VPRO: conflicten rond een omroepvereniging

tekst: André van Os

Als laatste van de oorspronkelijke omroepen werd in 1926 de V.P.R.O. opgericht: de Vrijzinnig Protestantse Radio Omroep. Aan het einde van de jaren zestig van de 20e eeuw vond binnen de omroepvereniging een 'cultuuromslag' plaats. "Een nieuwe generatie programmamakers kon de ledenvergadering overtuigen om de statuten te wijzigen zodat de dominees aan het roer werden vervangen door vertegenwoordigers van de flowerpowergeneratie", zo wordt het op Wikipedia omschreven.

Logo's van de VPRO door de jaren heen

"Hierna maakte de omroep naam met baanbrekende, vernieuwende, en op een heel eigen wijze, vrijzinnige programma's. De naam V.P.R.O. werd gewijzigd in VPRO om aan te geven dat de oorspronkelijke betekenis van de letters definitief was losgelaten." Maar de 'cultuuromslag' bracht de omroep ook herhaaldelijk in conflict, met leden, collega-omroepen en de autoriteiten. Een verzameling relletjes op een rij, waarvan de eerste twee toch ruim voor de omslag plaatsvond.

1957: Dag, Koninginnedag
In 1957 kwam de VPRO in opspraak toen journalist Jan Vrijman het programma 'Dag, Koninginnedag' gebruikte om een aantal historische misstanden te bespreken. De roemruchte muiterij op Hr. Ms. De Zeven Provinciën bij Nederlands-Indië in 1933 kwam aan de orde. Wim Kan presenteerde een 'reconstructie van de gebeurtenissen op 31 augustus 1943 (Koninginnedag) in Birma' (de cabaretier was als gevangene van de Japanners gedwongen als dwangarbeider mee te werken aan de beruchte Birma-spoorweg). De anderhalf uur durende televisieproductie vanuit Studio Irene in Bussum werd live uitgezonden op de verjaardag van prinses Wilhelmina. 'Dag, Koninginnedag' ging de geschiedenis in als de allereerste Nederlandse televisie-rel. De pers en de NTS spraken er schande van en programmamaker Jan Vrijman werd twee jaar uitgesloten van werk voor televisie.

Dag, Koninginnedag (VPRO, 31 augustus 1957)

1962: schrijver W.F. Hermans
Een VPRO-uitzending in november 1962, waarin de auteur W. F. Hermans de directeur van de Arbeiderspers "op vlerkachtige wijze" interviewde, veroorzaakte nogal wat deining, schreef dagblad Trouw. "De verantwoordelijkheid van de VPRO voor het gebeurde wordt groter, nu gebleken is, dat het geen rechtstreekse uitzending betrof, maar dat de opname al vrijdag jl. werd gemaakt." De wijze waarop directeur Herman van Kuilenburg werd geïnterviewd leverde hem veel telefoontjes op van mensen, die verontwaardigd waren over de wijze waarop hij was behandeld. "De uitgever heeft inmiddels verklaard tijdens de opname enkele malen de aanvechting te hebben gehad weg te lopen. Het had hem moeite gekost zijn zelfbeheersing te bewaren." Het is niet duidelijk hoe en waarom Hermans de uitgever zo tergde.

1965: Ronduit
"Er ontstond enige opschudding over het programma voor de rijpere jeugd 'Ronduit' van de VPRO", schreef ditmaal het Algemeen Dagblad. In het programma vertelde een oud-militair over zijn ervaringen op Nederlands Nieuw-Guinea ten tijde van de Indonesische infiltraties (medio 1962). "Het communistische Kamerlid de heer Hoekstra wil nu weten of het waar is, dat de minister van defensie de hand heeft gelegd op het materiaal van deze uitzending en of de VPRO een verbod is opgelegd om verdere mededelingen over de uitzending te doen. De oud-militair zou volgens het Kamerlid hebben verteld over wat de heer Hoekstra in zijn vragen aan de minister noemt 'wreedheden, die op bevel van de Nederlandse legerleiding op Nieuw-Guinea zijn begaan'. De VPRO deelt mee, dat de jongeman alleen maar zijn persoonlijke indrukken heeft weergegeven, dat er niets bekend is over een dwangmaatregel van de kant van defensie en dat bovendien defensie nooit iets zou kunnen ondernemen maar hooguit het ministerie van O., K. en W."

