tekst: Hans Knot - foto: Mantgum (bron: Stationsweb)
Voor de radiofanaten is de maand mei 1971 vaak de bittere herinnering aan de zaterdagavond toen men op welke manier dan ook te horen kreeg dat er een ‘bomaanslag’ was gepleegd op het zendschip van RNI. In werkelijkheid waren er in olie gedrenkte doeken in brand gestoken in de machinekamer waardoor een groot deel van het zendschip in brand stond en deejays en technici via de 220 meter en de korte golf om hulp schreeuwden via ‘Mayday Mayday a bomb has been thrown…’.
Daders en opdrachtgevers werden terecht bestraft tot het uitzitten van een jaar gevangenisstraf. Opmerkelijk dat bijna een halve eeuw later velen nog steeds spreken over een bomaanslag in plaats van een brand gesticht aan boord van de MEBO II, RNI’s zendschip. Maar er gebeurde die maand veel meer en ik heb besloten mij te focussen op de laatste dikke week van de gedenkwaardige maand mei 1971.
Want zo was er het bericht vanuit de provincie Friesland waarin melding werd gemaakt dat ruim tachtig inwoners van het dorp Mantgum op 22 mei de trein, die naar Leeuwarden reed, gekaapt hebben. Maar waarom gingen ze over tot deze actie? De Mantgumers gaven daarmee blijk van hun ongenoegen over het feit, dat hun dorp, dat zeven minuten met de trein van de Friese hoofdstad ligt verwijderd, in de toenmalige nieuwe dienstregeling niet meer was opgenomen. De bezetting gebeurde zonder verdere incidenten. De kapers werden later op de avond door dorpelingen met auto's vanuit Leeuwarden weer opgehaald.
De volgende dag was te lezen in de regionale kranten in Noord-Nederland dat de kaping gemakkelijk was verlopen, doordat de treinen, die op het baanvak Leeuwarden-Sneek reden, elkaar bij Mantgum dienden te passeren. Er werd gestopt, omdat het maar enkel spoor is. Tijdens de stop stoven de Mantgumers de trein in, waar de rit naar Leeuwarden onder luid protest en getoeter verder ging. Men had via deze zogenaamde ‘kaping’ even duidelijk een geluid van ontevredenheid laten horen. Het station bestaat niet meer en werd in 1973 gesloopt.
Lawaai als protest was vrij normaal in 1971. Op de zaterdagavond van de 22ste mei hadden bijvoorbeeld militante Dolle Mina’s in Dublin van zich laten horen als protest tegen het in de Ierse Republiek zeer strenge verbod op geboorte beperkende middelen. Een groep van 47 Dolle Mina's keerde, beladen met ‘de pil’, spiraaltjes, condooms en wat er verder te koop was op dit gebied terug van een expeditie naar Belfast in Noord-lerland, waar de middelen destijds niet verboden waren.
En het ging zeker niet geruisloos toe want hun aankomst bij de douane op Connolly Station werd, volgens de krantenverslagen uit die tijd, een tumultueuze affaire. Achter de douanehekken werden de Dolle Mina’s opgewacht door honderden juichende vrouwen. Dolle Mina leuzen roepend trokken de 47 andere vrouwen, bij wijze van spreken, uit de trein op naar de douane. Een paar vrouwen werd gevraagd of zij iets hadden aan te geven. En daarop gaven ze met vreugde een positief antwoord op en enkele doosjes, met voorbehoedsmiddelen, werden in beslag genomen.
Maar het bleef daar niet bij want de Dolle Mina’s, die over de grens waren gekomen en nog niet voor controle waren aangewezen door de douane, duurden het allemaal te lang. Ze besloten de tergend langzaam werkende douaneambtenaren te bekogelen met diverse middelen die ze in Noord-Ierland hadden aangeschaft. Maar ook werden de nodige condooms over de hekken naar de wachtende vrouwen gegooid waarna een hartverwarmend lawaai ontstond. Duidelijk werd, toen de douaneambtenaren de controle stopten, dat velen blij werden gemaakt met illegaal geïmporteerde voorbehoedsmiddelen in de Ierse Republiek, destijds een van de weinige landen in Europa waar anticonceptionele middelen nog verboden waren.
Maar muziek was er her en der ook volop in Nederland en België. Zo was er in het laatste weekend van de maand mei in 1971 de mogelijkheid de manifestatie Kattendiep te bezoeken. Onder deze naam werd namelijk in het Bowling Centrum aan het Kattendiep in Groningen een zogenaamde Stijl Jazz happening gehouden. De opkomst was niet bijzonder te noemen want op meer dan 40 mensen tijdens de middagsessie had de organisatie zeker gerekend. Ondermeer werd er een klankbeeld, via diapresentatie en plaat, gepresenteerd door Bram Spier, waarbij hij historische jazzopnamen uit binnen- en buitenland liet horen. Ook waren er ruil- en verkooptafels, te vergelijken met als die op de overbekende Radiodagen van de Stichting Media Communicatie, waar de liefhebbers konden kiezen uit oude platen.
Voor het eerst in het openbaar was een de lancering van een lp uitgegeven door het onafhankelijke jazz platenlabel ‘Space Records’, die in het voorjaar van 1971 was opgericht. De eerste lp was in maart opgenomen en bevatte opnamen van de artieste die in de avonduren life zou optreden in het Bowlingcentrum, blueszangeres Victoria Varekamp. Zij werd daarbij begeleid door ene van Delden op piano en Antoine Lohman. In het Nieuwsblad van het Noorden werd de dag na het optreden een kort verslag gebracht waarin werd gemeld dat dit stilistische trio wat somber getinte bluesmuziek bracht in een weinig passende omgeving, waar de muziek van een zekere landerigheid was en samen met de bowlingsport, die tegelijkertijd door andere aanwezigen werd beoefend, een vreemd duo vormden. Gelukkig waren er in het aanwezige publiek nog tien andere actieve muzikanten die tezamen een geweldige jamsession neerzetten en voor een onvergetelijke jazzavond zorgden.
Wordt vervolgd.