tekst: Hans Knot
Deze keer wil ik onder meer de nadruk in Freewave Nostalgie leggen op bepaalde herinneringen en destijds uitgeknipte berichten die ons terug zal brengen naar het jaar 1977. Nederlandse kijkers hadden al een kwart eeuw de gelegenheid om, indien ze het kapitaal hadden gehad om vroegtijdig een televisietoestel aan te schaffen, zich via de beeldbuis een aanbod aan programma’s te kunnen zien. Aanvankelijk op zeer bescheiden en amateuristische manier maar wel degelijk pionierswerk door de makers in Bussum.
Dan waren er inwoners in landen die de ontwikkeling van de media veel later beleefden, zoals in Zuid-Afrika, alwaar de televisie voor het eerst het daglicht zag. In 1977 beleefde men daar met de tv-uitzendingen allerlei kinderziektes die in de Lage Landen al lang verleden tijd waren. Er waren echt inwoners die het allemaal te veel werd als het ging om het dagelijkse aanbod. Men had niet door dat naar eigen behoefte al dan niet kon worden gekeken.
Binnen de burelen van de Zuid-Afrikaanse omroep kwamen verzoeken van kijkers binnen met de vraag of er per avond iets minder dan de gebrachte vijf uren aan programma’s te brengen. Bovendien, zo bleek uit de verzoeken, vond men de programma’s lang niet altijd boeiend te vinden. Anderen vonden de inhoud ‘aandoenlijk zedelijk en saai’. Een veel gelezen criticus in Johannesburg meldde nadien dat ‘het voornaamste wat de Zuid-Afrikaanse televisie had bereikt was een heleboel kijkers vroegtijdig in slaap te brengen.’
Hadden we in een deel van de jaren zestig van de vorige eeuw een televisieprogramma waarin bekende Nederlanders mochten bepalen of een bepaalde nieuwe song al dan niet een hit zou worden (Top of Flop) vervolgens bracht ons gedurende twee decennia het AVRO programma ‘Toppop’. Het was het eerste programma met popmuziek dat wekelijks de huiskamer kon binnenkomen. In september 1970 werd er een aanvang genomen met de uitzendingen en tot in juni 1988 waren er afleveringen te zien via de AVRO op de televisie. Het was een idee van Rien van Wijk, de tevens de eerste regisseur van het programma was, gevolgd een zevental andere personen.
Vanaf het begin in 1970 tot en met juni 1985 was het Ad Visser, die de presentatie van Toppop voor zijn rekening nam. Ontelbare nationale en internationale artiesten traden op in het programma en kwam een artiest niet op tijd opdagen of was de artiest(en) niet te boeken dan was daar altijd het showballet van Penny de Jager achter de hand. Ongelofelijk populair was het programma bij kijkend Nederland en vooral de jeugd was niet weg te slaan bij de kijkbuis.
Maar er waren ook mensen die het programma niet goed vonden en enorm veel kritiek hadden zoals scribent Jos Heymans die vertelde dat in het programma in principe op de dinsdagavond de Nationale Hitparade aan de kijkers werd voorgeschoteld; een lijst die op maandagmiddag werd opgesteld. Het was volgens hem maar een paar uur mogelijk het programma goed voor te bereiden.
Zo bleek het dat bij herhaling het niet mogelijk was een sterk stijgende artiest of groep niet snel genoeg voor de camera’s te krijgen, waardoor de AVRO haar pasklare oplossing inzette door de dansgroep van Penny de Jager om op de maten van de betreffende hitsingle enkele ritmische bewegingen te laten maken.
Ik denk dat de gemiddelde kijker zich daar niet aan heeft gestoord dat het vrijwel in ieder programma altijd een of meerdere malen voorkwam dat Penny en haar groep verschenen. Heymans vroeg zich echter af wat het zin van het programma was als dit bij herhaling, bij de tien te vertonen hits, voorkwam. Hij had geconstateerd dat enkele weken naar de verhuizing van Toppop naar de dinsdagavond afscheid was genomen van het vertonen van de sterke stijgers maar er meer gekozen werd voor songs die slechts een kleine stijging hadden gemaakt en waar al beeldmateriaal van aanwezig was.
Ook die oplossing bleek na enige tijd onvoldoende geacht. Daarom werd besloten naast de muziek een aantal andere vormen van amusement te brengen. Maar ook die vorm van amusement beviel Heymans niet. Hij vroeg zich af of kijkers, die de Top 3 goed hadden geraden en aan de volgende aflevering mochten meedoen, wel viel onder de categorie ‘amusement’.
Heymans: ‘Voor die kijkers werd snel een rolletje bedacht. Zo werden we eens verrast door twee Belgische meisjes, die met een auto het decor van Toppop in elkaar reden. Tjonge, wat hebben we gelachen. Die auto werd het middelpunt van het programma.’ Het was invaller presentator van Toppop, Krijn Torringa, die tussen het aankondigen van de verschillende nummers pogingen ondernam de auto zogenaamd te repareren. Wel het werd meer humoristisch toen het in plaats van repareren een nog grotere puinhoop werd. Ik herinner me de aflevering met een knipoog naar de humor van die tijd.
En de scribent had een andere mening want: ‘Wat heeft een dergelijke act te maken met een uitzending van de Nationale Hitparade? Ook de jongens van de AVRO hebben zich die vraag uiteindelijk gesteld. De kijkers mochten dan nog wel in het programma verschijnen, maar meer dan het trekken en het voorlezen van de winnende briefkaart was er niet bij. In plaats daarvan werd een andere vorm van amusement gezocht.’