Phil Bloom in Hoepla!

1967: Hoepla!
Het satirische jongerenprogramma Hoepla! zorgde er mede voor dat de V.P.R.O. als omroepvereniging veranderde. Hoepla besteedde aandacht aan toen nog omstreden zaken, zoals bloot en drugs. De bekendste scene was die waarin model Phil Bloom poedelnaakt de christelijke krant Trouw leest. Aan het eind laat ze de krant zakken en waren voor het eerst ontblote borsten zichtbaar op de Nederlandse televisie. Er werden natuurlijk weer Kamervragen gesteld, het land was in rep en roer en de vierde aflevering werd uiteindelijk niet uitgezonden. Toch zou het programma nog in mei 1968, de wereldwijde revolutie-maand, in het nieuws komen, naar aanleiding van de uitzending van 23 november het jaar daarvoor. "Een onderzoek van de Koninklijke Marechaussee heeft niet het bewijs kunnen leveren dat een VPRO-televisieploeg enige tijd geleden in een trein bier zou hebben verstrekt aan militairen die zij interviewde," schreef De Telegraaf. "Enkele van de gehoorde getuigen verklaarden dat er wel bier door de VPRO-ploeg was verstrekt, anderen -de meesten- ontkenden het". Er verscheen zelfs een boek over het programma: 'De Gekke Wereld Van... Hoepla', geschreven door Hans Verhagen.

1970: Recherche onderzoekt uitzending
De rijksrecherche kreeg opdracht een onderzoek in te stellen naar een radio-uitzending van de VPRO, waarin een aantal anonieme personen vertelden hoe in het leger sabotagedaden kunnen worden uitgevoerd. Het communistische dagblad De Waarheid klaagde: "De VPRO heeft met deze uitzending dus bereikt, dat de rijksrecherche, die de bevoegdheid heeft in hele land onderzoek te verrichten, een rol krijgt toebedeeld in het intimideren van dienstplichtige soldaten die de laatste tijd steeds meer in actie zijn gekomen voor uitbreiding van hun sociale en democratische rechten. De VPRO krijgt er zo langzamerhand een zekere vaardigheid in om de aandacht van werkelijk belangrijke zaken af te leiden." Die belangrijke zaak was volgens de krant het luidkeelse verzet tegen de NAVO, dat een negatieve invloed zou hebben op de krijgsmacht. Minister van defensie Den Toom ergerde zich er volgens de krant aan "dat de dienstplichtigen zich steeds meer gaan roeren, uitbreiding van hun politieke rechten opeisen en openlijker hun twijfel en afkeuring van de NAVO-koers kenbaar maken." Lekker marxistisch formulerend vervolgt De Waarheid: "De regering voelt zich kennelijk machteloos om die tendens de kop in te drukken en volgens het welhaast klassieke patroon volgt er dan de provocatie die de gronden voor krachtig optreden moet verschaffen en de beweging verdacht moet maken en isoleren. Het soort uitzendingen als van afgelopen vrijdag, hier en daar ook al 'cursus in sabotage' genoemd, wordt door de regering kennelijk als een soort van handreiking beschouwd, die sommige figuren bij de VPRO altijd graag bereid zijn om te geven." Het was waarschijnlijk zo 'goed bedoeld' van de programmamakers, in elk geval met sympathie voor de betreffende dienstplichtigen. Is het weer niet goed.

1972: ‘Tuchtiging’ VPRO na beledigen majesteit
In december 1972 interviewde Barend Servet (een rol gespeeld door IJf Blokker) op de VPRO televisie een dame die duidelijk koningin Juliana moest voorstellen. Servet, die haar aansprak met 'majesteit', stelde vragen over het koningin zijn. De majesteit zat in een deftige (paleis)kamer spruitjes schoon te maken "want de gewone volksmensen doen dat ook, en ik vind het gewoon leuk om te doen". Niet om te eten overigens, want de spruiten werden weggegeven of weggegooid. Bij de lakei, die ze aansprak als 'ober', bestelde ze sherry, bier en een jonge klare. Punchline van de scene was de vraag van Barend Servet aan welke kant ze zou staan als de revolutie uitbrak en er een republiek zou worden gevestigd. Daarop zei ze verontwaardigd "U kunt gaan".

