tekst: Hans Knot
Ik neem u deze keer mee terug naar het jaar 1964. De Nederlandse radio draaide nog lang niet, zoals we later gewend zouden zijn via onder meer Radio Veronica, een horizontaal formaat. Veronica draaide, naast volledige programma-uren, ook nog gesponsorde shows, die vaak niet langer duurden dan 15, 20 of 30 minuten. Denk maar niet dat daar voornamelijk Top 40 muziek werd gedraaid maar het was een wirwar van muzieksoorten die ons via de 192 meter door de oren klonken.
Eén van de opvallende geluiden was die van Max Woiski junior, die op dat moment al aardig op weg was een begrip te worden binnen de Nederlandse amusementswereld. Zijn vader was zijn voorbeeld en Max junior stond in het begin van de jaren zestig van de vorige eeuw op de deurmat van de Philips platenfabriek met het verzoek of hij een aantal nummers mocht opnemen. Een bandje met muziekvoorbeelden was meegenomen en Max junior, begenadigd met een goed verhaal, probeerde de starre leiding te overtuigen met zijn liedjes als ‘Rijst met kouseband’ en ‘Je bent nog niet gelukkig met een mooie vrouw.’ Nadat men had beloofd het bandje te zullen afluisteren vertrok Max Woiski junior gelukkig naar huis. Maar het zou niet tot een contract met Philips komen omdat de leiding liet weten dat Max Woiski jr. en zijn orkest niet goed genoeg waren om tot ondertekening van een platencontract te komen.
Woiski was niet blij met het slechte bericht en hij besloot zelf maar platen te gaan maken. Samen met zijn vriend Wim Bink stichtte hij een piepklein platenmaatschappijtje en begon als het ware Nederland te overspoelen met zijn Surinaamse klanken en het werd voor hem een succes. Binnen de kortst mogelijke tijd zongen en floten de vooral vrolijke Nederlanders de gemakkelijk in het gehoor liggende liedjes. Uiteraard was er bij deze categorie geen van de directieleden van de platenmaatschappij Philips vertegenwoordigd. De grammofoonmaatschappij, opgericht door Max Woiski en zijn vriend Wim Bink, heette Max Mackintosh Productions NV en was voor de toen 33-jarige Surinamer een glansrijk succes.
In 1949 was hij naar Nederland gekomen. Zijn vader, de grote Max Woiski, had ook een goede status als artiest. Hij trad regelmatig op in La Cubana, een gewilde uitgaanstent in de Leidschestraat in Amsterdam en was vaak in tal van radioprogramma’s te horen. Voor junior was er in principe, na de middelbare schooltijd, geen ruimte voor professionele muziek, gezien het doel was om vliegtuigbouwkunde te gaan studeren. In Suriname had hij al met grote passie gitaar gespeeld en kon na zijn aankomst in ons land het instrument dan ook niet in de kast laten staan om vervolgens vol passie te gaan spelen. Hij had het publiek niet direct mee want men vergeleek hem met zijn in ons land al geliefde vader en men zag in dat het hem te gemakkelijk er vanaf ging. Maar gelukkig wilde hij niet profiteren van vaders roem en wilde zelf een carrière maken, zelf applaus ontvangen en zelf zijn muzieksoort uitstippelen. Als eerste stap was het veranderen van zijn naam in Max Mackintosh, de achternaam van zijn moeder, om vervolgens zijn opleiding in de vliegtuigbouwkunde op te geven om zich daarna op de muziek te storten.
Zijn vader miste op een bepaald moment de dagelijkse zon, had goed geld verdiend met zijn orkest en besloot met zijn gezin naar Mallorca te verhuizen. Zijn zoon mocht vervolgens in 1960 de leiding van het orkest van vader overnemen en daarmee veranderde zijn naam ook weer in Max Woiski jr. Hij opende zijn eigen tent, Tropicana, op het binnen het uitgaansleven bruisende Rembrandtplein in Amsterdam. Dagelijks werden zijn platen minimaal twee tot drie maal gedraaid op het toenmalige Hilversum 1 en 2 en de nieuwe versie van het Orkest van Max Woiski werd een succes, waarbij ook de televisie hem ontdekte. Hij trouwde een blonde Brabantse vrouw, Sjo, die hem drie kinderen schonk. Het jonge gezinnetje woonde in de tijd dat hij zeer succesvol was met eerder genoemde platen op een flatje in Amstelveen. Tenslotte valt te melden dat in 1964 Max Woiski met de AVRO een contract tekende tot het brengen van een maandelijkse show op de televisie.
Nederland zat begin 1964 geen talloze uren voor de televisie, daar waren de ontvangstmogelijkheden te beperkt voor en bovendien was er slechts een klein aanbod via de Nederlandse televisie. Pas later in het jaar zou Nederland voor de eerste keer kennismaken met commerciële televisie, via de uitzendingen van REM TV, vanaf het REM eiland dat voor de kust van Noordwijk een plek zou krijgen op een speciaal deels in Ierland gebouwd platform, dat op zee in elkaar werd gezet. Eén van de series, die dit nieuwe station ging uitzenden, was Dr. Kildare.
Maar maanden eerder, in februari 1964, was er nog totaal geen populariteit voor deze televisiearts in ons land. Toch werd hij onder de aandacht gebracht van de lezers van het Nederlands familieblad ‘Revue’. In de VS was de serie al twee jaar lopende en bleek de dokter enorm populair te zijn: ‘In het ziekenhuis Paddington was een dokter die zich gereed maakte voor te assisteren bij een bevalling toen de aanstaande moeder zich plotseling oprichtte en zeer resoluut vertelde, dat zij alleen wenste geholpen te worden door Dr. Kildare. Zo populair is de knappe televisiedokter van de ‘Kildare serie’ geworden.’
De hoofdrol in de serie werd gespeeld door Dick Camberlain, die bij lange na niet begreep waar de populariteit vandaan kwam. Zijn mond viel hem dan ook met regelmaat open als hij andermaal werd aangesproken op straat met gerichte gezondheidsvragen. De rol werd zo goed gespeeld dat de kijkers ervan overtuigd waren dat ze te maken hadden met een echte professionele arts. Dick Chamberlain leerde met de vraagstelling om te gaan en legde rustig aan zijn, voornamelijk vrouwelijke fans, uit dat hij een acteur was die de doktersrol speelde. Chamberlain werd in Los Angeles geboren en was tot in 1964 zijn land nooit uit geweest. Als Dr. Kildare was hij echt een wereldreiziger want in 1964 was de serie al in tientallen landen te zien, in het ene land wekelijks in een andere op maandelijkse basis. In de VS was hij een echte hype en waren diverse gebruiksvoorwerpen naar hem en zijn leermeester, dr. Gillespie, genoemd, een rol gespeeld door Raymond Massey.
De televisieserie Dr. Kildare was gebaseerd op de gelijknamige serie van films die in de jaren veertig enorm populair waren. De serie werd in Amerika uitgezonden door NBC en liep van 28 september 1961 tot 30 augustus 1966. Van 1961 tot 1965 werd de serie eenmaal per week uitgezonden. Telkens in afleveringen van een uur. In het seizoen van 1965 tot 1966 werd de serie tweemaal per week uitgezonden en duurde iedere aflevering een half uur. De verhaallijn werd meestal over verschillende afleveringen uitgesmeerd net als dat bij soaps gebeurt. De serie ging zware onderwerpen niet uit de weg en de verhalen hadden een realistisch karakter. "Dr. Kildare" werd in Nederland, nadat de overheid een einde had gemaakt aan de uitzendingen van REM TV, enkele maanden later door de VARA voor het eerst uitgezonden.