tekst: Hans Knot
Mijn tweelingbroer Egbert heeft jarenlang als etaleur gewerkt bij het filiaal van Vroom en Dreesmann, dat tot 2017 gevestigd was aan de Grote Markt in Groningen. Hij kwam vaak met mooie verhalen thuis en bovendien kreeg hij regelmatig het blad Cassalade per post toegestuurd. Het was het maandelijks Personeelsorgaan van het grootwarenhuis waarin personeelsnieuwtjes maar ook andere interessante artikelen stonden. Ondanks dat ik totaal ander werk ben gaan doen is het gebeuren rond Vroom en Dreesmann en haar activiteiten om zoveel mogelijk publiciteit te blijven genereren voor mij altijd interessant gebleven. Al eerder publiceerde ik over dit onderwerp een aantal artikelen.
Op een bepaalde manier trok men het winkelend personeel met prachtige activiteiten de winkels in. Zelf was ik twee keer per jaar zeer geïnteresseerd in het bezoeken van de bovenste verdieping waarvan een groot deel in de jaren zeventig gedurende de uitverkoopweken was gevuld met vele bakken met grammofoonplaten en boeken tegen spotprijzen. Op de dag dat de uitverkoop een aanvang nam, was ik er als de kippen bij, zodra ik van mijn werk kwam, een uur ervoor uit te trekken om met de mooiste muziek naar huis terug te keren.
Maar er waren ook andere acties die aandacht trokken. Zo werd er in de maand februari 1977, zo leert mij een bewaard knipsel, een grote collectie Chinese materialen gepoogd aan de vrouw/man te verkopen. Ook hiervoor was een verdieping van het gebouw gedeeltelijk ingericht. Je kon je ogen uitkijken naar een prachtige collectie, waarvan je een groot deel nooit eerder had gezien.
Je kon het zo gek niet bedenken, natuurlijk het antieke Chinese porselein, zijden shawls, telraampjes, mooi bewerkte kunstachtige kistjes, mini aardewerkjes van gezichten waarop, ondanks ze erg klein waren, de gezichtsuitdrukkingen toch naar voren kwam. Chinese kuch kuch sigaretten maar bovendien allerlei kleine hebbedingetjes, bijouterieën en vooral prullaria. Uiteraard ook portretten van de toenmalige Chinese leiders.
Pittig was een opmerking in het Nieuwsblad van het Noorden te noemen: ‘Een manifestatie van de Volksrepubliek China binnen de muren van het kapitalistische bolwerk V. en D. Alle afkeer van de westelijke reactionairen ten spijt, blijkt ook binnen de „Peoples Republic of China" het ‘koopmanschap is Meesterschap’ sterk genoeg om actieve zakelijke banden aan te knopen met ons decadente Nederlanders.’
Uiteraard was de doorsnee bezoeker van Vroom en Dreesmann niet decadent te noemen want uit alle lagen van de bevolking werd maar graag de roltrap naar de betreffende verdieping betreden. Groningen had niet de enige vestiging waar de China-actie plaatsvond. De avond voor de opening in de Martinistad had de toenmalige Chinese ambassadeur een tentoonstelling van Chinese kunstvoorwerpen in de vestiging in Den Haag geopend. Bovendien werd die dag bekendgemaakt dat het initiatief te komen tot deze voor die tijd unieke samenwerking van de Chinezen uit was gegaan.
De filiaalmanager stelde bij de opening dat een jaar eerder de uitnodiging was gekomen vanuit Peking met de vraag een zo groot mogelijke delegatie te sturen om aan het warenhuisconcern zo breed mogelijk te kunnen laten zien wat er zoals in China werd geproduceerd en mogelijk afgezet kon worden in een westelijk land. Uiteindelijk ging er een afvaardiging van directie en inkoopleiders, in totaal 15 personen, naar Azië toe.
Er werd aangekondigd dat het aanbod tegen de meest lage prijzen werden aangeboden maar er werd in een commentaar in de GPD kranten gesteld: ‘In hoeverre deze prijzen nu lokkertjes zijn en expres laag worden gehouden kun je in een land waar de prijzen uiteindelijk bepaald worden door de regering natuurlijk nooit vaststellen.’ Toch had de directie van Vroom en Dreesmann besloten de prijzen we te verhogen om de nodige kosten te kunnen drukken. In het noorden waren er drie vestigingen waar het Chinese aanbod werd gebracht, in Emmen en Leeuwarden alsook Groningen. Oh ja, het zogenaamde MAO pak, compleet met pet, was zonder meer een lokkertje.
Nederlanders luisterden per dag 164 minuten naar de radio in 1976. Het luisteren naar de radio was dus nog steeds voor velen een dagelijkse bezigheid. Gemiddeld besteedde de Nederlander van-twaalf jaar en ouder in oktober van dat jaar 164 minuten per dag aan het luisteren naar de radio, al of niet gecombineerd met andere bezigheden. Dit bleek uit het rapport inzake de luisterdichtheidsmeting in de periode 10 tot en met 23 oktober 1976 van de afdeling Kijk- en Luisteronderzoek van de NOS, waarvan de gegevens bekend werden in de maand februari 1977.
Het meest werd er trouwens volgens de onderzoekers geluisterd naar Hilversum 3: van de 164 minuten hadden 119 minuten betrekking op dit radiostation, 34 minuten was men gemiddeld afgestemd op Hilversum 1 en 2 en 5 minuten op Hilversum 4, het klassiek station dat in dat jaar van start ging.
De zogenaamde zware luisteraars waren destijds volgens het rapport mensen van 20 tot en met 24 jaar, huisvrouwen en mensen met een lagere schoolopleiding. Op werkdagen werd er meer geluisterd dan op weekeinddagen. Opmerkelijk dat in het onderzoek geen gewag werd gemaakt van het luisteren naar radiostations uit het buitenland en de toenmalige zeezenders Radio Mi Amigo en Radio Caroline.