tekst: Hans Knot foto: Herman Stok in 1968
Co de Kloet en Leo Boudewijns doken ruim 18 jaar geleden in het verleden van de Nederlandse hitradio en stelden een boek samen met de teksten van liedjes die in de jaren zestig te horen waren in het radioprogramma Tijd voor Teenagers. Recentelijk zag ik het boekje op Marktplaats en reden genoeg nostalgisch terug te blikken met een recensie die ik in 2001 schreef.
‘Tijd voor Teenagers’ is een boek dat vol staat met de teksten van liedjes, honderd in totaal, die jongeren in de eind van de vijftiger jaren en het begin van de jaren zestig voorbij hoorden komen op de radio en, heel soms, op de televisie vertolkt zagen. De teksten van deze, Nederlandstalige, songs vormen volgens de beide redacteurs de tegenhangers van de rock-'n-roll, die rond dezelfde tijd vanuit Amerika en Engeland ons land veroverde. Ze vallen kortom in de categorie van het goed gearticuleerde ‘lichte lied’ uit de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw maar dan muzikaal en tekstueel aangepast aan de veranderende smaak van een jonger publiek en gezongen door dito zangers en zangeressen. Met eerdere succesbundels als "Diep in mijn hart" en "Geef ons maar Amsterdam", hadden de samenstellers van het boekje, Co de Kloet en Leo Boudewijns, al bewezen op dit vlak een leuk product te kunnen leveren. Ook in deze bundel hebben ze weer prachtige teksten bijeengebracht die je, mits je de melodie nog weet, wegdromend kan meezingen. Nummers als "Spiegelbeeld" en "Middellandse Zee" brengen mij in ieder geval spontaan weer terug naar de jaren, waarin ik zelf net verkeerde in de overgang naar de puberteit.
De titel van het boekwerk verwijst naar het populaire radioprogramma Tijd voor Teenagers, waar Co de Kloet zelf nauw bij betrokken was. Hij was in 1959 zelfs degene die het programma bedacht. De Kloet was van mening dat zijn werkgever, de VARA, beslist niet voorbij mocht gaan aan het soort muziek waardoor de jeugd zich aangesproken voelde. Bij de VARA wilde lang niet iedereen zonder slag of stoot met zijn plan meegaan, omdat men ‘die troep’ niet wenste te draaien. Gelukkig kreeg hij steun van Ary van Nierop, het hoofd van de afdeling Gesproken Woord. Daarmee kon het eerste muziekprogramma voor jongeren op de Nederlandse radio een aanvang nemen.
Zoals we weten, werd Tijd voor Teenagers een groot succes, niet in de laatste plaats vanwege de voornaamste hoofdrolspeler Herman Stok, die het programma voor een groot deel in de loop der jaren heeft gepresenteerd onder het motto "de stijgende sterren van vandaag en morgen." De NCRV haalde de jonge Jos Brink voor een gelijksoortig programma voor de microfoon. Maar Tussen 10+ en 20- kon bij lange na niet bogen op de populariteit die Tijd voor Teenagers bij de jonge luisteraars had. Ook Radio Veronica dat vanaf het begin van de jaren zestig van de vorige eeuw — dus voor de overgang van het station naar het pop-format — het programma Veronica's Teenager Muziek Expres uitzond, gepresenteerd door Rob Out (later Krijn Torringa) en Freda Keuker in de rollen van Bob en Brenda, bood aanvankelijk geen echte concurrentie. Tijd voor Teenagers was van meet af aan populair. Alleen al na de eerste uitzending, in september 1959, kwamen er meer dan driehonderd brieven binnen van jonge luisteraars — een ongekend aantal voor de toen geldende Hilversumse begrippen.
Het programma ging zo'n tien jaar mee en als direct betrokkene weet Co de Kloet waar het allemaal over ging. Dat geldt ook voor de andere samensteller van deze bundel liedteksten. Leo Boudewijns was destijds namelijk directeur van de platenmaatschappij Phonogram, dat diverse platenlabels in haar repertoire had. Ook daar sloeg men in die jaren, hoewel eerst nog weifelachtig, de weg in van de muziek voor de jeugd. De beide samenstellers hebben, kortom, de nodige kennis van zaken en dat komt ook in het boekje naar voren. De songteksten worden omringd door informatie rond de artiest, de componist en dergelijke. Ieder jaar, dat wordt behandeld, is voorzien van commentaar en persoonlijke herinneringen aan het programma Tijd voor Teenagers.
Het zou te ver voeren om alle songs uit het boek na te gaan, maar toch wil ik er als voorbeeld een paar noemen. Wie kent nog de film Wenn die Connie mit dem Peter, een derderangs cultfilm, die een must was voor de teenagers uit die tijd? Een van de songs uit die film was het nummer "Pack Die Badenhose Ein". De Nederlandse versie van dit nummer kreeg een compleet andere titel: "Teenager Melodie". Het liedje werd aan het vinyl toevertrouwd door een zeer jonge Shirley Zwerus. Een andere titel is de tweede single die ooit door Anneke Gröhnloh werd opgenomen, voor mij — tot ik dit boek onder ogen kreeg — een volslagen onbekend nummer: "Maar Charlie Stuurde Me Bloemen" uit het begin van het jaar 1960. Een uit drie coupletten bestaande tekst, gevolgd door telkens — hoe kan het ook anders — hetzelfde refrein, eindigend op de titelwoorden. In ieder geval, zo kunnen we uit de tekst opmaken, kreeg ze van Bill een Elvis-plaat op haar verjaardag cadeau.
