tekst: Hans Knot
Een terugblik komt vaak door een recente gebeurtenis. Ten tijde van het schrijven in november 2022 was het recentelijk bekend geworden dat er drastisch bezuinigd diende te worden binnen de BBC, waarbij vooral veel ontslagen zouden vallen binnen de lokale omroep, verspreid over geheel Groot-Brittannië. We gaan stilstaan van wat er zoal in de maanden maart en april 1980 gebeurde, onder meer op het gebied van de media.
Op 10 maart van dat jaar werd bekendgemaakt dat de Britse staatsomroep het mes zou zetten in de diverse budgetten, met als reden dat er bij de BBC drastisch bezuinigd diende te worden. Liefst 1500 mensen konden op korte termijn een ontslagbrief op de deurmat vinden. Een van de maatregelen was dat liefst vijf van de elf omroeporkesten zouden worden ontbonden. Onderwijsprogramma’s werden ook met 10% verminderd en het programma van BBC3 werd in zendtijd gekort.
De bezuinigingen en de daaraan gekoppelde maatregelen waren destijds nodig omdat de BBC een tekort van 120 miljoen gulden had. De bezuinigingen, die over de periode tot maart 1982 520 miljoen gulden diende op te leveren, bracht nog een slachtoffer en wel bij het zeer populaire hoorspel met als titel ‘Waggoners Walk’ dat al jaren lang de favoriet was van naar schatting 1 miljoen Britse luisteraars. Het hoorspel stond op de begroting voor 750.000 gulden, een bedrag dat onevenredig hoog was in vergelijking met andere programma’s. En zoals zo vaak werden de tekorten in de schoenen van de luisteraars en kijkers geschoven want, ondanks dat in november 1979 het bedrag voor kijk- en luistergeld was verhoogd tot 145 gulden, was dit volgens de BBC 55 gulden per jaar per gezin te laag.
De VARA-televisie bracht eind maart een show van Rudi Carrell op televisie, die in Duitsland werd gemaakt. Het was een compilatie van 13 ‘Am laufenden Band’ shows, het programma waarmee Carrell bij onze oosterburen enorm veel succes had gehad. Begin 1980 liet Carrell weten voorlopig te stoppen met zijn televisiewerk.
De compilatie voor de VARA kreeg van Carrell als titel ‘Duizend kilo Show’ mee. Het was daarbij een verwijzing naar het gewicht van de banden waarop zijn in Duitsland gemaakte programma's waren opgenomen. In de selectie waren onder meer te zien: Harry Belafonte, Telly Savalas alias Kojack, Udo Jürgens en Mohamed Ali voorheen destijds bekend als Cassius Clay.
Eind maart 1980 betekende ook de start van het Teletekst project van de NOS, waarmee de kijkers op een daarvoor aangepaste televisieontvanger naast het reguliere aanbod aan programma’s ook verschillende soort van informatie tot zich konden nemen. Iets was al vrij spoedig gemeengoed werd, vooral als met overging tot de aanschaf van een nieuw televisietoestel.
De start van Teletekst gebeurde op de tentoonstelling ‘Computer en Beroep’ die werd gehouden in een gebouw van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Daar vond een kleine demonstratie plaats van het prille begin van dit nieuwe medium. Speciaal voor de demonstratie had de NOS professor Max Euwe uitgenodigd. Eerder was er een technische proefperiode die men als geslaagd vond. Met de officiële start gingen twee medewerkers van de dienst NOS Teletekst tijdens kantooruren zich bezighouden met het vullen van 54 pagina’s. De informatie die in de beginperiode werd gebracht had onder meer betrekking op het aanbod aan radio- en televisieprogramma’s, het nieuws uit binnen- en buitenland, informatie over sport en kunst, verkeersinfo als ook consumentenvoorlichting.
Ondanks dat het als officiële start werd aangekondigd zou Teletekst het eerste jaar als een proef worden gezien. In die periode werd vanuit de afdeling Kijk- en Luisteronderzoek na worden gegaan welke soorten van informatie de voorkeur uitging bij de gebruikers van de nieuwe service. Mede op basis van de gevonden resultaten werd in september 1981 besloten de proef te beëindigen en om te zetten in een definitieve service naar de kijkers toe.
De Nederlandse Stichting Geluidhinder bestond in het voorjaar van 1980 tien jaar. Om aandacht te vragen van het publiek besteedde men in de daaropvolgende periode veel publiciteit aan de mensen die daadwerkelijk iets aan de problematiek rond geluidshinder wensten te doen. Daarnaast startte men een voorlichtingscampagne die opvolger diende te zijn van de zeer succesvolle actie, die men in 1977 voerde. Dit actie ging de geschiedenis in als ‘Laten we zacht zijn voor elkaar’.