De uitzending leidde tot vragen in de Tweede-Kamer. Er werd aangedrongen op het afnemen van zendtijd van de VPRO. Piet Engels, de minister van CRM (Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk) in het kabinet Biesheuvel, vond de bewuste scène een “gevaar voor de openbare orde en goede zeden en een onwaardige ridiculisering van de regerende Vorstin, en als zodanig een miskenning van de koninklijke waardigheid”. Hij besloot uiteindelijk de omroep te berispen. Dat leidde weer tot een landelijke protestactie omdat de minister misbruik zou maken van zijn bevoegdheid. Dat gebeurde met heuse 'protesttelegrammen'. "Direct nadat donderdagavond bekend werd dat de VPRO naar aanleiding van haar laatste Barend Servetshow een ministeriële berisping had opgelopen, is een landelijke protestactie tegen het besluit van de minister van CRM op gang gekomen", viel in de krant te lezen. "Gistermiddag laat waren bij het departement van CRM in Rijswijk meer dan 30 telegrammen met de inhoud 'Ik protesteer tegen uw berisping aan de VPRO' binnengekomen. De enige adhesiebetuiging aan minister Engels was afkomstig van het Comité Anti-Beeldbuisvervuilers.

Initiatiefnemer tot de telegrammenactie was de 30-jarige cultureel werker Henk Mol uit de Bilt, werkzaam bij de Nederlandse Stichting voor Kulturele Vorming (NSKV). Hij belde donderdagavond dadelijk na het verweer van VPRO-voorzitter Penders in een eerste opwelling vrienden en kennissen in het vormingswerk en het onderwijs op met het verzoek een telegram te sturen naar de minister van CRM. Hij zei desgevraagd zeer verbaasd te zijn over de onverwacht grote afmeting, die de 'kettingbrief-actie-per-telefoon' inmiddels heeft aangenomen."

"Minister Engels heeft naar het oordeel van de heer Mol misbruik van zijn bevoegdheid gemaakt om de VPRO voor de Servet-uitzending een berisping te geven. "Het tuchtigings-artikel is een slechte zaak, die de vrijheid van meningsuiting duidelijk aantast. Ik heb me door het programma in het geheel niet gekwetst gevoeld. Onbegrijpelijk en beangstigend dat de minister een dergelijk programma op zo'n wijze aanpakt”. Ook de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) drong er (ook telegrafisch) bij de Tweede Kamer op aan zo spoedig mogelijk het initiatiefwetsontwerp tot wijziging van de Omroepwet in behandeling te nemen, waardoor de minister van CRM niet meer de bevoegdheid krijgt een omroep achteraf te berispen of zendtijd te ontnemen. "Door handhaving van het 'tuchtigingsartikel' in de Omroepwet wordt de rechtsbedeling van de omroep ten opzichte van de schrijvende pers gecontinueerd. Het recht tot repressief ingrijpen komt alleen de onafhankelijke rechter toe, aldus de NVJ."

Ook in boekvorm: 'Aan die vuile viezeriken van de VPRO'
„Ik zou u willen aanraden om u niet langer te verschuilen achter de naam Vrijzinnig Protestantse Radio Omroep en gewoon recht voor zijn raap de Vunze Puber Rotzooi Omroep, dan weet men tenminste waar u staat. Hoogachtend kan er echt niet af".
"De maat is nou vol. Uw schofterige, gedegenereerde, idiote, waanwijze, vieze uitzendingen wijzen op een lelijke geest, dat het mij als arts een groot raadsel is, dat men een type als u zo lang nog heeft willen handhaven."

Het zijn citaten uit het boekje 'Aan die vuile viezeriken van de VPRO', dat in 1973 in het Amsterdamse theater De Brakke Grond werd gepresenteerd. De citaten, samengesteld door Ad Kooyman en Philip van Tijn, waren afkomstig uit de brieven die de VPRO ontving naar aanleiding van de tweede Barend Servet Show, die op 14 december 1972 werd uitgezonden. Die aflevering van 'Barend is weer bezig' bevatte de geruchtmakende 'spruitjeskoningin' scene (zie boven). De samenstellers gaven in het boek een chronologisch overzicht van de rel, van de "aanwakkering van die rel door de Telegraaf tot en met de berisping die minister Engels de VPRO meende te moeten geven." Met een knipoog boden Kooyman en Van Tijn ook aan om een boekje samen te stellen "met een dertigtal panklare brieven die kijkers aan omroepverenigingen kunnen sturen. Alleen de naam van het betreffende programma hoeft nog maar te worden ingevuld, waarna de gekozen pagina kan worden uitgescheurd en naar Hilversum opgezonden." Ook bevatte het boek 'Aan die vuile viezeriken van de VPRO' een hoofdstuk' met de titel 'VPRO: een decennium rellen', dat herinneringen ophaalde aan het gesprek tussen schrijver W. F. Hermans en de toenmalige directeur van de Arbeiderspers Herman van Kuilenburg. "De eerste VPRO-rel" werd het genoemd, maar wij hebben inmiddels gezien dat het tenminste al de tweede was.

