Dag, Koninginnedag (VPRO, 31 augustus 1957)<\/a><\/span><\/p>\n1962: schrijver W.F. Hermans<\/strong><\/span>
\nEen VPRO-uitzending in november 1962, waarin de auteur W. F. Hermans de directeur van de Arbeiderspers \"op vlerkachtige wijze\" interviewde, veroorzaakte nogal wat deining, schreef dagblad Trouw. \"De verantwoordelijkheid van de VPRO voor het gebeurde wordt groter, nu gebleken is, dat het geen rechtstreekse uitzending betrof, maar dat de opname al vrijdag jl. werd gemaakt.\" De wijze waarop directeur Herman van Kuilenburg werd ge\u00efnterviewd leverde hem veel telefoontjes op van mensen, die verontwaardigd waren over de wijze waarop hij was behandeld. \"De uitgever heeft inmiddels verklaard tijdens de opname enkele malen de aanvechting te hebben gehad weg te lopen. Het had hem moeite gekost zijn zelfbeheersing te bewaren.\" Het is niet duidelijk hoe en waarom Hermans de uitgever zo tergde.<\/span><\/p>\n1965: Ronduit<\/strong><\/span>
\n\"Er ontstond enige opschudding over het programma voor de rijpere jeugd 'Ronduit' van de VPRO\", schreef ditmaal het Algemeen Dagblad. In het programma vertelde een oud-militair over zijn ervaringen op Nederlands Nieuw-Guinea ten tijde van de Indonesische infiltraties (medio 1962). \"Het communistische Kamerlid de heer Hoekstra wil nu weten of het waar is, dat de minister van defensie de hand heeft gelegd op het materiaal van deze uitzending en of de VPRO een verbod is opgelegd om verdere mededelingen over de uitzending te doen. De oud-militair zou volgens het Kamerlid hebben verteld over wat de heer Hoekstra in zijn vragen aan de minister noemt 'wreedheden, die op bevel van de Nederlandse legerleiding op Nieuw-Guinea zijn begaan'. De VPRO deelt mee, dat de jongeman alleen maar zijn persoonlijke indrukken heeft weergegeven, dat er niets bekend is over een dwangmaatregel van de kant van defensie en dat bovendien defensie nooit iets zou kunnen ondernemen maar hooguit het ministerie van O., K. en W.\"<\/span><\/p>\nPhil Bloom in Hoepla!<\/span><\/p><\/div>\n1967: Hoepla!<\/strong><\/span>
\nHet satirische jongerenprogramma Hoepla! zorgde er mede voor dat de V.P.R.O. als omroepvereniging veranderde. Hoepla besteedde aandacht aan toen nog omstreden zaken, zoals bloot en drugs. De bekendste scene was die waarin model Phil Bloom poedelnaakt de christelijke krant Trouw leest. Aan het eind laat ze de krant zakken en waren voor het eerst ontblote borsten zichtbaar op de Nederlandse televisie. Er werden natuurlijk weer Kamervragen gesteld, het land was in rep en roer en de vierde aflevering werd uiteindelijk niet uitgezonden. Toch zou het programma nog in mei 1968, de wereldwijde revolutie-maand, in het nieuws komen, naar aanleiding van de uitzending van 23 november het jaar daarvoor. \"Een onderzoek van de Koninklijke Marechaussee heeft niet het bewijs kunnen leveren dat een VPRO-televisieploeg enige tijd geleden in een trein bier zou hebben verstrekt aan militairen die zij interviewde,\" schreef De Telegraaf. \"Enkele van de gehoorde getuigen verklaarden dat er wel bier door de VPRO-ploeg was verstrekt, anderen -de meesten- ontkenden het\". Er verscheen zelfs een boek over het programma: 'De Gekke Wereld Van... Hoepla', geschreven door Hans Verhagen.<\/span><\/p>\n1970: Recherche onderzoekt uitzending<\/strong><\/span>
\nDe rijksrecherche kreeg opdracht een onderzoek in te stellen naar een radio-uitzending van de VPRO, waarin een aantal anonieme personen vertelden hoe in het leger sabotagedaden kunnen worden uitgevoerd. Het communistische dagblad De Waarheid klaagde: \"De VPRO heeft met deze uitzending dus bereikt, dat de rijksrecherche, die de bevoegdheid heeft in hele land onderzoek te verrichten, een rol krijgt toebedeeld in het intimideren van dienstplichtige soldaten die de laatste tijd steeds meer in actie zijn gekomen voor uitbreiding van hun sociale en democratische rechten. De VPRO krijgt er zo langzamerhand een zekere vaardigheid in om de aandacht van werkelijk belangrijke zaken af te leiden.\" Die belangrijke zaak was volgens de krant het luidkeelse verzet tegen de NAVO, dat een negatieve invloed zou hebben op de krijgsmacht. Minister van defensie Den Toom ergerde zich er volgens de krant aan \"dat de dienstplichtigen zich steeds meer gaan roeren, uitbreiding van hun politieke rechten opeisen en openlijker hun twijfel en afkeuring van de NAVO-koers kenbaar maken.