Volgens een woordvoerder van de NSG reageerden er in 1979 mensen op de advertenties. Daarbij ging het vooral om gewenste informatie over hun mogelijkheden om te komen tot bestrijding van geluidshinder. Ook stelde men dat rond de 33% van de Nederlanders zich bewust was van de geluidsproblemen. Een groter deel van de bevolking stond welwillend om de strijd tegen hinder aan te gaan maar de rest was voor de mensen van de NSG een moeilijk bereikbare groep omdat men totaal geen interesse had voor de doelen van de Stichting. Tenslotte meldde men dat de twee grootste veroorzakers van geluidshinder het verkeer en de buren waren.
Wat zijn er toch bij de oudere lezers mooie herinneringen aan hoe vroeger tal van ondernemers naar je toe kwamen. Denk eens aan de bakker, de kolenboer, de voddenboer, de melkman en meer. Na de jaren zestig en het steeds meer openen van wat toen de zelfbediening heette, verdween de eerder genoemde vorm van handel drijven. Behalve de melkboer die nog in grote aantallen langs de deur verscheen via het samenwerkingsverband SRV. De melkkar was ingeruild voor een grote wagen waarin naast melkproducten tal van andere boodschappen konden worden gehaald.
Vooral op het platteland waren deze SRV wagens populair bij de inwoners van dorpen. In de provincie Groningen, zo werd in maart 1980 bekend, had het Provinciale VVV de oplossing gevonden om de aandacht van de bevolking voor tal van evenementen te trekken, namelijk met de hulp van de SRV man. Er was een overeenkomst gesloten met de directie van ‘Samen Rationeel Verkopen’, waardoor het mogelijk werd dat de 250 rijdende winkels in de provincie Groningen aan de verspreiding van de maandelijkse UIT-krant van de VVV gingen deelnemen. Per wagen kreeg men 50 exemplaren mee om ter beschikking te stellen aan belangstellende klanten.
In de krant stonden onder meer een maandagenda, nieuws over uitgaansmogelijkheden, tentoonstellingen en meer in ‘Stad en Ommeland’. De Provinciale VVV Groningen was begin 1980 begonnen met de publicatie als opvolger van de maandagenda, die 23 jaar lang was gepubliceerd. Iemand die lid was de VVV kreeg de uitgave gratis thuisgestuurd andere belangstellenden konden de UIT-krant maandelijks voor 1 gulden bemachtigen bij de SRV-man. Een woordvoerder van de VVV stelde dat er geen geld beschikbaar was om er een huis-aan-huiskrant van te maken. Bovendien was men van mening dat bij een dergelijke uitgave deze sneller, samen met andere verspreide folders, bij het oud papier zou komen te liggen. Via de SRV-man werd dus gerichter de UIT-krant onder aandacht van de inwoners van de provincie Groningen gebracht. De oplage was door de deal met de SRV verdubbeld tot 25.000 exemplaren per maand. De kranten werden bij de SRV wagens afgeleverd via de melkfabriek DOMO, vaste leverancier van de SRV.
Natuurlijk was en is het mogelijk om in jouw omgeving een weekmarkt te bezoeken. Zelf doe ik dat al bijna 50 jarenlang op vrijdagen in de Martinistad Groningen. Je hebt daar op dinsdag, vrijdag en zaterdag een zeer uitgebreide variatie aan marktkramen waar je heerlijke groenten, fruit, vis, vlees, kruiden, en ander voedsel kunt kopen maar ook tal van andere spullen van sokken via broekriemen naar Portugees aardewerk. Een feest voor velen om daar rond te struinen. Zelf geef ik er de voorkeur aan zo rond 10 uur op de vrijdagochtend mijn wekelijkse inkopen er te doen en bezoek ongewild toch altijd dezelfde groenteboer en fruitkoopman. Een prachtige marktkraam die al generaties door dezelfde familie wordt gerund. In de jaren zeventig was de markt echter niet in de binnenstad van Groningen te vinden maar, zoals eerder door mij beschreven, op de Westerhaven ten westen van het centrum.
Niet iedereen was blij met die situatie en na veel overleg en gemeentelijk verzet werd uiteindelijk in 1978 besloten dat de marktkooplieden toch weer een plekje dienden te krijgen in de binnenstad, hetgeen geschiedde. Begin april 1980 diende er gevierd te worden dat de markt al weer twee jaren plaatsvond op zowel de Vismarkt als de Grote Markt. Er werd door de gezamenlijke kooplieden besloten dat op dinsdag 1, vrijdag 4 en zaterdag 5 april een grote actie diende te komen om bij het heugelijke feit stil te staan.
