tekst: Hans Knot foto: Aegir II in Willemstad, door: Hans-Joachim Backhus
Allereerst op deze Eerste Kerstdag 2021 een warm en prettig Kerstfeest toegewenst. De laatste nostalgische column voor dit jaar brengt u terug naar de maanden november en december 1979.
De vraag is of het eerste bericht ook van kracht kan zijn voor deze maand in 2021, hetgeen ik voor 95% betwijfel. Het waren van die korte berichtjes die je destijds aantrof in ons eigen Freewave, dat toen nog in de kinderschoenen stond. In de dorpen Varik en Ophemert, die destijds vielen onder de gemeente Neerijen, met een totaal van 2100 inwoners, had de Rijkspolitie een groots opgezette inval gedaan in diverse woningen en met tien man sterk werd op hetzelfde tijdstip percelen betreden, waarvan vermoed werd dat er illegale zendactiviteiten plaats vonden. En dat met groot succes want liefst 14 geheime zenders werden opgerold.
Het was Ton van Draanen die in het december nummer van 1979 meldde dat een van de medewerkers van ons tijdschrift voor de tweede maal een bezoek had gebracht aan het kleine haventje van de Rijkspolitie te water in het Zeeuwse Willemstad, waar eerder op 23 september dat jaar de MV Magdalena van Radio Mi Amigo 272 een tijdelijke ligplaats had verkregen. De plaats was echter ingenomen door het laatste zendschip van Radio Delmare, de Martina – destijds omgedoopt door Gerard van Dam als de Aegir 2.
Aan boord van het schip van Delmare bleek, na aankomst, slechts één persoon aan boord te zitten die zichzelf onder barre omstandigheden in de daaraan voorafgaande maand in leven wist te houden. Deze persoon was, na het vertrek van Johan Rood, de laatste verantwoordelijke persoon geweest voor het radiozendschip. Hij heette Hans Keers en het werd hem eind oktober te veel om nog langer alleen op het zendschip te blijven. Het schip stond trouwens op zijn naam en hij werd omschreven zijnde de kapitein van de Martina. Toen op 31 oktober het sportvissersschip ‘De Mijntje’ langszij kwam en de bemanning van dit schip polshoogte kwam nemen, vond men deze Hans totaal uitgeput. Men vond zijn toestand dermate slecht dat er werd besloten het zendschip naar binnen te slepen. Om half acht die avond kwam men aan in de haven van Stellendam, waar de Aegir 2 meteen in beslag werd genomen voor onderzoek door de autoriteiten. De aangehouden Hans Keers werd door de politie ondervraagd en na enkele uren vrijgelaten en had ten overstaan van aanwezige journalisten geen zin om vragen te beantwoorden aangezien hij zo genoeg had van het hele Delmare gebeuren.
Een woordvoerder van de Rijkspolitie wist te melden dat het zendschip zou worden overgedragen aan de Dienst der Domeinen. Wel kregen de aanwezigen nog een indruk van de in beslag genomen zaken. Kisten vol platen, banden, studioapparatuur waaronder een mengpaneel, twee draaitafels, Marantz cassettedeck, Sony Tape deck, draagbare televisie en een 27 Mc bak, waarvan werd verondersteld dat deze vooral veelvuldig door Johan Rood was gebruikt. Rood bleek trouwens op 18 oktober 1979 het zendschip al te hebben verlaten.
Een andere notitie die ik uit voornoemde periode bewaarde was een persbericht waarin vanuit de NOS gesteld werd de mogelijkheid te willen bekijken voor de invoering van regionale reclame. Het NOS-bestuur had dit besloten op initiatief van de KRO, NCRV en de VARA. Met de plannen ging het NOS bestuur verder dan die van de toenmalige minister voor CRM, Gardeniers, die tot op dat moment telkens regioreclame van de hand wees. Zij vond dat vooral vanuit de regionale overheid de regionale radio diende te worden gefinancierd.
Daarover was het NOS bestuur het wel eens maar men vond toch dat daarnaast ook mede financiering mogelijk diende te zijn vanuit een soort van regionale STER. Het bestuur maakte tevens bekend dat berekeningen waren gemaakt waaruit bleek dat de toen bestaande regionale radiostations elk minimaal per jaar op die manier 300.000 gulden konden binnenhalen aan reclamegelden. Het was trouwens maar een klein deel van de begroting van de regionale radiostations. Als voorbeeld noem ik Radio Stad Amsterdam dat voor het jaar 1980 een totaal bedrag had staan van 3 miljoen gulden.
Rond die tijd kwamen er ook de eerste geruchten inzake toekomstige televisie-uitzendingen die via satelliet zouden worden gebracht. Zo kwam vanuit Luxemburg het bericht dat de organisatie achter de radiostations van Radio Luxembourg van plan was in 1983 programma’s via de satelliet te gaan richten op landen als Nederland, België en Duitsland. De eerder genoemde minister van CRM reageerde op de berichtgeving met de mededeling dat desnoods dergelijke stations meteen zouden worden ondermijnd middels het gebruik van sterke stoorzenders.
Columnist Jac Zom stelde destijds in Freewave: ‘Zonder mij op het politiek terrein te begeven kan mijn inziens wel duidelijk worden gesteld dat een dergelijke uitspraak van minister Gardeniers iedere vorm van realiteit mist. Laat staan dat er van een progressieve visie sprake zou zijn.’ Zelfs in de socialistische hoek binnen het parlement was toen al sprake om te zien welke mogelijkheden er zouden zijn tot het toelaten van commerciële televisie naast de publieke omroepen in ons land. Daarbij speelde vooral de gedachte dat wanneer er meer aanbod in ons land zou zijn het gemakkelijker kon worden de buitenlandse concurrentie tegen te gaan. Let wel we schrijven nog steeds over de situatie eind 1979.
Zom adviseerde dan ook de ontwikkelingen bij de wortels aan te pakken en over te gaan tot vernieuwing van ons toenmalige omroepbestel waarbij ook ruimte gecreëerd diende te worden voor de invoering van commerciële radio en televisieprogramma’s. Dit eventueel onder strakke regels als bijvoorbeeld alleen reclame voor en na een programma, maar het niet toestaan dat deze programma’s zouden worden onderbroken. Het zou nog jaren duren voordat satelliettelevisie en – radio echt een feit zou worden, mede door de alsmaar dwarsliggende en dreigende Nederlandse regeringen.
Ook een mooie jaarwisseling gewenst.