(door Hans Knot)
Boodschappen doen is voor mij altijd een groot feest. Zo liep ik recentelijk door een pand van een grootgrutter en zag een aanbieding van voorverpakte soepen van Unox. Soepen maken we liever zelf, vooral door een prachtige variatie die je ervan kunt maken door niet op de standaardrecepten af te gaan maar zelf volop te experimenteren.
Maar bij het zien van de aanbieding gingen mijn gedachten meteen decennia terug in de tijd. Twintig jaar geleden was ik intensief bezig met research voor een artikel inzake de ontwikkeling en invoering van hitparades – in welke vorm dan ook – binnen ondermeer de Amerikaanse radio-industrie. Daarbij maakte ik gebruik van een groot aantal oude radio-opnamen van Amerikaanse radiostations om de nodige conclusies te kunnen trekken, in vergelijking met de ontwikkeling van de radio en dus ook de hitlijsten in W est-Europa in de late jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw.
In Europa stond die ontwikkeling nog op een laag peil en slechts weinige radiostations maakten gebruik van een lijstje met favoriete platen verpakt in bijvoorbeeld een wekelijkse top 10. Ga er maar vanuit dat deze lijstjes niet waren gebaseerd op verkoopcijfers maar meer door invloed van de samenstellers van de radioprogramma’s op de betreffende stations. Vaak was het dus een kwestie van nat vingerwerk door de samenstellers en deels viel het te vergelijken met wat later in ons land de Tipparade werd. Een hitlijst met een soort van voorspellende waarde die soms de geschiedenis inging als ‘The Prediction Hit 40’.
Tijdens het beluisteren van de diverse oude Amerikaanse opnamen viel me het op dat bepaalde stations ook afwijkende aantallen platen in de wekelijkse hitlijst hadden. Een station liet bijvoorbeeld in 1963 wekelijks 63 platen toe in de hitparade, wat door Radio Caroline in 1965 nog werd gedupliceerd met een wekelijkse lijst van 65 platen. Weer een ander Amerikaans station haalde wekelijks liefs 95 platen onder de aandacht via haar hitlijst, de reden was dat men via 95FM was te beluisteren.
In een van de opnamen, die ik beluisterde, was een radioshow van 2 maart 1964. Er was tot mijn verbazing – en daar komt de link naar de soep van Unox – reclame voor het Nederlandse bedrijf te beluisteren. Het ging om een opname van WQAM met de deejay Lee Sherwood. In de opname werd op een zeer geloofwaardige manier de kwaliteit van de ham, uiteraard in een blikje, van Unox beschreven. Met de gedachte dat hopelijk de reclame invloed had gehad op de ham-etende Amerikanen, besloot ik in een opwelling een kopie van de betreffende opname te maken en op te sturen naar het hoofdkantoor van Unox in Oss.
Een tweetal weken later kreeg ik een pakketje toegestuurd vanuit Oss met een begeleidende brief van Mevr. C. Broers, van de afdeling Consumenten Service. Hieruit bleek dat de marketiers de opname met belangstelling hadden beluisterd en zeer positief hadden gereageerd. De cassette verdween in het historisch archief van Unox en de onderneming stuurde een doos met de hun overbekende specialiteiten als dank.
Uiteindelijk ontstond er een gezamenlijk artikel van de pen van Ger Tillekens, Jean Luc Bostyn en Hans Knot over de prehistorie van de hitparade, die via onderstaande link is te lezen:
https://www.icce.rug.nl/~soundscapes/VOLUME02/Prehistorie_van_de_hitparade.shtml