Het bleek dat de verhuizing in 1978, waartegen veel kooplieden erg hadden opgezien, toch als geslaagd diende te worden gezien. De besteding per klant was wel teruggelopen, mede door de financiële crisis, maar men had ook geconstateerd dat er veel meer klanten op de markt in het centrum kwamen dan voorheen op de Westerhaven.
Bij iedere marktkraam bestond de mogelijkheid bij elke besteding van f 2,50 een bon te krijgen die kans gaf op 10 verse eieren. Die dienden dan wel afgehaald te worden bij een speciale marktkraam die was opgesteld op de Grote Markt voor het Stadhuis. Bovendien waren er ook grotere prijzen dan een doos eieren te winnen. Sommige ontvangen eieren waren namelijk gemerkt en gaven recht op bijvoorbeeld een televisietoestel, een nieuwe fiets en andere luxe artikelen.
En dan was er de Reclame Code Commissie die de Evangelische Omroep een waarschuwing uitdeelde in april 1980. Het bleek namelijk dat de EO in advertenties de lezers had opgeroepen een lidmaatschap te nemen bij deze omroep. Echter was er sprake van dat de EO een Stichting was, die geen leden kon hebben. De Reclame Code Commissie was van oordeel dat vanuit de EO in de advertenties diende te worden aangegeven dat de zogenaamde leden geen medezeggenschap hadden en in feite alleen konden worden gezien als gulle gevers dan wel contribuanten. Was men vanuit de EO die niet van plan aan te passen dan diende men onmiddellijk te stoppen met de gebruikte vorm van adverteren. In eerste instantie werd vanuit de directie van de EO gesteld dat in ‘spraakgebruik’ het begrip lidmaatschap was ontdaan van juridische zwaarte en door vele organisaties op die manier werd gehanteerd.
Verkeersinformatie uit Driebergen, via de Algemene Verkeersdienst van de Rijkspolitie was op de radio in die tijd te horen via de ANP berichtgeving maar werd ook via diverse radioprogramma’s gebracht. Ik herinner me nog de stevige discussie tussen Jacques Plafond, van de VPRO, die de dienstdoende Jelles Bode op een irritante wijze afhield van het adequaat berichten over de problemen op de Nederlandse wegen. Ik weet, dat was in 1987 en dus was het plan uit april 1980 van kolonel Vogel van de Algemene Verkeersdienst niet zo uitgevoerd als door hem gepland.
Hij wilde namelijk dat met ingang van 1 april 1980 alleen nog berichtgeving van zijn dienst via het ANP naar buiten mocht gaan en wel via de radionieuwsdienst. Wel werd met deze dienst afgesproken dat onder bijzondere omstandigheden medewerkers van de Algemene Verkeersdienst zelf informatie mochten inspreken in programma’s. Er veranderde dus in principe niet veel, of hadden we te maken met een niet geslaagde 1 april grap?
Het was voor mij een sport om zoveel mogelijk activiteiten vanuit de publieke omroep destijds te volgen. Immers was bijna twee jaren eerder het Freewave Media Magazine (anno 2023 Freewave Nostalgie) opgestart, waarvan ik hoofdredacteur werd en nog steeds ben. Nieuwtjes waren dus gewenst. In april 1980 vond er in het cultuurcentrum de Oosterpoort in mijn woonplaats Groningen de jaarvergadering van de Groninger afdeling van de NCRV plaats. Er was een speciaal thema aan de avond verbonden en wel de toekomst van kabel- en satelliettelevisie. De eerste versie was al volop in aanbouw, satelliettelevisie liet nog jaren op zich wachten. Tijdens de bijeenkomst werd gemeld dat eind 1979 de NCRV een totaal aantal leden had van ruim 520.000 leden. In de provincie Groningen werd in dat jaar een aanwinst van 1462 nieuwe leden geteld. In totaal bracht dit het aantal NCRV gezinde leden in Groningen op 34768. Ik realiseer me dat in die jaren en vele daarna medio februari bekend werd van alle omroepen hoe het met het ledenbestand stond ter afsluiting van het voorbijgaande jaar.
Prijzen uitreiken is niet alleen leuk omdat degene die een prijs mag uitreiken even in de spotlight staat maar vooral voor diegene die de prijs krijg uitgereikt. Tenminste als de uitreiking in de media genoeg aandacht krijgt. Eind maart 1980 gebeurde dat ook voor de redactie van het VARA-radioprogramma ‘Het zout in de pap’ die bekroond werd met de prijs van de commissie voor de Collectieve Propaganda
van het Nederlandse Boek (CPNB).