Zo belandde presentator Ad Visser met de kerstdagen 1976 in de woning van de kerstman en gedurende de gehele uitzending probeerde Visser de kerstman uit te leggen wat precies de bedoeling van de nationale hitparade was. Heymans had nog meer nare ervaringen want weer een andere vorm van amusement vond aan het slot van een aflevering van Toppop plaats: het smijten met emmers water. De kijker, die uitverkoren was in het programma te verschijnen, diende aan het einde van het programma een bord rond te draaien. Aan de ene kant van het bord prijkte het portret van Ad Visser en aan de andere kant van Krijn Torringa.
Presenteerde Torringa het programma en verscheen zijn portret na het draaien aan de voorkant, dan mocht de kijker een emmer water over het hoofd van Torringa gooien. Verscheen het hoofd van Ad Visser, dan was de kijker de klos. Zowel de aanwezigen in de studio, waaronder de presentator, vonden deze afsluiting een paar weken lang prachtig maar onze scribent meldde op het einde van zijn ongenoegen over het programma dat Toppop om te huilen was. Een slecht begin van een Avondje AVRO in 1977.
In dezelfde maand januari 1977 kwam het nieuws dat de uitgeefster van de Nationale Hitkrant met onmiddellijke ingang diende te stoppen met de publicatie van de Top-40. Dat hadden de samenstellers van de Nederlandse Top-40 geëist in een kort geding dat diende voor de president van de Amsterdamse rechtbank. De Top-40 wekelijkse lijst werd sinds het ontstaan van de Nationale Hitkrant (die op 5 januari van dat jaar voor het eerst verscheen) zonder toestemming van de samenstellers gepubliceerd.
De samenstellers van de Top 40 lijst vreesden dat ze hun adverteerders zouden kwijtraken als de gedrukte versie van de Top-40 ook in de Nationale Hitkrant werd gepubliceerd. Hoe het een en ander is afgelopen is onduidelijk. Wel herinner ik me dat de lijst ook in latere periode wel door andere organisaties in gedrukte vorm verscheen.
De laatste jaren hebben we het over de energiecrisis. De prijzen zijn enorm gestegen als het om elektriciteit en gas gaat. In vele huisgezinnen wordt gepoogd enorm te besparen en allerlei hulpmiddelen worden ingezet om toch een beetje warmte in huis te houden. In 1977 was er ook een soort van energie crisis en op 1 februari van dat jaar werd bekend dat de toenmalige Amerikaanse president Jimmy Carter en zijn gezin het goede voorbeeld gaven bij de bestrijding van de energiecrisis, die was ontstaan als gevolg van de strenge winter.
In het Witte Huis was de maximumtemperatuur op achttien graden gesteld en de Carters liepen rond in dikke truien. Sneeuwstormen en krakende vorst bleven grote delen van Amerika teisteren. In de oostelijke staten en het middenwesten waren miljoenen kinderen en volwassenen thuis gebleven omdat het de enige plek was waar nog enige warmte was. In elf staten waren noodplannen gemaakt om de schaarse brandstof zo goed mogelijk te verdelen. Politiemannen werden er op uit gestuurd voor controle van de thermostaten, die niet hoger mogen aanwijzen dan achttien graden. Carter zette zich ook in om te komen tot een eerlijke verdeling van de schaarse gasvoorraden die op dat moment nog beschikbaar waren.
Op de een of andere manier was ik vroeger gefixeerd op de opmerkelijke berichten die ik in de kranten las, waarbij de drang kwam de schaar te nemen en een bericht uit te knippen voor mijn archief. Het gebeurde in ieder geval ook half januari 1977 toen het bericht over een 28-jarige frietbakker uit Roermond mijn aandacht had getrokken. Het betrof Frans Lutgens, die zelf waarschijnlijk ook wel vaak van friet genoot want hij was liefst 270 pond zwaar.
Dat betekende tijd voor actie. Een goede afslankingskuur behoorde tot de mogelijkheden maar Frans zag een snellere oplossing. Namelijk door zijn kaken aan elkaar te laten naaien. Na deze ingreep was het voor hem alleen nog maar mogelijk vloeibaar voedsel tot zich te nemen. Hij haalde dus geen friet meer uit de friteuse voor eigen gebruik maar liet zijn vrouw iedere dag weer een heerlijke soep bereiden.
Het was de Heerlense kaakspecialist dokter J. Douze die destijds het niet-alledaagse karwei ging opknappen. Toen hij door Lutgens was benaderd en hoorde wat deze van plan was schoot Douze eerst in een lach en hij stelde dat hij het meer als een grap dan een therapie beschouwde. Wel kon hij begrijpen dat het voor Lutgens een probleem was daar hij voorheen zelf ook een dikkere variant van zichzelf was geweest. Uiteindelijk heeft de specialist de kaken met een metaaldraadje aan elkaar verbonden, zodat alleen vloeibaar voedsel innemen voor Lutgens mogelijk werd.
Bij de besprekingen, voorafgaand aan de kleine ingreep, had de frietbakker aangegeven dat hij op het idee was gekomen na het lezen van een artikel in een weekblad waarin werd gemeld over een soortgelijke ingreep, die in Engeland had plaatsgevonden. Via een gesprek met de huisarts was Lutgens doorverwezen naar de specialist. Voorspoed was hem duidelijk geworden bij de controle, die twee weken later plaatsvond. Hij was bijna 10 kilo afgevallen maar of het een gezonde manier was zal altijd onduidelijk blijven.