1979: inval 'Joodse Defensie Liga'
Drie leden van de 'Joodse Defensie Liga' drongen in oktober het VPRO-gebouw in Hilversum binnen, berichtte de krant De Waarheid. Ze wisten een radiostudio binnen te komen "en gristen een geluidsband weg met daarop een reportage over de Palestijnse kwestie. Eén van hen hield de telefoniste aan de praat terwijl de twee anderen de studio ingingen. De geluidsband is volgens de VPRO onherstelbaar beschadigd." De uitzending waar de band voor bedoeld was, was de tweede in een serie over de Palestijnen en ging over de situatie in Libanon. Tegen de eerste uitzending werd al geprotesteerd door de Israëlische ambassade. De 'Joodse Defensie Liga' beschuldigde in haar verklaring de VPRO van antisemitisme. "De organisatie eiste eerder de verantwoordelijkheid op voor een inval in het redactiekantoor van de Haagse Post, na publicatie van een reportage in dat blad over de Nederlandse VN-troepen in Libanon." De Nederlandse soldaten beschuldigden beide partijen in Libanon (Israëli's en Palestijnen) van terrorisme. Kennelijk kon de uitzendband toch nog deels geplakt worden, want deze werd half oktober -aangevuld met commentaar van de VPRO - alsnog uitgezonden.

Luister naar Villa-VPRO van 17 oktober 1979

1981: weer rel om W.F. Hermans
De letterkundige critici Tom van Deel en Kees Fens liepen kwaad weg bij opnamen voor het VPRO-televisieprogramma De Letteren, meldde het Algemeen Dagblad. "Het tweetal was het er niet mee eens dat de schrijver W. F. Hermans, die aanvankelijk had laten weten geen medewerking aan het programma te willen verlenen op het laatste moment toch kwam opdagen. De VPRO wilde Hermans toen alsnog in de discussiegroep, die de basis is van het programma, opnemen. Van Deel en Fens wilden onder die omstandigheden niet meer meewerken." Onder voorzitterschap van criticus en schrijver H. A. Gomperts spraken in hun plaats de schrijvers W. F. Hermans en Harry Mulisch en uitgever Geert Lubberhuizen over literaire zaken. "De VPRO had de in Parijs wonende Hermans al van tevoren voor zijn medewerking aan De Letteren betaald. Drie dagen voor de opnamen liet Hermans echter weten niet te willen komen. Volgens de VPRO was Hermans het niet eens met de publiciteit rond de uitzending en speelde bij zijn besluit ook zijn niet zo florissante verhouding met presentator Gomperts een rol. Toen Hermans echter alsnog op kwam dagen, besloot de redactie van De Letteren de schrijver toch aan het programma te laten deelnemen."

Tenslotte...
Zijn we in de bovenstaande beschrijving van relletjes rond de VPRO volledig geweest? Nee, verre van... En we hebben het ook niet gehad over alle bijkomende Kamervragen, ingelaste bestuursvergaderingen, personele protesten en schorsingen. De VPRO is natuurlijk niet de enige omroep geweest die voor publieke commotie heeft gezorgd (denk maar eens aan het VARA tv-programma 'Zo is het toevallig ook nog eens een keer'). Maar vanaf het moment dat de V.P.R.O. de puntjes liet vallen was de omroep in de jaren zestig en zeventig van de 20e eeuw wel het brandpunt van maatschappelijk protest en de daarmee verbonden onrust. En terugkijkend denk je ook wel eens: waar maakte men zich druk om? Wat dat betreft zijn we of meer gewend, of we maken ons weer over andere zaken druk.