Volgens de jury namen de letteren in dit kunstprogramma een ruime plaats in. De vele gesprekken met schrijvers waren volgens het juryrapport nooit oppervlakkig te noemen. De redactie van het programma bestond destijds uit Nanda Deutekom, Hans Hamburgers, Cornelia van de Kieft, Willem G. van Maanen, Ries Moonen, Jeanne van Munster en Betty van Tetering.
Het was voor de luisteraars duidelijk te merken dat de interviewers de behandelde boeken zeker hadden gelezen. Bovendien waren ze goed geïnformeerd inzake de te interviewen schrijvers. De jury vermeldde verder dat het programma altijd zeer actueel was en er bovendien ook vaak aandacht werd besteed aan verslaggeving van literaire bijeenkomsten. De CPBN prijs dat jaar bestond uit een oorkonde en een bedrag van 8000 gulden.
De redactie van ‘Het zout in de pap’ besloot destijds een deel van dit bedrag te reserveren voor een initiatief van Maarten Mooy en Joke Gerritsen en de Rotterdamse Kunststichting, die literatuur maakten en uitgaven voor kinderen van buitenlandse werknemers in Nederland. Het programma was trouwens voor het eerst in 1976 te beluisteren bij de VARA als opvolger van ‘Artistieke Staalkaart’.
Heel nieuw in de tijd was een nieuwe service van het programma ‘Hobbyscoop’ van de NOS, dat in 1970 al voor het eerst via Hilversum 2 was te beluisteren via de middengolf. Later was het te beluisteren via Hilversum 1 en wel iedere woensdagavond. Rond half elf waren in 1980 geluiden te horen waarmee, een ander nieuw fenomeen, de huiscomputer kon worden aangestuurd met nieuwe programmatuur. Bert Dingerdis was destijds eindredacteur van Hobbyscoop en meldde in een interview in de GPD dat het nieuwe item hoorde alsof je radio uit elkaar spatte. Naast informatie over de elektronica, stereofonie, foto en film en de lucht- en ruimtevaart werd al een aantal maanden de geluiden de ether ingestuurd met de mogelijkheid de huiscomputer aan te sturen.
Dingerdings stelde destijds hoe men op dit idee was gekomen: ‘Eind vorig jaar startte Teleac een cursus huiscomputers. Via Teleac kon een computer besteld worden (kosten ongeveer 1675 gulden) en middels de cursus kon je leren hoe een computer te bedienen en wat je ermee kunt doen. Ik schat dat inmiddels ongeveer 10.000 mensen een computer in huis hebben. We hebben toen afgesproken dat Teleac programma's maakt die Hobbyscoop dan uitzendt.’
De NOS was destijds de enige omroep in de gehele wereld die iets dergelijks deed. Gedurende dertig tot veertig seconden werden een aantal tonen uitgezonden. Thuis was het mogelijk de signalen op bijvoorbeeld een cassetterecorder op te nemen en deze vervolgens later in de eigen huiscomputer in te voeren. Op die manier kreeg je bijvoorbeeld een eenvoudig spelletje op je eigen computer te spelen.
Maar ook een keer werd er, via de signalen, een digitale klok beschikbaar gesteld die altijd bruikbaar bleek. Op een bepaald moment begon de redactie de luisteraars op te roepen zelf programma’s te ontwikkelen en die op te sturen zodat andere luisteraars er weer optimaal van konden profiteren.
Het laatste knipsel dat ik destijds in de maand maart 1980 uit de krant heb verwijderd betrof het overlijden van een wereldbekend orkestleider van wie de muziek in Huize Knot veelvuldig werd gedraaid. Het ging om de in 1906 geboren Annunzio Paolo Mantovani, die voor zijn bewonderaars in de gehele wereld bekend als Mantovani.
Hij stierf op 74-jarige leeftijd in een verpleeghuis in het Britse Turnbridge Wells, een badplaats ten zuidoosten van Londen. Mantovani werd in Venetië geboren. Hij was trouwens de eerste musicus van wie een miljoen stereo-grammofoonplaten werden verkocht. Als vierjarige kwam hij naar Engeland waar zijn vader, een klassiek violist, leider werd van een orkest dat een Italiaans operagezelschap begeleidde. Als veertienjarige begon Mantovani viool te studeren. Twee jaar later trad hij voor het eerst op en speelde toen een vioolconcert van Bach. Hij werd erg beroemd als klassiek violist. En de rest is eigenlijk historie. Hij vormde zijn eigen orkest en componeerde vele eigen successen zoals Charmaine, Song from Moulin Rouge en vele andere prachtige melodieën.