Het doorkijken van de teksten roept als vanzelf de nodige associaties aan vroeger op. Zelf kreeg ik het — om redenen die ik hier even voor mezelf houd — weer helemaal warm bij het doorlezen van de Nederlandse vertaling van "Marmor Stein Und Eisen Bricht", dat door Hans Peters werd vertaald in "Marmer, Staal En Steen Vergaan". Het nummer werd destijds in Nederland opgenomen door Trea van der Schoot, wier naam inmiddels was veranderd in Trea Dobbs. Samen met Rob de Nijs werkte ze keihard aan een succesvolle loopbaan, waarbij ze zeker internationaal had kunnen scoren. Ze was ook vaste gast in het toenmalige televisieprogramma van Rob, De Rob de Nijs Show, dat werd uitgezonden vanuit de Brakke Grond in Amsterdam. Let wel "in zwart-wit".
Uit die tijd kwamen ook de vele singles, van zowel de Nederlandse als buitenlandse artiesten, die werden gestopt in een prachtig fotohoesje waarop soms niet alleen een foto van de betreffende artiest, maar ook een tekening van een treinstel, voorafgegaan door een locomotief. De Favorieten Expres, een serie die vele verzamelaars nog steeds proberen compleet te krijgen. Uiteraard een uitgave destijds van Philips, dat onder deze noemer onder meer uitgaven van de platenlabels Phonogram en Fontana onder de aandacht bracht.
In het boek halen de beide auteurs veelvuldig herinneringen op, waarbij ze niet altijd kritisch zijn geweest bij de controle op hun uitlatingen. Zo weten ze te melden dat Rob de Nijs enorm lang heeft moeten wachten op een nummer 1 hit, totdat hij met "Banger Hart" eindelijk dat succes behaalde in 1966. Dat moet dus 1996 zijn en daar zit liefst wel dertig jaar van veranderende hit gevoeligheid tussen. Compleet in de mist gingen de auteurs echter met hun commentaar bij de tekst van de reli-hit "Mijn Gebed" van DC Lewis — een nummer dat geschreven werd door Gerrit den Braber en van muziek voorzien door Joop Stokkermans. Maandenlang stond DC Lewis er mee op de hitlijsten. De auteurs schrijven dat na dit nummer nooit meer iets van Lewis werd vernomen. Gelukkig voor Lewis, die eigenlijk Ruud Eggenhuizen heette, lag dat anders. Direct na het kassucces van "Mijn Gebed" was men bij zijn platenmaatschappij zo verstandig om "Zijn Testament" uit te brengen, terwijl ook "Eva Magdalena" een goede "airplay" en dus hit succes kreeg. En dan te bedenken dat dezelfde, helaas in april 2000 overleden DC Lewis, ondergebracht was bij de platenmaatschappij waarvan Leo Boudewijns directeur was.
Zelf haakte in het midden van de jaren zestig van de vorige eeuw af als luisteraar van Tijd voor Teenagers en ruilde ik wat tot dan toe mijn favoriete radioprogramma was, in voor twee nieuwe radiostations: Swinging Radio England en Radio London. Om die reden is het voor mij ook opmerkelijk in het boek een nummer terug te vinden waarvan ik dacht dat het stamde uit 1971. Immers toen hoorde ik het nummer voor het eerst op Radio Veronica. "De Nozem En De Non", van Cornelis Vreeswijk, was toen echter al zo'n vijf jaar oud. Het nummer werd in 1966 al ten gehore gebracht bij de VARA op de radio, in het programma Tijd voor Teenagers.
Bij de presentatie van al die honderd mooie, soms trieste, vaak melig, en vooral simpele liedjes, had Tijd voor Teenagers altijd ruimte voor kritiek. Zo melden de auteurs dat Willeke Alberti, nadat zij haar "Moeder Hoe Kan Ik Je Danken" aan het vinyl had toevertrouwd, van de presentator het dwingende advies kreeg om in de toekomst nooit meer dergelijke rommel te zingen. Ze was met dit nummer, zo werd erbij gezegd, ver afgedaald beneden haar niveau als teenager-zangers. De familie Alberti reageerde furieus en ook haar platenmaatschappij Phonogram was bepaald niet blij. Dat het met Willeke allemaal is goed gekomen weten we zondermeer via een glansrijke nog immer voortdurende loopbaan.
Het boek is zondermeer een aanrader. Het biedt voor wie het heeft meegemaakt, een leuke terugblik op de beginjaren van de Nederlandse hitradio en is zeker een goede aanschaf voor diegene die alles verzamelt rond het radio- en muziekgebeuren uit de jaren zestig. Heb je het nog niet in de verzameling, er zijn nog regelmatig exemplaren in aanbod op bijvoorbeeld Boekwinkeltjes of Marktplaats.
Na het lezen van bovenstaand artikel meldde Henk Kruize ons het volgende:
"Ik zit net je artikel over "Tijd voor Teenagers" te lezen en daar valt me iets op, je hebt het hoofdzakelijk over Herman Stok, terwijl het programma in het begin gepresenteerd werd door hoorspelacteur Dick van 't Sand als "Dick Duster", maar je gaat in de fout over de film "Wenn der Connie mit dem Peter"...
Je stelt daar dat Conny Froboess het nummer "Pack die Badehose ein" zingt, en dat klopt niet. In de film zingt ze samen met Peter Krauss "Teenager Melodie" en dat nummer werd, vertaald in het Nederlands, door Shirley Zwerus op de plaat gezet.
De film "Wenn der Conny mit dem Peter" is uit 1958 en Conny Froboess bracht in 1951 als 8-jarige onder de naam "Die kleine Conny" het nummer "Pack die Badehose ein" uit, en dat werd een jaar later door Heleentje van Kapellen in Nederland uitgebracht als "Naar de speeltuin"."