\" Lekker marxistisch formulerend vervolgt De Waarheid: \"De regering voelt zich kennelijk machteloos om die tendens de kop in te drukken en volgens het welhaast klassieke patroon volgt er dan de provocatie die de gronden voor krachtig optreden moet verschaffen en de beweging verdacht moet maken en isoleren. Het soort uitzendingen als van afgelopen vrijdag, hier en daar ook al 'cursus in sabotage' genoemd, wordt door de regering kennelijk als een soort van handreiking beschouwd, die sommige figuren bij de VPRO altijd graag bereid zijn om te geven.\" Het was waarschijnlijk zo 'goed bedoeld' van de programmamakers, in elk geval met sympathie voor de betreffende dienstplichtigen. Is het weer niet goed.<\/span><\/p>\n1972: \u2018Tuchtiging\u2019 VPRO na beledigen majesteit<\/strong><\/span>
\nIn december 1972 interviewde Barend Servet (een rol gespeeld door IJf Blokker) op de VPRO televisie een dame die duidelijk koningin Juliana moest voorstellen. Servet, die haar aansprak met 'majesteit', stelde vragen over het koningin zijn. De majesteit zat in een deftige (paleis)kamer spruitjes schoon te maken \"want de gewone volksmensen doen dat ook, en ik vind het gewoon leuk om te doen\". Niet om te eten overigens, want de spruiten werden weggegeven of weggegooid. Bij de lakei, die ze aansprak als 'ober', bestelde ze sherry, bier en een jonge klare. Punchline van de scene was de vraag van Barend Servet aan welke kant ze zou staan als de revolutie uitbrak en er een republiek zou worden gevestigd. Daarop zei ze verontwaardigd \"U kunt gaan\".<\/span><\/p>\nDe uitzending leidde tot vragen in de Tweede-Kamer. Er werd aangedrongen op het afnemen van zendtijd van de VPRO. Piet Engels, de minister van CRM (Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk werk) in het kabinet Biesheuvel, vond de bewuste sc\u00e8ne een \u201cgevaar voor de openbare orde en goede zeden en een onwaardige ridiculisering van de regerende Vorstin, en als zodanig een miskenning van de koninklijke waardigheid\u201d. Hij besloot uiteindelijk de omroep te berispen. Dat leidde weer tot een landelijke protestactie omdat de minister misbruik zou maken van zijn bevoegdheid. Dat gebeurde met heuse 'protesttelegrammen'. \"Direct nadat donderdagavond bekend werd dat de VPRO naar aanleiding van haar laatste Barend Servetshow een ministeri\u00eble berisping had opgelopen, is een landelijke protestactie tegen het besluit van de minister van CRM op gang gekomen\", viel in de krant te lezen. \"Gistermiddag laat waren bij het departement van CRM in Rijswijk meer dan 30 telegrammen met de inhoud 'Ik protesteer tegen uw berisping aan de VPRO' binnengekomen. De enige adhesiebetuiging aan minister Engels was afkomstig van het Comit\u00e9 Anti-Beeldbuisvervuilers.<\/span><\/p>\nInitiatiefnemer tot de telegrammenactie was de 30-jarige cultureel werker Henk Mol uit de Bilt, werkzaam bij de Nederlandse Stichting voor Kulturele Vorming (NSKV). Hij belde donderdagavond dadelijk na het verweer van VPRO-voorzitter Penders in een eerste opwelling vrienden en kennissen in het vormingswerk en het onderwijs op met het verzoek een telegram te sturen naar de minister van CRM. Hij zei desgevraagd zeer verbaasd te zijn over de onverwacht grote afmeting, die de 'kettingbrief-actie-per-telefoon' inmiddels heeft aangenomen.\"<\/span><\/p>\n\"Minister Engels heeft naar het oordeel van de heer Mol misbruik van zijn bevoegdheid gemaakt om de VPRO voor de Servet-uitzending een berisping te geven. \"Het tuchtigings-artikel is een slechte zaak, die de vrijheid van meningsuiting duidelijk aantast. Ik heb me door het programma in het geheel niet gekwetst gevoeld. Onbegrijpelijk en beangstigend dat de minister een dergelijk programma op zo'n wijze aanpakt\u201d. Ook de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) drong er (ook telegrafisch) bij de Tweede Kamer op aan zo spoedig mogelijk het initiatiefwetsontwerp tot wijziging van de Omroepwet in behandeling te nemen, waardoor de minister van CRM niet meer de bevoegdheid krijgt een omroep achteraf te berispen of zendtijd te ontnemen. \"Door handhaving van het 'tuchtigingsartikel' in de Omroepwet wordt de rechtsbedeling van de omroep ten opzichte van de schrijvende pers gecontinueerd. Het recht tot repressief ingrijpen komt alleen de onafhankelijke rechter toe, aldus de NVJ.\"<\/span><\/p>\n