tekst: Hans Knot
Liefst een halve eeuw terug in de tijd in mijn wekelijkse nostalgische column, het jaar 1967. Het eerste werkend jaar zat er voor mij in de zomer op en ik kon gaan genieten van een paar weken vakantie. De bestemming werd Epe en in die tijd heb ik ook de nodige notities gemaakt, die op de een of andere manier met radio en nostalgie hadden te maken. Op de Lagere School, ja zo heette destijds het basisonderwijs in ons land, hadden we al het nodige aangehoord over hoe we de kleine kindertjes in bijvoorbeeld Afrika konden blijmaken middels het verzamelen van flessendoppen of elke vorm van gebruikt zilverpapier. De mannen in de witte en bruine jurken wisten er wel raad mee en de opbrengst om te zetten in geld dat ze weer voor hun missie in de Afrikaanse landen konden gebruiken.
Missionarissen kwamen op bezoek in Katholieke scholen om de boel op te warmen of er was een Pater die tot de vriendenschare van de familie behoorde. De Knotten hadden er ook een in de persoon van Pater Dirk Tolboom, die zich voornamelijk dienstbaar maakte in Maleisië en behoorde tot de Paters van Mill Hill. Het was een soort van feestje als hij weer eens over was uit het verre land en op bezoek kwam in Groningen waar dan een uitgebreide maaltijd werd geserveerd bestaande uit gerechten die hij normaal in Maleisië niet zou voorgeschoteld krijgen. Uiteraard ging hij nooit met lege handen weg en ik herinner me nog heel goed dat ik in mijn eerste werkende jaar samen met moeder en Pater Tolboom naar een juwelier ben geweest om hem een nieuw klokje te kopen bekostigd uit mijn portemonnee.
Vele jaren later was hij weer in Nederland en op bezoek in Groningen. Hij vertelde van zijn plannen een radiostation te beginnen binnen zijn missie met voornamelijk een educatief doel. Tijdens het gesprek sprak hij serieus de vraag uit of ik er over na wenste te denken me een aantal jaren voor dit doel in te gaan zetten. Het is wel radio geworden maar dan wel met een totaal ander historisch doel. Maar de radio was en is toch heel belangrijk voor het vele missiewerk in vele landen, hetgeen me terug brengt bij de aantekeningen uit de zomer van 1967.
Een rijksdaalder per persoon voor de aanschaf van tenminste duizend ‘batterij-radio's’ was de vraag van pater Jan Jansen, die destijds in Chili onder een groep van 30.000 onontwikkelde indianen werkte. Hij stelde de vraag in een open brief. Pater Jansen wilde de indianen per radio les gaan geven in lezen, schrijven, hygiëne, landbouw en medische onderwerpen. Hij vroeg dus de gift per brief, die hij aan liefst 60.000 mensen in de provincie Groningen en het noorden van Drenthe had verstuurd. Het overige deel van Drenthe kwam later nog aan de beurt.
Op 13.000 kilometer afstand van Nederland werkte pater Jansen, rooms-katholiek priester en lid van de Franciscaanse Kapucijnerorde, sinds 1959 onder een arme boerenbevolking, die noch lezen noch schrijven kon. De hygiënische en medische kennis was zo slecht, dat de gemiddelde levensduur niet hoger dan 35 jaar lag. Veertig procent van alle zuigelingen stierf in het eerste levensjaar. Op zeer primitieve wijze werd er, volgens de brief, landbouw en veeteelt bedreven, zodat de oogsten klein en schraal waren.
Het werkgebied van de pater was ongeveer zo groot als de provincie Noord-Brabant. Er waren echter geen dorpen of gehuchten. Ook waren er destijds vrijwel geen — per auto berijdbare — wegen. Tijdens zijn verlof in 1967 in Nederland heeft pater Jansen de actie op gang gebracht. In Noord-Brabant had pater A. van der Ven de zaak overgenomen en uitgebreid tot het hele land. Pater Van der Ven stelde dat de hulp in Zuid-Chili nog niet te laat kwam. “In het Amazonegebied kan men slechts het leed verzachten; in het werkgebied van pater Jansen echter, kan nog voorkomen worden, dat de achterstand zo groot wordt dat die nooit meer zal kunnen worden ingehaald.”
Elders in Zuid-Amerika werd al dergelijke voorlichting met succes per radio gegeven. Uit een centraal punt werden de uitzendingen in Chili voorbereid en medio 1967 was reeds een zendvergunning van de Chileense regering ontvangen. Het was de bedoeling dat de speciale programma’s alleen op de her en der uitgereikte radio’s waren te beluisteren. Zo zouden dagelijks jonge Chileense onderwijzers lessen gaan geven in lezen, schrijven, rekenen, landbouw, techniek, gezinsverzorging, voedselbereiding en hygiëne.
De planning was dat hiermee binnen vijf jaar zoveel bereikt zou zijn, als anders in geen vijftig jaar mogelijk zou zijn geweest: een betere levensstandaard voor de indianen van Zuid-Chili. Tot zover een terugblik naar aantekeningen die ik destijds bewaarde. In de moderne tijd van internet is heel veel terug te vinden maar over voornoemde actie en de plannen tot uitvoering van educatie via de radio in Zuid-Chili is echter niets terug te vinden, laat staan over Pater Jan Jansen.
Dan was er nog op vrijdag 2 juni 1967 een speciale actie in Concerthuis de Jong aan de Hereweg te Groningen. Er werd een festival van beatgroepen georganiseerd, waaraan tevens een radio auditie was verbonden. De opbrengst van de avond kwam ten goede aan de tweede actie: ‘Eten voor India’. De actie werd op 13 mei landelijk opgestart. In de jury in Groningen zat onder meer Krijn Torringa, bekend van het eerste duo Bob en Brenda op Radio Veronica. De van origine Groninger Krijn Torringa had in die tijd inmiddels een eigen programma op Hilversum 3 onder de titel ‘Zet em op’.
Het was begin 1955 dat Krijn eigenlijk voor het eerst in contact kwam met het maken van radio. Hij deed veel aan cabaret en toneel op school in Groningen en het was ene Sjoerd Reitstra die hem op een bepaald moment vroeg eens langs te komen in de AVRO Minjon studio in Groningen. Krijn besloot het vrijwel direct te doen en sloeg bijna achterover van alle mogelijkheden die men er had om een goed radioprogramma te kunnen maken. Een stemproef bleek vervolgens goed aan te slaan en zo kon de beklimming van de radioladder beginnen. Hij stelde ooit: “Ook toen was de combinatie van Minjon en ziekenomroep niet onbekend en van een man als Rietstra viel enorm veel te leren. Van hem kreeg ik twee maal per week les over hoe radio te maken. Ook leerde je hoe je een tekst diende te schrijven en later voor te dragen in je programma, hetgeen later gelukkig niet meer hoefde.”
Torringa werkte in Groningen onder meer samen met Klaas-Jan Hindriks, later ook groot geworden bij de AVRO. In 1959 kwam Torringa onder de wapenen in Ede en na zijn diensttijd kwam hij niet terug in Groningen maar ging in Amsterdam wonen. Vrijwel direct na zijn diensttijd kreeg hij de kans om bij het net gestarte Radio Veronica programma’s te gaan presenteren. Begin 1966 verliet hij het station om bij Hilversum III aan de slag te gaan. In Groningen was hij voor het eerst weer als radiomaker te horen op 12 augustus 1973, in het weekend dat de opening van de nieuwe studio van de ziekenomroep werd gevierd en ook een nieuwe naam, Studio 73, werd geïntroduceerd. Krijn was weer thuis, hoewel slechts voor 1 dag.