevolg van dit verzoek werd de televisieserie Bonanza uit het programmaschema geschrapt. Ondertussen meldden de producers van Bonanza in de VS dat in de serie, in vergelijking met andere soortgelijke programma’s, juist weinig geweld voorkwam.’
In dezelfde periode begon de BBC zich op een andere manier te bemoeien met de toenmalige jeugd. Men was begonnen met een televisieserie waarin de kijkers werden voorgelicht, daarbij zich richtend op de doelgroep tussen 12 en 20 jaar. In Engeland was men al veel verder met de ontwikkeling van de televisie en werd er overdag al uitzendtijd voor dergelijke programma’s ingezet. Zo werden ten bate van het voorlichtende programma brieven gestuurd naar alle hoofden van de scholen met het verzoek op de uitzendingen af te stemmen en na afloop van iedere aflevering de gestelde problemen door deskundigen te laten beantwoorden.
In het West Duitse Kiel werd rond die tijd een congres gehouden van oogartsen en ook daar kwam het onderwerp ‘televisie’ te sprake. Een van de adviezen die werden geopperd was dat bejaarde mensen die televisie kijken een speciale bril dienden aan te schaffen en dat voor andere leeftijdsgroepen het zeker ook aan te raden was. De speciale brillen zouden de kwaliteit van het beeld zwakker maken, doch verlichten tevens de omtrek. Bij het niet dragen van deze bril was er bij langdurige inspanning tijdens het televisiekijken sprake van kijken naar een klein beeldoppervlak, waardoor aanhoudende oogproblemen zouden kunnen ontstaan. Ook werd door deskundigen aangevoerd dat het heel onverstandig was de televisie tevens als verlichting van de donkere kamer te laten fungeren en het zeker te adviseren was genoeg andere verlichting te laten schijnen tijdens het televisiekijken. Door extra verlichting van de kamer was het op die manier ook niet nodig dicht bij het televisietoestel te kruipen, hetgeen ook van slechte invloed was op de ontwikkeling van de ogen. Tja en meer dan zestig jaar later wordt er vele uren op een veel te klein telefoonbeeldschermpje gekeken.